01

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 03

Karel Doorman en Johan de Witt weer op zee na onderhoud

Marineschepen kruisen elkaars pad bij Engeland

Kapitein-ter-zee Paul Bijleveld.

Midden op een onstuimige zee bij Zuid-Engeland laadde de bemanning van Zr.Ms. Karel Doorman deze week ruim 250.000 liter brandstof over op Zr.Ms. Johan de Witt. Tijdens dit zogenoemde ‘rassen’ werkten de schepen, beide weer in de vaart na een onderhoudsperiode, voor het eerst dit jaar samen en zeker niet voor het laatst.
 

Tekst: Nico Schinkelshoek | Foto’s: sergeant Sjoerd Hilckmann

Dat zowel de Karel Doorman als de Johan de Witt deze week in de buurt van Plymouth oefent, is geen toeval. Onderhoud aan de transformatoren hield de ‘Doorman’ ruim zeven maanden aan de kade. “We werken hier gedurende twee weken een individueel programma af om tot een hogere operationele gereedheid te komen”, legt kapitein-ter-zee Paul Bijleveld uit. De commandant van het Joint logistic Support Ship zoekt daarbij nadrukkelijk aansluiting bij de Johan de Witt, om onder meer te oefenen in het overladen van goederen op zee.

De bemanning van de Karel Doorman maakt zich klaar voor het bevoorraden van de Johan de Witt.

Dat laatste schip is in de regio vanwege een eigen opwerktraject. Recent werd de midlife-update afgerond, een gezamenlijke klus van de marine, het Commando Materieel en IT, de Directie Materiële Instandhouding en Damen Shipyards. De Johan de Witt kan er na deze modernisering weer vijftien jaar tegenaan. Kapitein-ter-zee Wilbert van Gemeren werkt met zijn bemanning aan het gereedstellen van zowel materieel als personeel.

Kapitein-ter-zee Wilbert van Gemeren. Foto: John van Helvert.

‘We gaan samen van kruipen naar lopen en uiteindelijk rennen’

Brandstof

Het logistiek ondersteuningsschip Karel Doorman en het amfibisch transportschip Johan de Witt maken zich na lange stilligperiode dus weer op om te worden ingezet. “Hoewel het bij de een om correctief onderhoud ging en bij de ander om planmatig werk, doorlopen we enigszins dezelfde systematiek", zegt de commandant van de Johan de Witt. "We gaan samen van kruipen naar lopen en uiteindelijk rennen. Dat vind ik plezierig. Het is prettig samenwerken en het voordelige feit voor ons is, dat de Karel Doorman brandstof bij zich heeft die wij onderweg goed kunnen gebruiken."

Bijleveld zwaait naar de collega’s op de Johan de Witt.

Amfibische oefeningen

De schepen zullen elkaar dit jaar vaker treffen. Via de zogenoemde Amphibious Task Group 2024 van de NAVO zijn ze als het ware aan elkaar verbonden. “We doen gezamenlijk een aantal amfibische oefeningen”, verduidelijkt Van Gemeren. “Zoals voor de zomer in ieder geval Nordic Response 2024 in Noorwegen, een onderdeel van de enorme NAVO-oefening Steadfast Defender. Maar ook BALTOPS in de Baltische zee.”

Internationaal plaatje

De oefeningen passen volgens de twee scheepscommandanten in een groter geheel. Zowel Bijleveld als Van Gemeren ziet de rol van de marine nog beter ‘zichtbaar’ worden. “Conflicten hebben nou eenmaal vaak een maritieme component”, stelt de commandant van de Johan de Witt.

‘Conflicten hebben nou eenmaal vaak een maritieme component’

Ook met het oog op de toenemende internationale spanningen, is het volgens Bijleveld belangrijk om goed op elkaar te zijn ingespeeld en dat vooral te blijven. “Het bestaansrecht van de marine ontleent zich ook aan bescherming van de koopvaardij”, verwijst hij naar de situatie in de Rode Zee. Jemenitische Houthi's vallen daar commerciële schepen aan. “We hebben natuurlijk niet zomaar schepen beschikbaar die we daar kunnen inzetten. Maar als de vraag komt naar capaciteit om daar vaartuigen langer op zee te houden, vind ik het niet meer dan logisch dat er aan ons wordt gedacht."

Een matroos kijkt vanaf de Doorman naar de naderende De Witt.