Samenwerking op gebied van olie

Zo nu en dan tanken buitenlandse marineschepen in Den Helder, maar andersom tankt de Koninklijke Marine eigenlijk amper over de grens. Simpelweg omdat het niet nodig is. Toch haalde Joint Support Ship Zr.Ms. Karel Doorman vorige maand ruim drie miljoen liter brandstof op in het Engelse Plymouth. Die dieselvoorraad was voor de Nederlandse krijgsmacht bestemd, maar kon eerder niet worden meegenomen.

Tekst: Nico Schinkelshoek | Foto’s: sergeant Sjoerd Hilckmann

‘Met de Engelsen werken we een checklist af’

Terwijl de avond valt, vaart de Karel Doorman de marinehaven in de Zuid-Engelse stad binnen. Een klein uur later ligt het logistieke ondersteunings- en bevoorradingsschip aan de felverlichte oliesteiger. Voor een groot deel van de collega’s aan boord betekent dat een moment van rust. Het schip is onderweg naar Den Helder en afkomstig uit het Noord-Ierse Belfast. De tweede vaarweek, waarin de bemanning na een periode van onderhoud en reparaties aan het schip weer individueel opwerkt naar volledige operationele inzetbaarheid, zit er voor de helft op.

Links Zr.Ms. Karel Doorman die Plymouth binnenvaart. Daarnaast een foto van de verlichte oliesteiger.
De Karel Doorman vaart Plymouth binnen.

Bedrijvigheid

Terwijl de meerderheid aan boord dus even bijkomt van het volle oefenprogramma, heerst er op deze frisse winterdag niet overal stilte. Op het dek is volop bedrijvigheid. Naast een clubje matrozen staan er enige tijd later ook twee Engelse havenmedewerkers in gele veiligheidsjassen bij de tankdop. Met een grote krachtsinspanning draaien ze de acht moeren vast die de tankslang vanaf de kade aan het schip koppelen.

Twee personen in gele veiligheidsjassen draaien de moeren vast die de tankslang aan het schip koppelen.
Twee Engelse havenmedewerkers koppelen de tankslang aan het schip.
Een man met een gele veiligheidsjas draait een moer vast.
Het aandraaien van de moeren kost kracht.
Een collega van de marine kijkt mee over de schouder van een Engelsman terwijl hij de tankslang koppelt aan het schip.
De samenwerking verloopt soepel.

Samenwerking NAVO

In Plymouth heeft Defensie vorig jaar drie miljoen liter ingekochte brandstof opgeslagen. Om tot de beste prijs te komen, koopt de Koninklijke Marine haar brandstof in op de internationale markt, in samenwerking met NAVO-partners. Een dubbele hoeveelheid was bestemd voor Nederland, maar kon destijds niet volledig in de haven van Den Helder worden opgeslagen. Daarom werd de ene helft van de voorraad in Plymouth opgeslagen, de andere helft werd verdeeld over de schepen die toentertijd in de haven lagen. Het was nu aan de Doorman om die brandstof alsnog mee naar huis te nemen. “Het was destijds even zoeken naar een geschikte opslagplaats", blikt luitenant ter zee der 2e klasse Leon terug. De haven van Plymouth was relatief dichtbij én er staat een depot van de NAVO waar ook de Nederlandse marine gebruik van kon maken.

Diesel erin, water eruit

Luitenant ter zee der 2e klasse Leon houdt ondertussen een van de schermen in de controlekamer nauwlettend in de gaten. De systeemofficier behoort tot het gezelschap voor wie de nacht kort belooft te worden. Volgens de planning ligt de Doorman de komende zeven uur aan de oliesteiger om de ‘restbrandstof’ af te nemen. Daarna zal het schip haar route naar thuishaven Den Helder vervolgen. De jonge officier is tijdens het tanken verantwoordelijk voor het ballasten van het schip. “Door de lading wordt het schip zwaarder. Je wil niet te diep liggen, dus pomp je er water uit om een optimale diepgang te bereiken.”

Systeemofficier Leon kijkt naar een scherm, terwijl een collega over zijn schouder meekijkt.
LTZ2 Leon is verantwoordelijk voor het ballasten.

Voorbereiding

Aan het ophalen van de bijzondere lading ging een lange voorbereiding vooraf. Al weken voor aankomst was er mailcontact over onder meer de afmetingen van het schip en de tankslangen, weet Leon. “Met de Engelsen werken we aan boord een checklist af. Bijvoorbeeld met punten om brandstofverspilling te voorkomen. Verder moeten we onder meer de brandblusslangen gereed leggen en het blusschuim klaarzetten. Andersom willen we van hen een brandstofcertificaat en -monster zien om te controleren of de diesel voldoet aan de Nederlandse norm.”

‘Onze partners zijn blij met de brandstof die we afgeven’

Helderheid

Buiten is het inmiddels aardedonker en op het dek van het schip is het bijna overal stil. De olie vloeit al enkele uren rijkelijk door de brandstofslang. Vanuit zijn werkruimte heeft sergeant Martin zicht op de gekoppelde tankslang. Via schermen kan hij in de gaten houden hoe alles verloopt. Hij toont ondertussen het sample dat hij eerder op de avond van de Engelsen ontving. “De olie is van goede kwaliteit”, zegt Martin, terwijl hij een blik op de glazen fles met heldere brandstof werpt. Een van de hoofdtaken van het schip is het bevoorraden van andere schepen op zee. Volgens sergeant Martin staat de Doorman internationaal bekend om de schone brandstof die het afgeeft. “Dat begint al bij de aankoop aan de wal. De brandstof moet aan hoge kwalificaties voldoen. Bovendien wordt die een aantal keren gefilterd."

Sergeant Martin laat een glazen fles met heldere brandstof zien.
Sergeant Martin toont de heldere brandstof.

Alarm

Ondertussen klinkt op het scherm voor Martin een alarm; een van de filters moet vervangen worden. Daarna kan het laden van de olie worden voortgezet. Het is bijna middernacht, maar de klus zit er voorlopig nog niet op. Ook bevoorradingsschepen moeten bevoorraad worden.