Veel belangstelling voor rijke historie van de stad
Het Kasteel van Breda is al 196 jaar een unieke locatie waar officieren in spé worden opgeleid. Maar de burcht die uitgroeide tot militaire academie, en waar de voorouders van onze koninklijke familie zetelden, was nog veel langer geleden en zeer belangrijke plek in Europa. Wie daarover meer wilde weten, zat op Tweede Pinksterdag goed met de Nassaudag in Breda. Eveneens een unieke mogelijkheid om een kijkje te nemen op het terrein van de Koninklijke Militaire Academie (KMA), dat doorgaans voor buitenstaanders in nevelen blijft gehuld.
Tekst: kapitein Jessica Bode | Foto's: Louis Meulstee
Tal van gebouwen in de stad openden afgelopen maandag de deuren om de rijke historie van Breda te vieren. Vele duizenden bezoekers trotseerden de fikse regenbuien om een kijkje te nemen bij bijvoorbeeld de eeuwenoude Grote Kerk en de schilderachtige buitenplaats Bouvigne. Al was het Kasteel van Breda de plek die de grootste hoeveelheid van vijfduizend bezoekers trok. Hier kon men onder meer naar het Blokhuis (de voormalige woning van Willem van Oranje), de Nassauzaal en de Kolommenzaal. Op de Parade verzorgde het Jachthoornkorps van het voormalig Garderegiment Jagers een optreden. Dankzij de inzet van tientallen re-enactors waanden bezoekers zich even terug in de tijd.
Kleine nederzetting
“Thema dit jaar was het ‘Beleg van Breda’ waarbij de Spaanse bevelhebber Ambrogio Spinola de stad in 1624 en 1625 compleet uithongerde”, vertelt Kay Schaafsma, bestuurslid van de Stichting Historische Verzameling KMA. De in totaal zes bestuursleden en tientallen vrijwilligers beheren het cultureel erfgoed, zoals de ornamenten en de inrichting.
‘In 1198 werd bij de nederzetting een burcht gebouwd, het latere Kasteel van Breda’
Trots vertelt hij over het kasteel waar hij tussen 1979 en 1983 zelf is opgeleid. “Ik heb er ook nog vier jaar gewerkt. Veel van onze vrijwilligers hebben wel een link met de KMA of met Defensie.” De geschiedenisliefhebber vertelt graag over de historie van Breda, die teruggaat tot de twaalfde eeuw. Toen ontstond er een kleine nederzetting van boeren en handelaars, op de plaats waar de riviertjes de Mark en de Aa samenkomen.
Huwelijk
In 1198 werd bij de nederzetting een burcht gebouwd, die is opgedragen aan de hertog van Brabant. Pas later werd het slot een kasteel genoemd, dat begin vijftiende eeuw in handen kwam van de familie Nassau. “Door het huwelijk van de Bredase Johanna van Polanen en de Duitse graaf Engelbrecht van Nassau in 1403”, vult Schaafsma aan. In de vijftiende, zestiende en zeventiende eeuw groeide het Kasteel van Breda uit tot stamslot van deze belangrijke adellijke familie.
Verbouwen tot renaissancepaleis
Vanwege de prominente rol van de familie laat graaf Hendrik III van Nassau het kasteel in 1536 rigoureus verbouwen tot renaissancepaleis met een paleistuin. De ingang komt te liggen aan het Kasteelplein, waar nu nog steeds de lange loopbrug ligt. Ook laat Hendrik III omvangrijke, moderne vestingwerken bouwen. Hij haalde hiervoor de Italiaanse kunstschilder en architect Thomas Vincidor de Bologna naar Breda. Twee jaar later stief hij. De werkzaamheden waren toen nog niet voltooid.
‘Tussen 1702 en 1737 bleef het kasteel verzegeld vanwege een erfeniskwestie’
René van Chalon volgde zijn vader op en liet het arsenaal bouwen en de kapel achter de ridderzaal. Hij stierf in 1544, kinderloos, op het slagveld. Daardoor erfde zijn Duitse neef Willem van Nassau de bezittingen, inclusief het prinsdom Oranje. Die woonde er ook, totdat hij in 1567 onder druk van de Spanjaarden vertrok en nooit meer terugkeerde.
Nassaus verdwenen
In de decennia die volgden kwam de stad in handen van afwisselend Spanje en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De Tachtigjarige Oorlog (1566-1648) zorgde er uiteindelijk voor dat de Nassaus voorgoed uit Breda verdwenen en in 1667 werd in de ridderzaal van het kasteel de Vrede van Breda gesloten, ter beeindiging van de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog. De Republiek verwierf hierbij ook Suriname, in ruil voor Nieuw-Amsterdam, het huidige New York.
Stadhouder Willem III begon vervolgens met de afbraak van de nog resterende delen van de middeleeuwse burcht om het renaissancepaleis van Hendrik III definitief te voltooien. Schaafsma: “Tussen 1702 en 1737 bleef het kasteel verzegeld vanwege een erfeniskwestie." Het duurde uiteindelijk tot 1828 voordat koning Willem I toestemming gaf om het kasteel te gebruiken als onderkomen voor de KMA. Op dat moment werd ook een extra verdieping toegevoegd, voor de legering van cadetten.
Kasteel versoberd
Met de komst van de militaire academie werd de stijl van het kasteel ernstig versoberd. Renaissance-ornamenten, objecten en Rijksmonumentale elementen maakten in de loop der jaren plaats voor onaantrekkelijke en goedkope aanpassingen. Van systeemplaten, verlaagde plafonds en blinde muren tot kleine en donkere vertrekken en onlogische indelingen. Zelfs een bijzondere gietijzeren trap uit 1890 was tot verkort verstopt achter een voorzetwand. Sinds de laatste verbouwing, die vorig jaar is afgerond, zijn gelukkig weer veel authentieke details in ere hersteld.
‘Verder alleen rondleidingen voor kleine groepen’
Allemaal details die de duizenden bezoekers afgelopen maandag met veel plezier konden aanschouwen. “Normaliter openen we ook de deuren tijdens Open Monumentendag, maar dat valt dit jaar samen met een andere activiteit op de KMA. Het is nog niet zeker of we open kunnen. Verder zijn er wel rondleidingen, maar dat is voor kleine groepen.”
Vaker openstellen
Schaafsma vertelt dat het een grote wens is van de gemeente en de inwoners, dat het KMA-terrein vaker opengesteld wordt. “Het kasteel vertegenwoordigd een enorm belangrijk stuk historie en dat ook nog eens middenin de stad. Maar ondertussen kun je niet ‘normaal’ het terrein op. Misschien wel daarom dat de belangstelling om hier een kijkje te nemen zo groot was maandag. De rondleidingen waren uren van te voren al volgeboekt en in het Blokhuis was het een 'permanente polonaise' van mensen. Maar dat mocht de pret niet drukken, het was een geslaagde dag.”