'Nou, daar ga je kreng!'
Met zeker 2.500 ruimingen per jaar draait de Explosieven Opruimingsdienst (EOD) de hand niet meer om voor het identificeren en onschadelijk maken van explosieven. Ware het niet dat de blindganger aan de Claes de Vrieselaan in hartje Rotterdam gisteren toch flink indruk maakte op de eenheid van Defensie. De bom uit de Tweede Wereldoorlog is gisteren na 83 jaar geruimd. “Uniek kun je het zeker noemen.”
Tekst: kapitein Jessica Bode | Foto: Margreet Jansen, Sander Nagel
Voor de operatie, die zelfs voor de zeer ervaren senior explosievenruimer sergeant-majoor Chris spannend was, moesten elfhonderd omwonenden tijdelijk hun huis uit. Eerder al werden zelfs drie panden met zes woningen, steen voor steen om zoveel mogelijk voor de nieuwbouw te bewaren, afgebroken. "Ook wisten we vooraf eigenlijk niet wat voor explosief we op acht meter diepte zouden aantreffen”, voegt de EOD’er toe. Bovendien: “Meestal ruimen we bommen in afgelegen gebieden, in weilanden of bossen. Dan is er een handvol mensen geïnteresseerd. Dat was hier wel even anders.”
‘Vooraf wisten we niet wat we konden verwachten’
Vergissing
De bom in dit verhaal werd op 3 oktober 1941 door de Engelsen, per ongeluk, op de Rotterdamse straat gegooid, terwijl ze de havens als strategisch doel hadden. Dat het explosief destijds niet is ontploft kan volgens Chris meerdere redenen hebben. “Het kan in een verkeerde hoek zijn geland, maar ook een productiefout zijn of technisch mankement.”
Tussen 1940 en 1945 is de stad zo’n driehonderd keer gebombardeerd door de geallieerden. Circa tien tot vijftien procent van de vliegtuigbommen is niet ontploft. Veel van deze blindgangers zijn al tijdens de oorlog geruimd, maar een aantal bleef liggen, omdat deze bommen bijvoorbeeld moeilijk bereikbaar waren of te diep in de grond zaten. Het explosief aan de Claes de Vrieselaan lag te diep in het grondwater. Daarom werd destijds besloten hem niet te ruimen, maar er beton op te storten en het dak en de vloer van de woning waar het projectiel doorheen was gegaan te repareren. Na verloop van tijd wist niemand meer wat er was gebeurd.
Stukje geschiedenis
Op vrijdagavond 3 oktober 1941 stegen 103 Britse bommenwerpers op van de vliegvelden Alconbury en Marham in zuidoost-Engeland, om aanvallen uit te voeren op Rotterdam, Duinkerken en Antwerpen. 33 Vickers Welingtons vlogen via de Belgische kust naar Rotterdam, met als doel de Rotterdamse en Schiedamse havens. De Royal Air Force wierp die avond 250 brisantbommen van 250 en 500 pond, plus 3.600 brandbommen op de toch al zwaargehavende Maasstad. Onder meer op doelen rond het complex Keilehaven en fabrieken bij de Petroleum-, Rijn- en Maashaven. Diverse uit koers geraakte bommen kwamen echter ook in woonwijken van de stad terecht.
Funderingherstel
Tot 2015, toen bewoners in de straat hun fundering wilden laten herstellen. Na de vergunningsaanvraag werd duidelijk dat er onder het huis van de buurman op nummer 27 een explosief in de grond lag. “In theorie kan de vliegtuigbom door trilling op scherp komen te staan en afgaan. Met alle gevolgen van dien”, maakt Chris duidelijk. Dus was het zaak om de bom te ruimen. Maar in de binnenstad van Rotterdam, met heel veel woningen en nog veel meer bewoners is zo’n ruiming niet ‘zo gezegd zo gedaan’.
Slopen en stutten
Na diverse risicoanalyses en onderzoeken werd geconcludeerd dat drie panden op nummer 25, 27 en 29 gesloopt moesten worden. De gevels van omliggende gebouwen werden zwaar gestut met speciale constructies. Alleen dat is al een unieke situatie, die de EOD vrijwel nooit tegenkomt. Chris: “Daarom hebben we lang onderzocht of het mogelijk zou zijn om de woningen te sparen of dat het wellicht bij één pand kon blijven. Dat bleek niet het geval.”
‘Alle ogen zijn op ons gericht’
Voor de senior explosievenruimer is dit een interessante klus, waarbij hij de afgelopen maanden nauw samenwerkte met de gemeente, politie, Veiligheidsregio en een aannemer. “Het plan is gebaseerd op het voorstel dat ik met m’n team heb gemaakt. Alle ogen zijn op de EOD gericht.” Of hij het spannend vindt? “Natuurlijk is er gezonde spanning, maar de twee bewonersavonden waarbij ik moest vertellen wat we zouden gaan doen vond ik misschien nog wel spannender.”
Bomstaart
Het duurde uiteindelijk tot 2022 voordat de gemeente alle bewoners kon uitkopen. Eind vorig jaar gingen de panden tegen de vlakte en de afgelopen maanden is de bouwput voorbereid. Aan de randen ervan werden damwanden de grond ingeduwd, ter versteviging en beveiliging. Daarna werd de grond beetje bij beetje afgegraven, tot circa 7,5 meter diepte.
‘Restanten van de bomstaart zijn in zeer slechte staat’
“De laatste meter heb ik met een junior ruimer en de aannemer gisteren met de hand weg geschept. Vlakbij, op ruim drie meter diepte, hebben we vorige week de restanten van de bomstaart al weggehaald. “Die was in zeer slechte staat.”
Brisantbom
Het vermoeden ontstond dat het zou gaan om een 500-ponder, maar zeker wist de EOD dat vooraf niet. “Wel dat het ging om een Britse general purpose brisantbom, maar in welke gewichtsklasse of met welke ontsteker was nog onduidelijk. We hebben ons daarom voorbereid op het worst case-scenario; een kleine bom met de meest ingewikkelde ontsteker (een chemische lange vertraging, red.)”, somt Chris op.
“Bij impact gaat er een capsule kapot en komt er aceton vrij. Dat vreet een celluloid plaatje op, een soort plastic, dat de voorgespannen slagpin op z’n plek houdt. Op een gegeven moment is de druk van de slagpin groter dan de kracht van het celluloid plaatje en activeert de slagpin het duplexpijpje van de bom. Afhankelijk van het type lange vertraging duurt dat tussen de 30 minuten en 144 uur.”
Aan de slag
Gisteren was het dan zover en kon de EOD aan de slag om te kijken of het ook daadwerkelijk om dit type explosief ging. Om acht uur ‘s ochtends moest iedereen z’n woning uit zijn; die ontruiming in de vooroorlogse wijk verliep vrij soepel. “Nadat we groen licht kregen van de instanties zijn we aan de slag gegaan.”
Chris en z’n collega wisten de blindganger na het uitgraven en schoonmaken snel te identificeren. Het bleek tegen de verwachting in om een 250-ponder te gaan. “Lastig aan zo’n klein explosief is dat je weinig lichaam hebt om het te fixeren… Te stabiliseren in dezelfde houding als dat ze hem aantroffen. En dat is noodzakelijk, omdat je zoveel mogelijk trilling en beweging moet voorkomen”, legt majoor Werner van Rooij van de EOD uit.
'Lastig aan zo’n klein explosief is dat je weinig lichaam hebt om het te fixeren'
Het was wel een explosief met een chemische lange vertragingsontsteker. “Maar wel de moeilijkste in z’n soort; een pistol nummer 17”, benadrukt Van Rooij. “Lastig daaraan is dat je de ontsteker er niet voorzichtig uit kunt draaien, want het mechanisme is zodanig gemaakt dat als je hem er uitdraait, hij afgaat. De ontsteker moest dus met de watersnij-installatie uit bodemplaat van de bom gesneden worden.” Daarna kwam de aannemer er weer bij om het explosief gevuld met springstof uit de grond te takelen en in de EOD-vrachtwagen te hijsen.”
Politiebegeleiding
Onder politiebegeleiding is het explosief dat voor zoveel consternatie heeft gezorgd, naar de Tweede Maasvlakte gereden. “Je wil met zo’n ding niet vaststaan in het verkeer, daarom zijn de wegen afgezet", aldus een van de motoragenten.
En wie mocht uiteindelijk op die rode knop drukken? Die eervolle taak kreeg Jan Booister, die járenlang, nietsvermoedend ‘bovenop’ de bom woonde. “Ik sliep er praktisch op!”, benadrukt hij. “Toen het nieuws me werd verteld, kwam ik niet opeens voorzichtiger uit bed, maar ik vond het wel opeens veel minder leuk.”
‘Ik sliep er praktisch bovenop’
OPGELET!
Dan is om 18:30 uur hét moment aangebroken. "OPGELET!", schreeuwt één van de EOD'ers, waarschuwend voor de detonatie die zal volgen. Er wordt van tien naar nul afgeteld. Met de woorden "Nou, daar ga je kreng", laat Booister het explosief vernietigen... In de Rotterdamse haven, niet ver van de plek waar het decennia geleden had moeten neerkomen.