'De geur van de dood gaat nooit meer weg’

Portret van Wouters met DT aan en pet op.

Een eerbetoon aan hen die dienen of gediend hebben. Dat is de boodschap van Veteranendag, die dit jaar precies twintig jaar bestaat. Volgende week zaterdag worden veteranen met verschillende initiatieven in het hele land bedankt voor hun inzet in dienst van de vrede, nu en in het verleden. In dat kader vertellen we de komende vijf weken indringende verhalen van hen die bereid zijn om het hoogste offer te geven voor het Koninkrijk der Nederlanden. We beginnen deze miniserie met het heftige verhaal van luitenant-kolonel Angelo Wouters. Hij leidde in 2023 een tweede missie naar Oekraïne waar, onder de vlag van het Internationaal Strafhof, onderzoek is gedaan naar mogelijke oorlogsmisdaden.

Tekst: kapitein Jessica Bode i.s.m. Nationaal Comité Veteranendag | Foto: Nationaal Comité Veteranendag

Wouters, nu Brigadecommandant Grensbewaking Schiphol, maakt in zes weken tijd de verschrikkingen van de oorlog van dichtbij mee, hij ziet de angst en de dankbaarheid van de Oekraïners en ervaart de mentale weerslag van de opdracht op zijn eigen team. En dat alles op slechts zestien uur rijden van Nederland. “Het was een bijzondere missie. Zonder hele duidelijke kaders hadden we de opdracht om bij te dragen aan het opsporen van oorlogsmisdaden.” Een van de taken is het onderzoeken van lichamen van Oekraïense krijgsgevangenen die zijn omgekomen in het Russische gevangenkamp Olenivka.

Open plek in een bos met meerdere gaten en daarin een houten kruis gestoken.
Het team trof twintig graven aan in een Oekraïens bos.

Confrontatie

Die opdracht is mentaal loodzwaar, zeker doordat de oorlog voortwoedt en het team dagelijks geconfronteerd wordt met de vele gesneuvelden. De overste herinnert zich nog goed dat er dag in dag uit een matgroen busje bij het mortuarium arriveert. “De lichamen van de steuvaak nog jonge mannen en vrouwen werden in de kelder opgestapeld. Hun kleren werden uitgetrokken, omdat die opnieuw nodig waren aan het front. De volgende dag kwamen de geliefden afscheid nemen.”

De onderzoeken in dat mortuarium in Kyiv vergeten Wouters en z’n collega’s nooit meer. “Er zijn daar ongeveer vijftig lichamen teruggebracht die maanden in een massagraf hadden gelegen. Er hing een vreselijke dodengeur die je bekroop. Lijkvocht stond centimeters hoog en bij het openen van een zak trof je maden aan. En dan moet je nog puzzelen met lichaamsdelen”, vertelde hij eerder in de podcast Mee op Missie.

Twee mannen in witte pakken en beschermend masker staan aan een onderzoekstafel met daarop een lijkenzak in een mortuarium.
Wouters en z’n team doen onderzoek in een mortuarium in Kyiv, een klus die hen altijd zal bijblijven.

‘Wel wat gewend’

Hoewel veel van de teamleden tijdens hun werk in Nederland of op andere missies “wel wat gewend zijn” en vaker geconfronteerd worden met heftige situaties, blijkt deze opdracht van een heel ander kaliber. Wouters, die eerder ook werd uitgezonden naar Irak en Afghanistan, belooft het thuisfront voor vertrek om goed voor hun geliefden te zorgen, maar de mentale klappen blijken een stuk lastiger op te vangen dan de fysieke. Daarom creëert hij ter plekke een sfeer waarin openlijk over gevoelens wordt gepraat. “Er ontstond een energie waarin mensen extra goed voor elkaar gingen zorgen, waarin er heel veel ruimte was voor persoonlijke gesprekken en waarbij we mensen niet onnodig lang in vervelende situaties lieten blijven. Wat helaas nooit zal verdwijnen is die intense geur. Zo enorm heftig.”

Kapotgeschoten flat in besneeuwde stad.
Een kapotgeschoten flat in Izium.

Randje van de dood

Het opsporingsteam maakt lange dagen en legt grote afstanden af door de platgeschoten dorpen en steden van het land. Wouters ziet de loopgraven en de effecten van de Russische agressie zoals hij niet eerder bij een andere missie heeft gezien. “Je ziet opgeblazen auto’s die in de berm op mijnen zijn gereden. Dan rijd je voor je gevoel op het randje van de dood.”

Onderweg brengt het team ook kleding en eten naar de inwoners, die vaak in slechte omstandigheden leven. Eén van de dorpen ligt zodanig in puin dat het de bevolking vanwege het explosiegevaar niet lukt om een van de lichamen te bergen. “De geur van het mortuarium zat nog zo vers in ons geheugen, dat we precies roken waar onder het puin de overledene lag.  We zijn voorzichtig gaan graven met de lokale autoriteiten en zo is het gelukt om het lichaam te bergen. Dat verschil maken is heel veel waard.”

Steun van het thuisfront

Terug in het veilige Nederland, vijftienhonderd kilometer verderop, deelt Wouters zijn verhaal om de buitenwereld bewust te maken van wat hij daar heeft gezien en meegemaakt. Met hem gaat het goed, grotendeels te danken aan de steun die hij van het thuisfront kreeg. Hij had nooit op missie kunnen gaan zonder de steun van zijn vrouw Natalie, met wie hij vandaag is getrouwd. “Als je een gezin met kinderen hebt, komt het op je partners schouders terecht. Ik kan mooi roepen dat ik iets heb bijgedragen aan vrede en veiligheid, maar we mogen nooit vergeten dat het thuisfront gedwongen wordt om die keuze te aanvaarden en zichzelf weg te cijferen.”

Angelo Wouters schudt de Oekraïense president Zelensky de hand.
Ontmoeting tussen Angelo Wouters, Kajsa Ollongren en Mark Rutte met de Oekraïense president Volodymyr Zelensky

Belangrijk om te praten

Z’n collega’s van de missie spreekt Wouters, tot z’n spijt, vrijwel niet meer. “Het team kwam voort uit verschillende eenheden en dan verwatert het contact. Maar praten is wel belangrijk voor de verwerking. Veteranendag is dan een mooi moment om die mensen weer te zien. Dan hebben we weer even contact met elkaar en kunnen we vragen hoe het nu gaat.”