04

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 03

Terugkijker

Tekst Evert Brouwer
Foto NIMH e.a

Het is weer tijd voor een blik op de kalender. In de rubriek 'Terugkijker' richten we het vizier om de week op een gebeurtenis uit het verleden. Van militair-historische aard en gebeurtenissen waarbij Defensie betrokken was, maar ook situaties die invloed hebben gehad op de hele wereld.

Om hiermee het ‘o ja’-gevoel op te roepen, maar ook omdat we in deze jachtige tijd gebeurtenissen vaak zo snel vergeten of ons niet meer exact herinneren. Dit keer gaan we terug naar de nacht van 22 op 23 januari 1965; het Zuid-Hollandse Katwijk ontsnapt aan een ramp wanneer een gekaapte Lockheed Neptune kort na het opstijgen neerstort.
 

De gezondheidstoestand van Winston Churchill - hij overlijdt op 24 januari - houdt de gemoederen die eerste weken van het nieuwe jaar bezig. Het neerstorten van een Lockheed Neptune SP-2H van de Marine Luchtvaartdienst (MLD) haalt natuurlijk ook de voorpagina’s en krijgt ook de week erna de volle aandacht. Want wat heeft zich op Marinevliegkamp Valkenburg afgespeeld en kost twee jonge vliegtuigmonteurs het leven? Die vraag is nu, bijna zestig jaar later, nog steeds niet beantwoord.

Een Neptune op patrouille (foto: NIMH).

Feit is dat de twee jonge techneuten aan de haal gaan met een van de marine patrouillevliegtuigen. Het zijn vliegtuigmaker algemeen der eerste klasse Frans Bolk uit het Limburgse Brunssum en vliegtuig-radio-radarmonteur Huib van Oostende uit het Zuid-Hollandse Ooltgensplaat (Goeree-Overflakkee). Geen van beiden heeft ervaring als vlieger, maar er zijn in hun persoonlijke bezittingen handleidingen van de Neptune gevonden. Dienstmaten melden het al vreemd te vinden dat ze niet op weekeindeverlof zijn gegaan. De tassen stonden wel gepakt en moeten dus welhaast met voorbedachten rade hebben klaar gestaan.

Foto van de Neptune met nummer 212 op Marine Vliegkamp Vlakenburg.
De Neptune met nummer 212 op de lijn bij het vroegere Marine Vliegkamp Valkenburg (MVKV). (Foto nostalgium.nl).

Officiële lezing

Tot zover lopen alle verhalen van getuigen en betrokkenen synchroon. Minder eens zijn ze het over bijvoorbeeld de weersgesteldheid van die dag. Laat staan hoe een en ander is verlopen, vooral in de hoofden van de twee 21 jaar jonge militairen. Volgens de officiële lezing van de Koninklijke Marine hadden beiden ‘een snee in de neus’ (een marineterm voor dronken zijn). Getuigen in de bar spreken dat weer nadrukkelijk tegen.

Kopie van het bidprentje van de omgekomen vliegtuigmaker der eerste klasse Frans Bolk.
Bidprentje van de omgekomen vliegtuigmaker der eerste klasse Frans Bolk. (Foto: cbg.nl)

Het haastig gepresenteerde officiële rapport houdt het bij een uit de hand gelopen dronkenmansgrap. Dat kapitein-ter-zee-vlieger Jo Petschi verantwoordelijk is voor dit verslag, is op z’n minst opmerkelijk te noemen. Kolonel Petschi is op dat moment namelijk verantwoordelijk voor de veiligheid op het vliegkamp. Hij pleit de bewakers van die avond en zichzelf dus vrij. Het bevel om de dan al startende Neptune tegen te houden, komt pas als het vliegtuig vaart maakt om op te stijgen. Te laat dus, maar in die dagen verloopt de communicatie nog heel traag.

Knipsel uit de toenmalige Leidsche Courant van 23 januari 1965 (kopie leiden.courant.nu)
Knipsel uit de Leidsche Courant van 23 januari 1965. (Kopie leiden.courant.nu).
knipsel uit het Leidsch Dagblad met als kop Berging van de Neptune hervat.
Knipsel van het Leidsch Dagblad. (Kopie leiden.courant.nu).

Wisse dood

Het vliegtuig stijgt veel te snel, hangt even stil en gaat vervolgens met volle tanks in een duikvlucht, ook wel stalling genoemd. De Neptune mist op een haar na een aantal flats in Katwijk en komt een paar honderd meter verder in zee terecht. Drie dagen na het incident wordt het wrak gelokaliseerd. Dan spoelt ook eerst het lichaam van Van Oostende aan, een dag later dat van Bolk.

Wat de twee vliegtuigmonteurs bezielde, snapt niemand. Dat ze de Neptune van de grond krijgen is al een wonder, maar ze moeten hebben geweten dat ze een wisse dood tegemoet gingen, omdat vliegen en vooral landen een vak apart is.

Theo van Eijck

Er doen verschillende scenario’s de ronde, naast de mogelijke dronkemansvlucht. Zo zou er nagelnieuwe communicatie-apparatuur aan boord van de '212' hebben gezeten. Ongetwijfeld interessant voor de Sovjet-Unie op het hoogtepunt van de Koude Oorlog. De suggestie wordt hier en daar ook gewekt dat het ongelukkige duo is geïnspireerd door Theo van Eijck. Het is namelijk niet de eerste keer dat de Koninklijke Marine in verlegenheid wordt gebracht door de diefstal van een vliegtuig.

Foto van een landende Grumman S-2 ‘Tracker’ op vliegdekschip Hr.Ms. Karel Doorman.
Een Grumman S-2 ‘Tracker’ landt op vliegdekschip Hr.Ms. Karel Doorman. Dit type vliegtuig werd gestolen door bwk Theo van Eijck.

Deze boordwerktuigkundige (bwk), 21 jaar jong, gaat er krap een jaar eerder tijdens een oefening op Malta vandoor met een Grumman S-2 Tracker. Boos omdat hij is afgewezen voor een opleiding tot vlieger, wilde hij weleens wat bewijzen. Hij landt wel veilig, in Libië, en krijgt na onderhandelingen een gevangenisstraf van een jaar opgelegd. Maar dat is weer een verhaal voor een mogelijk toekomstige Terugkijker.