Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 33
Terugkijker
Het is weer tijd voor een blik op de kalender. In de rubriek 'Terugkijker' richten we het vizier om de week op een gebeurtenis uit het verleden. Van militair-historische aard en gebeurtenissen waarbij Defensie betrokken was, tot situaties die invloed hebben gehad op de hele wereld.
Om hiermee het ‘o ja’-gevoel op te roepen, maar ook omdat we in deze jachtige tijd gebeurtenissen vaak zo snel vergeten of ons deze niet meer exact herinneren. Vandaag gaan we terug naar 6 september 1939: de Battle of Barking Creek die van doorslaggevende betekenis was voor de Slag om Engeland (Battle of Britain). Een verhaal met een (piepklein) Nederlands tintje.
Tekst: Evert Brouwer | Foto: diversen
De Slag om Barking Creek zal niet bij heel veel Nederlanders een belletje doen rinkelen. Het is een incident dat vlak na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1939 plaatsvindt.Er doen diverse verhalen de ronde, met name geïnspireerd door de geheimzinnigheid eromheen. Ook nu nog zijn niet alle feiten bekend.
Wat dan gebeurt, laat zich het beste omschrijven als de wet van Murphy
Wat zeker is, is dat die ochtend van woensdag 6 september 1939 het grootste deel van het zuidoosten van Engeland in dichte mist is gehuld. Bij het krieken van de dag meldt een post op het eiland Mersea, in de monding van de Theems, dat er een onbekend vliegtuig overkomt. De Britten, die twee dagen na de Duitse inval in Polen (1 september) de oorlog hebben verklaard aan nazi-Duitsland, zijn ervan overtuigd dat de Luftwaffe snel een poging gaat ondernemen om Londen te bombarderen. En daarop zijn ze voorbereid: overal rond Londen zijn vliegveldjes aangelegd en drie jaar eerder is langs de zuid- en oostkust een ingenieus systeem ingericht van radars en uitkijkposten die allemaal met elkaar in verbinding staan.
Dit zogenoemde ‘dowdingsystem’, opgezet als een gigantisch spinnenweb, koppelt vroegtijdige waarschuwingssystemen, zoals radarstations, posten van het waarnemerskorps en luchtafweerartilleriebatterijen, aan een geavanceerd telefoonnetwerk. Het alarm werkt, want onmiddellijk stijgt een groep van 12 Hurricane jachtvliegtuigen van de Royal Air Force (RAF) op om deze vermeende Duitse indringer(s) te onderscheppen.
Murphy’s Law
Tot zover gaat het goed, maar wat dan gebeurt laat zich het beste omschrijven als de wet van Murphy. Eén radar heeft een mankement, waardoor niet de Duitse toestellen maar die van de Royal Air Force (RAF) als vijandelijk worden ‘gezien’. En dat doet alle alarmbellen rinkelen. Het leidt tot een gigantische luchtoperatie, waarbij uiteindelijk 116 jachtvliegtuigen vanaf RAF-bases in het zuidoosten van Engeland het luchtruim kiezen.
Onder die vliegtuigen bevinden zich de Hurricanes van 56 Squadron RAF Hornchurch, dat er even later nog twee reservevliegtuigen achteraan stuurt, met officieren Montagu Hulton-Harrop en Tom Rose achter de stuurknuppel. De twee weten zich alleen niet aan te sluiten bij de rest hun squadron en blijven daarom ‘hangen’ bij de kust, zoals eerder overlegd.
Malan zegt de aanval te hebben afgeblazen
Oplopende spanning
Ondertussen loopt de spanning op bij de veelal onervaren vliegers in de lucht. De sectieleider van 74 Squadron, de in Zuid-Afrika geboren flight-lieutenant Adolf 'Sailor' Malan, denkt op een gegeven moment de Duitse indringers te hebben gevonden en roept op tot de aanval (Tally ho!). Zijn wingmen, de pas negentienjarige John Freeborn en Vincent ‘Paddy’ Byrne, bedenken zich niet en duiken met hun Spitfires op de ‘vijand’ af: de Hurricanes van Hulton-Harrop en Rose.
Pipsqueek
Ze openen het vuur, waarbij Hulton-Harrop direct dodelijk wordt getroffen. Rose heeft meer geluk. Hij weet wonder boven wonder zijn zwaar beschadigde toestel aan de grond te zetten in de buurt van Ipswich.
Schutters Freeborn en Byrne verwachten bij terugkomst een heldenontvangst, maar in plaats daarvan worden ze gearresteerd door de militaire politie. In hun verklaring melden ze te hebben gehandeld op bevel van Malan. Die zegt op zijn beurt de aanval op het laatste moment te hebben afgeblazen over de radio. Geen van de andere piloten van 74 Squadron heeft dit echter gehoord. Dat zowel Malan als de vliegers de waarheid kunnen spreken, blijkt achteraf niet onmogelijk. Het communicatiesysteem werkt in uitzonderlijke gevallen niet twee kanten op: het zogenoemde Pipsqueek.
Vrijgesproken
De twee jonge vliegers verschijnen in oktober al voor de krijgsraad. Dat gebeurt achter gesloten deuren en zelfs nu zijn de details nog altijd niet bekend. Wel weten we dat beide vliegers uiteindelijk worden vrijgesproken.
Freeborn vliegt later de meeste missies tijdens de Battle of Britain
Freeborn speelt daarna een grote rol bij de evacuatie van Britse troepen uit Duinkerken (26 mei tot 4 juni 1940) en vliegt volgens kenners de meeste missies van iedereen tijdens de Slag om Engeland (Battle of Britain). Hij schiet in die periode minimaal twaalf Duitse vliegtuigen neer en verdient onder meer het Distinguished Flying Cross. In 1946 verlaat hij de RAF, gedesillusioneerd. “De leiding bestaat uit sukkels”, die hij aanduidt met de fraaie Engelse uitdrukking nincompoops.
Van grote invloed
De gebeurtenis op 6 september 1939 heeft grote invloed op het verdere leven van John Freeborn, die in 2010 overlijdt. Op latere leeftijd bekent hij elke dag aan Montagu Hulton-Harrop te hebben gedacht. Het slachtoffer van de Battle of Barking Creek ligt begraven bij St. Andrew’s Church, niet ver van het vliegveld North Weald.
Verkeersvliegtuig
Zijn dood is weliswaar een tragisch ongeval, maar leidt tot verbeterde training, vliegtuigherkenning en procedures binnen de RAF. Ook het ‘dowdingsystem’ krijgt een upgrade om soortgelijke incidenten te voorkomen. Misschien kan Montagu Leslie Hulton-Harrop herinnerd worden als de man wiens tragische dood in 1939 er toe heeft bijgedragen dat de RAF de Battle of Britain in 1940 heeft gewonnen.
Nederlands tintje?
En het Nederlandse tintje? De identiteit van het vliegtuig waarmee het allemaal begint en waardoor de radar van slag raakt, blijft lang onbekend. Pas vele jaren later trekt de RAF de conclusie dat het een Nederlands verkeersvliegtuig moet zijn geweest.