Pracht en praal van de landmacht
Deze maand tachtig jaar geleden werd het Limburgse Mesch als eerste Nederlandse dorp in de Tweede Wereldoorlog bevrijd. Een historische gebeurtenis die nog steeds wordt gevierd. Koning Willem Alexander en koningin Máxima woonden in Mesch de nationale start van de viering van 80 jaar vrijheid bij. De Rekwisieten Commissie Koninklijke Landmacht (RCKL) was een dag later present met een kolonne historische tanks, vrachtwagens en overige militaire voertuigen.
Tekst: Coen Heil | Foto: Jeroen Liebers
Ruim een week na Mesch stond voor de RCKL de etappe Overasselt - Groesbeek (tien kilometer) op het programma. Via gemeenten als Mook en Molenhoek reed het konvooi naar het Vrijheidsmuseum in de laatste plaats. Vrijwilliger Maurice manoeuvreerde een Sexton - een Brits-Canadees gepantserd mobiel artilleriestuk uit 1943 - behendig door de heuvelachtige omgeving. Niet zo’n moeilijk ritje, lacht hij. “Tijdens evenementen zit ik soms een hele dag achter het stuur en dat voel je aan het einde van de dag wél.”
‘Tijdens evenementen zit ik soms een hele dag achter het stuur’
De RCKL reed deze maand ook door Noord-Brabant. Volgend jaar wil de commissie zich in Midden-, Oost -en Noord-Nederland laten zien. “Daar hebben de mensen in de Tweede Wereldoorlog immers ook veel geleden”, zegt RCKL-voorzitter Gerard Santes. Het enthousiasme voor de historische ‘rekwisieten’ is volgens hem nog steeds groot. “De mensen zijn blij dat Defensie deze activiteiten ondersteunt. Behalve met mij, doet dat ook wat met alle overige vrijwilligers. De mensen beseffen ineens dat vrijheid niet vanzelfsprekend is en dat Defensie hiervoor nodig is”, aldus Gerard.
Wat doet de RCKL?
De Rekwisieten Commissie Koninklijke Landmacht registreert, beheert en onderhoudt het ‘tijdsbepalend’ historisch materieel van de Koninklijke Landmacht. De club bestaat uit vrijwilligers onder wie veel veteranen, maar ook uit mensen zonder defensie-achtergrond. Stuk voor stuk vaklieden die elkaar aanvullen. Denk aan deskundigen op het vlak van elektronica, plaatwerk en lassen. Volgens voorzitter Santes doet Defensie steeds vaker een beroep op de RCKL.
‘De mensen beseffen ineens dat vrijheid niet vanzelfsprekend is’
Heel bijzonder
Op de vraag welke herdenking hij tot nu toe het meest indrukwekkend vond, antwoordt Gerard, in het dagelijks leven afdelingshoofd Financiële Systemen bij de hoofddirectie Finance & Control van Defensie: “Eigenlijk iedere herdenking met veel publiek. Door een mensenhaag rijden is heel bijzonder om mee te maken. Niet in de laatste plaats vanwege het sentiment dat er hangt, met name bij de oudere generatie.”
De Rekwisieten Commissie KL ondersteunt behalve herdenkingen ook de Commandant Landstrijdkrachten (C-LAS), bewindslieden en ondercommandanten. Daarnaast staat de commissie paraat voor commandanten van andere defensieonderdelen, bijvoorbeeld voor open dagen, reünies en Veteranendag in Den Haag. Alsof dat nog niet genoeg is, zet de RCKL zich in voor de Doe Een Wens Stichting. “Het gaat daarbij vaak om kinderen en (oud-)militairen die een groepsfoto willen met hun eenheid en/of een ritje willen maken in een bepaald voertuig”, legt Gerard uit.
Zorgelijke geluiden
Volgens de voorzitter ziet de toekomst van de RCKL er rooskleurig uit, al ligt die ook voortdurend onder een vergrootglas. “Van bepaalde attributen nemen we afscheid. Zo houden we tijd, geld en energie over en het scheelt qua ruimte.”
Tegelijkertijd klinken ook zorgelijke geluiden. “Ik snap de milieubeweging en de restricties voor het aanpassen van wegen wanneer onze kolonnes en dergelijke passeren, maar ben er ook een beetje bang voor”, doelt vrijwilliger Henk op onder meer het gebruik van oude dieselmotoren. “Ik hoop echter dat gemeenten de herdenkingen en activiteiten voortzetten. De mensen vinden onze oude voertuigen prachtig en kinderen kunnen leren van herdenkingen.”
‘Ik hoop dat gemeenten de herdenkingen en activiteiten voortzetten’
Volhouder
Voorzitter Gerard Santes, sinds 1991 werkzaam bij Defensie, wijdt bij elkaar opgeteld ruim een dag per week aan de Rekwisieten Commissie. Hoewel hij nog niet aan opstappen denkt, heeft hij bij C-LAS aangegeven dat het wellicht handig is nu al na te denken over zijn opvolging. “Maar C-LAS wil graag dat ik doorga, wat ik na mijn pensioen mogelijk ook zal doen. Dan kan ik tenminste mijn opvolger inwerken.”