Engelandvaarder enige ‘missing in action’ bij 322 Squadron

Haijo Luining met gevechtstenue aan legt iets uit aan nabestaanden.
F-35 monteur sergeant-1 Haijo Luining houdt zich al járen bezig met de zaak-Plesman.

Na tachtig jaar lijkt er een lichtpuntje te zijn in de vermissingszaak van Spitfire-vlieger kapitein Jan Leendert Plesman. De Engelandvaarder werd in 1944 boven Noord-Frankrijk door de Duitsers neergehaald en verongelukte op 24-jarige leeftijd. De crashsite is tot dusver nooit gevonden, maar daar komt mogelijk verandering in. In het slotstuk van deze miniserie gaan we in op nieuwe hoop, die op dit moment is gevestigd op twee nieuwe zoeklocaties.

Tekst: kapitein Jessica Bode | Foto’s: NIMH, Haijo Luining

Opnieuw locatie uit 2010 in vizier

Na tien jaar ‘tevergeefs’ zoeken is er anno 2024 een laatste strohalm. Of eigenlijk zijn dat er twee… De eerste hoop is gevestigd op een ooggetuige, die op 1 september 1944 zag hoe er een dergelijk vliegtuig als die van flight lieutenant Plesman neerstortte nabij het Franse dorpje Arras. Dat ligt 55 kilometer van het oorspronkelijke zoekgebied bij Hazebroek.

“Deze ooggetuige kwamen we toevallig op het spoor. Hij is erg zeker van z’n jeugdherinnering, omdat er die dag voor het eerst Britse geallieerden zijn dorp binnenkwamen. Die dag staat in zijn geheugen gegrift”, verduidelijkt sergeant-1 Haijo Luining van 322 Squadron.

Man met pet op een niet-ingezaaide akker wijst op de grond. En een man die zit aan een tafel met een rood tafelkleed en een kaartje tekens met een potentiele zoeklocatie.”
Ooggetuigen zijn erg belangrijk voor het zoekteam van de luchtmacht. Zoals een Fransman op de foto die een potentiële locatie aanwijst en op een servetje in een plaatselijke kroeg een exacte locatie tekent.
Een grote fotolijst met daarin een opgezette roodstaartpapegaai en de tekst: ‘Our Dearest Polly, we who loved you dear will never forget you. January 28th 1947.’
Roodstaartpapegaai Polly is dé mascotte van 322 Squadron, ook al toen Plesman bij het squadron vloog. De eerste vogel werd bij toeval, opgezet teruggevonden door een luchtmachter op een markt in Frankrijk. Nu staat-ie op de vliegbasis in Leeuwarden.

Zes in totaal

F-35 monteur Luining weet te vertellen dat er op die betreffende 1 september 44, zes Spitfires in Europa zijn neergehaald. Van drie stuks is de crashlocatie inmiddels bekend, van drie niet. “Je zou zeggen, de kans op duidelijkheid wordt steeds groter. We zijn al op de locatie in Arras geweest en de boer wil meewerken met het onderzoek, alleen was zijn weiland toen net ingezaaid. We gaan daarom later opnieuw terug.”

Terug naar 2010

En tóch is dit niet de locatie waar momenteel alle hoop op is gevestigd. Het vizier is gericht op een plek in de omgeving van het bos Forêt de Nieppe, waar de luchtmacht veertien jaar geleden al tevergeefs probeerde te bergen. Een ietwat omslachtig verhaal, maar neef Jan Plesman legt uit: “Engelse documentairemakers hebben in 2010 al eens contact met mij opgenomen, met de vraag of ik wilde meewerken aan een documentaire in samenwerking met Discovery Channel. Ze hadden namelijk vlakbij het bos 'één en ander' gevonden dat heel waarschijnlijk gelieerd was aan mijn verongelukte oom.”

Engelsen vinden patronen en metaaldelen van Spitfire

Vooraf geeft Discovery echter weinig details weg. “Maar een samenwerking met zo’n groot televisienetwerk doe je niet als je niet bijna zeker weet dat je iets gaat vinden”, vervolgt Plesman. Sergeant Haijo Luining komt er destijds achter dat de documentairemakers patronen van een Spitfire uit 1944 hebben gevonden en metaaldelen van precies dezelfde kist als waar Jan Leendert mee verongelukte.

Fotocompilatie van een groen weiland, stukken vliegtuig en een radarbeeld.
Er werd op verschillende locaties naar Plesman gezocht, maar tot dusver tevergeefs.

Vernield

De luchtmacht laat het zich geen twee keer zeggen en vertrekt al in 2010 met een kleine delegatie naar de betreffende locatie in Noord-Frankrijk. “Alleen blijkt het stuk grond van dezelfde boer te zijn als waar Air France in 2006 al heeft gegraven. Daar is toen veel vernield en de boer is nooit gecompenseerd voor geleden schade. Daarom wilde die boer absoluut niet meewerken aan een nieuw onderzoek”, verduidelijkt Luining.

Met gevolg dat de luchtmacht afdruipt en de documentairemakers illegaal gaan bergen. "En daar werd de boer nóg bozer van", stelt de luchtmachter. "Hij wantrouwde iedereen. Hij wilde zelfs niet meewerken als de Nederlandse Krijgsmacht de kar zou trekken en de hele bergingsoperatie zou regelen en financieren”, verzucht Luining, die bijna zeker weet dat dit de plek is waar Plesman is gesneuveld.

Volgeschreven bladzijde uit een oud dagboek met verkleurd papier.
In zijn dagboek hield Jan Leendert Plesman zijn oorlogservaringen nauwgezet bij.

Bommenruimen

Er wordt voorgesteld dat de Fransman vooraf een vergoeding krijgt en dat zwart-wit wordt vastgelegd dat zijn grond in exact dezelfde staat wordt achtergelaten als bij aanvang van de onderzoekswerkzaamheden. “Bommen die we eventueel nog zouden tegenkomen uit de Eerste Wereldoorlog (uit die tijd ligt er nog veel munitie in de grond, red.) zouden we ook gelijk ruimen. Ook werden zelfs vliegtickets naar een land naar keuze aangeboden. Het had allemaal geen zin.”

Al veertien jaar een status quo

Daardoor is de situatie al vele járen onveranderd, een status quo. “Maar we weten wel; als er iets ligt, dan ligt het er nog steeds. Nadeel is wel dat we geen steek verder komen”, verzucht Luining. "Onbegrijpelijk dat-ie zo moeilijk deed. Bij elke stap over het weiland moet de Franse boer er toch aan herinnerd zijn dat er mogelijk een gesneuvelde vlieger onder z’n voeten kan liggen.”

Patch met foto van Jan Leendert Plesman, een Spitfire en Polly.
De ‘Jan Leendert Plesman patch’ van 322 Squadron wordt met trots gedragen.

Geluk bij een ongeluk

De afgelopen jaren zakte de aandacht voor deze potentiele locatie dan ook steeds verder weg. Totdat zich even geleden een ‘geluk bij ongeluk’ voordeed. “Onze Franse vriend, annex contactpersoon Manu belde me om te vertellen dat de boze boer was overleden. Er is inmiddels een nieuwe landeigenaar die een stuk positiever in de wedstrijd staat. Hij wil ons wel helpen”, reageert Luining tevreden. Maar die hulp biedt de beste man alleen als er een officieel verzoek van Koninklijke Luchtmacht komt, met daarin opgenomen alle voorwaarden.

Zo gezegd, zo gedaan. Het verzoek werd de afgelopen maanden door de luchtmachtstaf in Breda voorbereid. “De brief is inmiddels verstuurd en we weten dat-ie bij de grondeigenaar is aangekomen. Het hangt af van zijn reactie, maar we hopen dat we na de zomervakantie die kant op kunnen om een plan te gaan maken. Nog even geduld. Dit moet het zijn, dit komt goed.”