Defensie Globaal

Ze zijn er weer: vliegende kerstbomen

De langbestaande Zweedse straaljagertraditie van ‘kerstboomvliegen’ vond inmiddels navolging in de rest van Scandinavië. Dit jaar doen Denemarken en Finland ook mee met de Zweden. Voor deze kersttraditie wordt echter geen spar omgehakt.

Jaarlijks voert de Zweedse luchtmacht, in het kader van ‘Julgransflygning’, enkele formatievluchten uit. Een groep straaljagers vliegt dan langs diverse steden, waarbij de formatie de vorm heeft van een kerstboom. Vorig jaar vloog een groep SAAB JAS 39 Gripens vanaf Luleå boven Noord-Zweden en andere formaties vanaf Ronneby en Såtenäs boven Zuid-Zweden.

Eerder deze week vloog een formatie Zweedse Gripens, samen met Deense F-35’s en een F-16, boven Denemarken en Zuid-Zweden. Vanwege de weersomstandigheden konden de straaljagers de geplande route niet volledig afleggen. Martin Lindström, formatieleider van de Zweedse luchtmacht vanaf Ronneby: “De vliegende kerstboom is een traditioneel en gedenkwaardig element voor ons jachtvliegers. We zijn dankbaar voor de betrokkenheid en waardering die we krijgen van het publiek en kijken ernaar uit om samen te vliegen.”

Vorige week vloog een formatie Zweedse Gripens boven Lapland, samen met enkele F/A-18 Hornet-straaljagers van de Finse luchtmacht. Oorspronkelijk was de formatievlucht gepland op 10 december, maar vanwege het weer werd het een dag uitgesteld. De Zweeds-Finse formatie vloog boven Fins en Zweeds Lapland.

Bron: Upinthesky.nl

Defensie kan rekenen op extra transportschepen

Het Defensie Ondersteuningscommando breidt de capaciteiten voor zeetransport de komende jaren flink uit. Rederij Spliethoff levert twee identieke Container & Roll-on-Roll-off-schepen (Conro): de Trica en de Plyca. Deze schepen kunnen containers, voertuigen en helikopters vervoeren. Hiermee is Defensie in staat om materieel sneller over zee te verplaatsen. De contracten zijn afgelopen maandag bezegeld met handtekeningen.

De Trica vaart vanaf de overdracht op 30 mei permanent voor Defensie. De Plyca is vanaf 20 januari op afroep in te zetten, met een waarschuwingstijd van twintig dagen. De Conro-schepen kunnen elk maximaal driehonderd voertuigen, 694 containers of een combinatie daarvan transporteren.

Momenteel beschikt Defensie over de MV New Amsterdam en de MV Southern Rock. De New Amsterdam wordt sinds 2022 voor tien jaar gehuurd en is qua capaciteit vergelijkbaar met de nieuwe schepen. De Southern Rock is een kleiner type schip.

Dankzij de uitbreiding beschikt Defensie vanaf eind mei 2026 dus over de permanent inzetbare Trica en de op afroep inzetbare Plyca van Spliethoff. De schepen zijn vooral bedoeld om eenheden effectief te kunnen 'deployen' en ondersteunen in het geval van een grootschalig conflict, maar zijn ook voor de ondersteuning van eenheden in uitzend- en oefengebieden.

Bron: Defensie

Defensie groeit hard door, trekt vooral reservisten aan

In vier jaar is het personeelsbestand van Defensie met bijna twintig procent gegroeid. Sinds Rusland in februari 2022 Oekraïne binnenviel heeft het ministerie er bijna 12.500 mensen bij gekregen. Dat blijkt uit cijfers die zijn opgevraagd door de NOS. Bij de laatste telling, op 1 december, werkten bijna 80.000 mensen bij Defensie. Dat waren er in 2022 nog 67.400. Alleen al dit nog lopende jaar kwamen er 5.567 mensen bij.

"Deze stijging hebben we niet eerder gezien, dus dat is positief", zegt demissionair staatssecretaris Tuinman, "maar we moeten eigenlijk nog verder groeien omdat we die afschrikking richting Rusland zo groot mogelijk willen maken."

Tuinman wil dat er in 2030 honderdduizend mensen voor Defensie werken, en dat moet doorgroeien naar tweehonderdduizend mensen. Er zijn wel zorgen over wat de snelle groei van het leger doet met personeelstekorten in andere sectoren.

Reservisten
Vooral de groei van het aantal reservisten valt op. Daarvan zijn er dit jaar ruim 1.400 bij gekomen. In totaal zijn er nu 9.172 reservisten in Nederland.

Reservisten trainen regelmatig om hun militaire basisvaardigheden op peil te houden. Ze worden bijvoorbeeld ingezet voor het bewaken van binnenlandse infrastructuur zoals havens en luchthavens. Ook kunnen ze ondersteunende taken doen voor het beroepsleger en helpen bij rampen.

Dienjaar, Diensttijd, Weerbaarheid
Verder is het Dienjaar in het leven geroepen. Daarin doorlopen jongvolwassenen een traject waarin ze allerlei taken uitvoeren zonder dat ze direct in militaire dienst gaan. Van de 1.639 jongeren die sinds 2023 met het Dienjaar begonnen, blijft tachtig procent verbonden aan Defensie als militair, reservist of burgermedewerker.

Militairen
Het beroepsleger groeit minder hard, afgelopen jaar met een kleine vijf procent. Daardoor heeft het leger nu ruim 45.000 beroepsmilitairen. Van de honderdduizend mensen die Defensie in 2030 wil hebben, moeten er 56.000 beroepsmilitair zijn.

Voor civiele functies zijn vrijwel geen vacatures te vervullen. Inmiddels werken bij de verschillende legeronderdelen 25.699  burgers. Het gaat om technici, koks, cyberspecialisten, IT'ers, administratief personeel en medici. Het aantal burgers ligt nu boven de 2030-ambitie.

Het aantal vrouwen dat voor Defensie kiest groeit ook. Sinds 2021, het jaar voor de Russische inval in Oekraïne, steeg het aandeel vrouwen van zestien naar bijna twintig procent. Bij beroepsmilitairen is die toename ook te zien, maar in lichtere mate.

Personeelstekorten
De snelle groei van Defensie levert ook zorgen op. Esmée Vogelsang, arbeidsmarktdeskundige bij de Goldschmeding Foundation, mist een groter plan voor de arbeidsmarkt.

"Defensie richt zich namelijk niet alleen op militairen, maar ook op mensen met een zorgberoep en op technisch geschoold personeel, precies de sectoren waar de tekorten al groot zijn", zegt Vogelsang.

De vakbond voor zorg en welzijn van de FNV vreest dat Defensie in dezelfde vijver vist. "Als je met bommen gaat smijten, heb je ook mensen nodig die dat moeten oplappen", zegt een woordvoerder.

Bron: nos.nl

Militaire transporten krijgen vanaf volgend jaar voorrang op het spoor

Militaire transporten op het spoor krijgen vanaf volgend jaar in sommige gevallen voorrang op passagiers- en goederentreinen. Op dit moment komen dit soort transporten vrijwel op de laatste plaats. De NS zegt begrip te hebben voor de maatregel.

"We leven in een tijd waarin het steeds belangrijker wordt om militairen en militair materieel snel te kunnen verplaatsen", zegt demissionair staatssecretaris Thierry Aartsen (Infrastructuur en Waterstaat). Hij wijst op de dreiging van een militair conflict in Europa.

Militaire treinen met tanks, materieel of mensen zijn nu soms gedwongen te wachten. Volgens Aartsen zouden wachttijden zonder maatregelen vaker voorkomen in de toekomst, gezien de verwachte groei van militaire transporten.

Militair transport wordt beschouwd als urgent als er bijzondere eisen gelden, stelt de staatssecretaris. Een voorbeeld is munitietransport, dat permanent wordt bewaakt. Ook een concreet dreigingsbeeld kan aanleiding zijn om transport als urgent te bestempelen, net als een belangrijke levering die voor een bepaalde tijd ergens moet aankomen.

De maatregel gaat op z'n vroegst in het najaar van 2026 in. Eerst vindt er nog een internetconsultatie plaats, waarbij mensen suggesties kunnen doen voor verbetering van de wetgeving. Het kabinet loopt met de regel vooruit op Europese wetgeving die militaire transporten over het spoor meer prioriteit geeft.

De NS zegt tegen persbureau ANP begrip te hebben voor de maatregel. "We zien natuurlijk het liefst dat over het spoor reizigers worden vervoerd, maar begrijpen dat ander transport soms nodig is", zegt een woordvoerder. "We hebben er vertrouwen in dat alles in die gevallen in goed overleg verloopt."

Bron: nu.nl

President Zelensky bij landgenoten in Militair Revalidatie Centrum

De Oekraïense president Volodymyr Zelensky heeft zijn bezoek aan Nederland dinsdag afgesloten in het Militair Revalidatie Centrum Aardenburg (MRC) in Doorn. Hij sprak met Oekraïense militairen die daar revalideren.

Het MRC behandelt al jaren Oekraïense revalidanten. Afhankelijk van de verwonding verblijven ze daar tussen zes weken en zes maanden.

Zelensky’s bezoek betekent niet alleen veel voor zijn landgenoten die in Doorn revalideren, vertelde commandant MRC Monika Kop-Wijering. Dat geldt ook voor het team dat de afgelopen jaren zorgde voor 89 Oekraïners met hun ernstige en complexe verwondingen. “Zij leren ons dagelijks wat veerkracht echt inhoudt. Letterlijk doorgaan, stap voor stap”, aldus Kop-Wijering. “We leren wat een ‘mindset’ is waarvan doorzetten en volhouden de kern zijn.”

Gesprek president Zelensky
Eerder op de dag ontving minister-president Dick Schoof de Oekraïense delegatie op het Catshuis. Minister Ruben Brekelmans en Commandant der Strijdkrachten generaal Onno Eichelsheim maakten ook deel uit van het gezelschap. Ter tafel kwamen de vredesbesprekingen en de onverminderde Nederlandse steun voor Oekraïne.

Brekelmans: “President Zelensky is op een cruciaal moment in ons land. Het was waardevol met hem te spreken over de onderhandelingen en onze doorlopende militaire steun.” Eichelsheim onderstreepte dat Nederland pal achter Oekraïne staat door het blijven leveren van wapens, drones en andere militaire middelen. En te helpen bij de revalidatie van gewond geraakte militairen. “Oekraïne verdient deze steun. Zij vechten ook voor onze democratie”, aldus Eichelsheim.

Ukraine Defence Contact Group
Brekelmans nam dinsdag ook deel aan een digitale bijeenkomst van de Ukraine Defence Contact Group. Hierin komen meer dan vijftig landen samen voor de coördinatie van militaire steun aan Oekraïne. Brekelmans lichtte het recent gepresenteerde steunpakket van zevenhonderd miljoen euro toe. Met dit geld worden drones gekocht bij Nederlandse en Oekraïense bedrijven. Die zijn onder andere bestemd voor militairen in de frontlinies. De minister riep zijn collega’s op tot meer militaire hulp voor Oekraïne. Dat is volgens hem onontbeerlijk voor de gezamenlijke veiligheid.

Bron: Defensie

Vier moedige vrouwen postuum geëerd

In het Koninklijk Tehuis voor Oud-militairen en Museum Bronbeek zijn gisteren postuum onderscheidingen uitgereikt aan de nabestaanden van vier vrouwen. Zij hebben zich tijdens en na de Tweede Wereldoorlog ingezet voor vrijheid, zorg en verantwoordelijkheid. De ceremonie vond plaats in aanwezigheid van kinderen, kleinkinderen en andere familieleden.

Het viertal, de dames Maas-Kosters, Ruys-Goslinga, Odink-van Tongeren en Mac Gillavry-Lommen, speelde een belangrijke rol in een onzekere en gevaarlijke tijd. Zij waren actief in het verzet, bij het Vrouwenkorps van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en als burgerpersoneel bij het KNIL. Met moed, plichtsbesef en morele kracht namen de vrouwen verantwoordelijkheid, vaak onder moeilijke omstandigheden. Hun inzet is nu vele jaren later officieel erkend.

Onderscheidingen
Brigadegeneraal Nicole de Wolf van de landmacht reikte namens Defensie de onderscheidingen uit. Aan de vrouwen werd onder meer het Mobilisatie-Oorlogskruis toegekend. Dit kruis is bestemd voor (oud-)militairen die destijds minimaal zes maanden in werkelijke dienst waren van het Koninkrijk der Nederlanden, waaronder bij het voormalige KNIL.

Daarnaast ontvingen zij het Ereteken voor Orde en Vrede. Deze onderscheiding is bedoeld voor militairen die tussen september 1945 en juni 1951 ten minste drie maanden in werkelijke dienst waren in het toenmalige Nederlands-Indië, Indonesië of de omliggende zeegebieden.

Meer dan metaal
Commandant van het Koninklijk Tehuis voor Oud-militairen en Museum Bronbeek kolonel Gerard van Kuijck benadrukte het belang van de eretekens. “Deze medailles zijn meer dan metaal. Ze staan voor erkenning en de waardering voor deze vrouwen. Maar ook voor onze dankbaarheid aan deze vrouwen. Ook nu jaren later. Ere wie ere toekomt.”

Respect en waardering
De bijeenkomst kende zowel feestelijke als emotionele momenten, maar stond vooral in het teken van respect, erkenning en waardering. Met de uitreiking wil Defensie het verhaal en de betekenis van deze vrouwen levend houden voor huidige en toekomstige generaties.

Bron: Defensie

Snel nieuwe legering door kant-en-klaar bouwconcept

Defensie groeit hard qua materieel, slagkracht en mensen. Om extra personeel te huisvesten, is er snel meer legering nodig. Standaard vastgoed inkopen ziet Defensie als een goede en snelle oplossing. Goed nieuws dus dat het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) gisteren getekend heeft voor de levering van gestandaardiseerde legering. Het bouwconcern Plegt-Vos produceert de elementen in fabrieken en assembleert op locatie.

De eerste locatie waarvoor Defensie de bouwvergunning (bijna) binnen heeft, is Vliegbasis Leeuwarden. Er kunnen twee typen gebouwen uit de overeenkomst afgeroepen worden, met één- of achtpersoons legering.

2.000 bedden
De oplevering van de eerste zestig kamers is komend jaar op Vliegbasis Leeuwarden. In totaal gaat het om ruim tweeduizend bedden in legeringsgebouwen die we door bouwers in vijf jaar laten realiseren. In 2026 zal nog een partij gecontracteerd worden om legeringsgebouwen te realiseren. Bijzonder aan de gebouwen is dat die desgewenst later zijn te demonteren om ze ergens anders opnieuw te gebruiken.

Nog meer aanbestedingen
Het hele proces rond gestandaardiseerde legering is voor Defensie en het RVB een nieuwe en snellere manier van voorbereiden, aanbesteden en bouwen. Dit traject laat zien dat versnellen met vastgoed mogelijk is. Naast gestandaardiseerde legering worden in 2026 ook aanbestedingstrajecten gestart voor lesvoorzieningen, kantoren, eenheidsgebouwen, werkplaatsen en magazijnen. De voorbereidingen zijn in volle gang door de teams van Defensie en RVB.

Plaatsvervangend Directeur-Generaal Beleid luitenant-generaal Elanor Boekholt-O’Sullivan is zeer te spreken over de aanpak: “Door geopolitieke ontwikkelingen, conflicten overal ter wereld en oorlog op het Europese continent is de krijgsmacht genoodzaakt sneller gereed te staan. Defensie groeit en daar hoort ook meer en moderne huisvesting bij. Gestandaardiseerd bouwen versnelt en vereenvoudigt processen en ik ben blij dat we zo snel kunnen starten.”

Bron: Defensie

Disclaimer: de rubriek Globaal betreft een verzameling van berichten uit interne en externe media. De berichten zijn niet altijd bedoeld als uiting of vertaling van defensiebeleid.