02

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 29

Bijzondere berging in Friese Hallum

Duitse vlieger opgegraven: ‘Zie het als een tijdcapsule’

Als de 21-jarige Duitse vlieger Georg Wilhelm in 1943 neerstort met zijn Messerschmitt BF 109 G-6, belandt de jonge onderofficier diep in het slik nabij de zeedijk van het Friese Hallum. 81 jaar later bergt Defensie hem en zijn vliegtuig, in bijzijn van nabestaanden.
 

Tekst: Kapitein Saminna van den Bulk | Foto: John van Helvert

‘Het is mooi als je persoonlijke bezittingen aantreft, zoals een trouwring’

Waar het noodlot voor Wilhelm toesloeg, staan nu twee graafmachines rond een groot gat in de kwelder in Friesland. De komende weken staan in het teken van het speuren naar de stoffelijke resten van Wilhelm, op zo’n tien meter diepte. Vier meter diep is het gat nu, dat in laagjes van tien centimeter wordt afgeschraapt. Twee boordkanonnen, een deel van een landingsgestel en een stuk wiel kwamen al tevoorschijn. Ook zijn er afgelopen week stoffelijke resten gevonden, het vermoeden bestaat dat deze van Wilhelm zijn.

Een van de opgegraven boordkanonnen, zwart van kleur, liggend op de grond.
Delen van een vliegtuigwiel. Liggend op de grond.

Met een grote klap

Het speuren is onder andere het werk van hoofd Cluster Berging adjudant Marco de Haan. “We weten wat we zoeken, alleen nog niet wat we vinden. Zie het als een tijdscapsule”, vertelt hij, uitkijkend over de bergingsplaats.

‘Delen blijven vrij goed geconserveerd’

“Het vliegtuig is vermoedelijk met een grote klap neergestort en boorde zich diep in de grond. Omdat er door de klei geen lucht bij komt, blijven de resten vrij goed geconserveerd. We zoeken naar de vliegtuigdelen en uiteraard naar Wilhelm. Het is mooi als je persoonlijke bezittingen aantreft, zoals een trouwring. Het is tastbare herinnering voor de nabestaanden. Dat zij hier aanwezig zijn, maakt dit werk voor mij extra bijzonder.”

De graaflocatie, omgeven door grijze stalen wanden. In het midden is een buis te zien en donkere klei. Daaromheen kijkt een groep mensen in gele hesjes het gegraven gat in, met op de achtergrond een graafmachine.
“In het vliegtuig zat vermoedelijk honderden liters aan brandstof. Bij de crash is alle olie in de grond gesijpeld. Bovendien zat er asbest in het vliegtuig”, vertelt Coen Cornelissen, Stafofficier Vliegtuigbergingen. Daardoor kon de berging worden afgerond, maar werd de verwerking van de grond uit Hallum van de week stilgelegd.

Kostbaar

Duizenden vliegtuigen crashten in de oorlog op Nederlandse grond en wateren. Hoewel de meeste zijn geborgen, zijn er nog wrakken en bemanningsleden nog niet ontwaard. Soms door de complexe locatie, maar ook omdat bergingen ontzettend kostbaar zijn. Daarom riep de voormalig defensieminister het Nationaal Programma Kansrijke Vliegtuigbergingen in het leven. Het programma ondersteunt gemeenten financieel bij de berging.

Beladen

De Haan kijkt naar de Duitse Peter Krämer, de stiefzoon van Wilhelm. Na de dood van de vlieger hertrouwde zijn moeder. Ieder jaar trok zij naar de crashsite, om haar overleden man te herdenken. Ze toonde Krämer foto’s van Wilhelm en brieven die zijn commandant had gestuurd. Tijdens een indrukwekkende minuut stilte herdenkt hij de eerste man van zijn moeder, in bijzijn van familie. “Het is een beladen moment”, vertelt hij. “Tien jaar geleden was ik hier ook, bij de onthulling van de gedenksteen. Ik had nooit verwacht dat het met de berging nog zo snel zou gaan. Het raakt me hier te zijn. Dit is het slothoofdstuk van dit verhaal.”

Een Duitse en een Nederlandse vlag, wapperend nabij de graaflocatie.
Onder andere de familie Krämer tijdens een minuut stilte.
Twee kransen met daaraan witte linten, neergelegd onder de vlaggen nabij de graaflocatie.
De familie Krämer, nabij de crashlocatie, met in de blauwe jas op links Peter Krämer.

Collectieve plicht

Bezetter of bevrijder: aan welke kant men ook vocht tijdens de oorlog, iedereen heeft recht op berging. “Het is onze collectieve plicht Wilhelm een waardig afscheid te geven”, vertelt burgemeester Johannes Kramer van de gemeente Noardeast-Fryslân (waar onder andere Hallum en Holwerd onder vallen, rechts op de foto). “Hiermee kunnen de nabestaanden dit hoofdstuk afsluiten.” In woorden van de Duitse defensieattaché kolonel Volker Eden: “De oorlog ging gepaard met de bekende verschrikkingen en voortvloeiende ellende. Deze gebeurtenissen mogen we aan beide kanten niet vergeten. We geven Georg Wilhelm met deze berging een rustplaats op de militaire begraafplaats in Ysselsteyn. Daarnaast geven we onze herinneringen aan deze verschrikkelijke tijden door aan nieuwe generaties. Zij aan zij, schouder aan schouder. Want het vredesproject Europa lijkt meer in gevaar dan ooit.”

Kolonel Volker Eden en de Friese burgervader Johannes Kramer poseren voor de camera voor een groot bord, waarop een oude foto van een Messerschmitt (het neergestorte vliegtuig) staat afgebeeld in zwart-wit.

Zeven en selecteren

Maar voor het verhaal in Hallum kan worden afgesloten moet er nog veel werk worden verzet. Al het materiaal wordt na afgraving afgevoerd naar het depot, enkele kilometers verderop in Holwerd (zie kader hieronder: twee locaties, twee wrakken). De plakkerige grond, waar op het oog niets aan te zien is, wordt per vrachtwagen naar de verwerkingsplek vervoerd. Alle klei wordt door een zeef gehaald en op de lopende band met de hand uitgezocht en afgespoeld. Hier veranderen de klompen klei in scherven van de geschiedenis. Deze verwerking van grond werd gisteren stilgelegd, vanwege de verontreinigde grond. Het wrak kon wel volledig geborgen worden.

“Als we alles hebben onderzocht worden de delen naar Woensdrecht gebracht”, vertelt Stafofficier Vliegtuigbergingen Coen Cornelissen, die de volledige operatie coördineert. “Daar wordt alles maanden gedroogd. Want wie weet duiken er nog stoffelijke resten of munitie op. Daarna worden de vliegtuigdelen vrijgegeven aan bijvoorbeeld een museum of een stichting.”

Coen Cornelissen wijst naar het klei achter de grijze ijzeren hekken van het depot, terwijl verschillende mensen die om hem heen staan naar hem luisteren.
“Een gat graven kan iedereen. Maar op zoek gaan naar hele kleine delen in al dit materiaal: dat kost een hoop tijd en moeite, wat we er met alle partijen graag insteken”, aldus Coen Cornelissen, Stafofficier Vliegtuigbergingen op het depot in Holwerd (wijzend op de eerste foto).
Nabestaande Peter Kramer buigt voorover naar het grijzen gek, waarachter een stuk van het motorblok van het vliegtuig is gepresenteerd.

Tweede locaties, twee wrakken

Naast de crashlocatie in Hallum werd ook in het Friese dorp Holwerd gegraven. Daar crashte een Vickers Wellington HE346. Aan boord van dit toestel van Britse makelij waren vijf bemanningsleden. Deze berging is bijzonder complex, omdat er bijna honderd meter aan zeedijk voor afgegraven moest worden. Een tijdelijke waterkering van damwanden moet het wassende water tegenhouden. Dit gebeurde in samenwerking met het waterschap Fryslân en een civiele aannemer, vertelt Stafofficier Vliegtuigbergingen Coen Cornelissen, die de volledige berging coördineert. “Als je een gat in de dijk wilt maken maak je omwonenden misschien niet heel blij”, glimlacht hij. “De tijdelijke zeewering voldoet aan dezelfde technische eisen als de ‘normale’ dijk. Mocht het waterpeil echt stijgen, dan kunnen gebruikmaken van zogenoemde calamiteitenklei, die op het depot opgeslagen ligt.” Het is voor Cornelissen de eerste berging als Stafofficier. “Ontzettend bijzonder om te zien hoe we met zoveel disciplines hier bij elkaar bezig zijn. Helemaal dat we bergen op twee plekken tegelijk: dat is nooit ergens eerder op de wereld vertoond.” 

De crashlocatie in Hallum met ijzeren damwanden op de plek waar ooit een dam zat. Deze oranjekleurige wanden beschermen de graaflocatie van enkele meters diep, waar graafmachines de zandbodem afgraven.
De crashlocatie in Hallum waar vijf Britse bemanningsleden en een Vickers Wellington-vliegtuig worden gezocht.

‘We zoeken naar botresten, persoonlijke spullen en militaire uitrusting’

Illusie

Het is een klus van verenigde werken. De Explosieven Opruimingsdienst Defensie ontmantelt de munitie die mogelijk aangetroffen wordt. De Bergings- en Identificatiedienst van de Landmacht (BIDKL) speurt naar alles wat de gesneuvelde militair kan identificeren. “We zoeken naar botresten, persoonlijke spullen en militaire uitrusting. Op de lopende band na het zeven komt alles voorbij”, vertelt identificatiespecialist eerste luitenant Els Schiltmans. “Alles nemen we mee naar Soesterberg. Daar volgt in het lab het identificatieproces. Het is een illusie te denken dat je alles van iedereen terugvindt. Door de klap is het vliegtuig uit elkaar geslagen: daardoor zie je grote fragmentatie. Het is echt puzzelen en hoewel ik dit al jaren doe, is het altijd een verrassing wat eruit komt.”

Uiteindelijk vindt Wilhelm zijn laatste rustplaats op de Duitse Oorlogsbegraafplaats in Ysselsteyn. De berging van de Duitse vlieger gebeurt ongeveer gelijktijdig met de berging van een tweede vliegtuigwrak. Hierbij gaat het om een Britse Vickers Wellington HE346 met vijf inzittenden.

De complete berging zou ongeveer acht weken in beslag nemen. Begin oktober moeten de werkzaamheden zijn afgerond.

De weggegraven zeedijk nabij Holwerd, met de oranjekleurige damwanden. Op de overgebleven zeedijk staan een aantal mensen in de stralende zon, kijkend naar de werkzaamheden van de graafmachines.