‘Deze verhalen moeten we blijven vertellen’

Het verhaal van de omgekomen verzetsstrijdster Yolande kent hij inmiddels door en door. En het is de vierde keer dat hij in Dachau is. Toch krijgt Philip Beekman nog altijd kippenvel als hij door het voormalige concentratiekamp loopt. De kale isoleercel waar Yolande haar laatste nacht doorbracht. De muur in een hoek achter het crematorium waar ze zo bruut aan haar einde kwam… “Het is hier allemaal zo tastbaar.”

Tekst: kapitein Charlotte Verolme | Foto: sergeant Jasper Verolme, privéarchief 
De band tussen defensiemedewerker Philip en Yolande is bijzonder. “Het was mijn vader Jacob z’n eerste vrouw. Ze trouwden midden in de Tweede Wereldoorlog, op 11 augustus 1943, in Londen. We zijn biologisch weliswaar geen familie, maar dragen wel dezelfde achternaam.”

Portretfoto van Jacob en Yolande.

Verborgen foto

Dat zijn vader eerder getrouwd was, wist Philip lange tijd niet. Praten over de oorlog? Dat gebeurde ook niet in huize Beekman. Vader Jacob maakte zowel tijdens de Tweede Wereldoorlog (zie kader) als later in onder meer Korea op zijn zachtst gezegd het nodige mee. Ervaringen die hij later maar moeilijk een plek kon geven. “Hij had eigenlijk PTSS en daardoor moesten we het als gezin ontgelden. We kregen er soms flink van langs”, vertelt Philip. “Hierdoor had ik geen warme band met mijn vader. Praten deden we zelden en zeker niet over gevoelige onderwerpen.”

‘Praten deden we zelden en zeker niet over gevoelige onderwerpen’

Samen met zijn neef duikt Philip jarenlang in verschillende archieven. “We hebben met open mond zitten lezen.”

Morele plicht

Het was Philips zus die op een dag bij toeval een foto van haar vader en Yolande vond. Navraag bij haar moeder leverde een kort en resoluut antwoord op: “Vergeet die foto en praat er níet over.” Het ‘onderwerp Yolande’ belandde in de doofpot, maar na het overlijden van zijn vader werd Philip toch nieuwsgierig. “Ik had ondertussen vernomen dat het mijn vader erg veel pijn deed dat Yolande nooit was erkend als Nederlandse verzetsvrouw. Het voelde als een morele plicht om dit recht te zetten.”

Samen met zijn neef Rutger dook Philip jarenlang in verschillende archieven. Beetje bij beetje vielen de puzzelstukjes over het leven van Yolande in elkaar. “We hebben met open mond zitten lezen”, aldus Philip. “Het verhaal lijkt haast een script van een spannende oorlogsfilm. Maar het is allemaal geverifieerd en, hoe ongelofelijk ook, dus écht waar.”

Smoorverliefd

Yolande Elsa Maria Unternährer wordt op 28 oktober 1911 als oudste van zes kinderen geboren in Parijs. Moeder is een alleenstaande vrouw met de Zwitserse nationaliteit. Vader, een adellijke Italiaan, is niet meer in de picture.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog woont Yolande met haar moeder en zusjes in Londen. Vanuit deze veilige haven hoort de jonge vrouw hoe Nazi-Duitsland terrein wint. Ze kan het niet verkroppen en meldt zich aan bij het Engelse verzet.

Yolande wordt samen met onder andere de Indiase spionne Noor Inayat Khan (foto) in september 1944 getransporteerd naar concentratiekamp Dachau.

SOE

Yolande wordt als vrijwillig verbindingsmedewerkster ingedeeld bij The Women’s Auxiliary Air Force (WAAF). Dankzij haar kennis van de Franse taal, die ze van huis uit meekreeg, en haar radiotelegrafievaardigheden wordt ze geselecteerd voor de Special Operations Executive (SOE), een van de geheime organisaties die door de Britse regering tijdens de Tweede Wereldoorlog in het leven wordt geroepen. Yolande volgt een opleiding tot marconist en telegrafist, in de rang van luitenant.

In allerijl wordt Yolande getransporteerd naar Dachau

Op een van haar vrije avonden ontmoet ze in de plaatselijke kroeg in Thame de Nederlander Jacob Beekman. Philip: “Mijn vader en Yolande werden al snel smoorverliefd. Kort daarna trouwden ze.”

Wittebroodsweken

Aan de wittebroodsweken van het jonge stel komt op 17 september 1943 een abrupt eind wanneer Yolande voor een missie naar Frankrijk moet. Op Kings Cross Station in Londen neemt het kersverse echtpaar afscheid. Het is de laatste keer dat ze elkaar zien.

Met valse papieren doet Yolande zich voor als madame Yvonne de Chauvigny, een chique Franse oorlogsweduwe. Vanaf verschillende adressen in Saint Quentin zendt ze in het diepste geheim de door het verzet verzamelde informatie naar Londen. Daarnaast wordt Yolande ingezet bij droppings. Ze zorgt ervoor dat 25 sabotageteams worden voorzien van wapens, munitie en explosieven.

Hoewel Duitse peilwagens diverse malen dichtbij komen, weet Yolande onder de radar te blijven. Dat gaat goed totdat de Gestapo op 13 januari 1944 het café waar ze dan overnacht binnenvalt, op zoek naar Gustav Bieler, het hoofd van het verzetsnetwerk in de regio. Hij is verraden en wordt gearresteerd. Yolande blijkt een waardevolle bijvangst.

Samen met haar medeagenten wordt Beekman op 12 september 1944 getransporteerd naar het concentratiekamp Dachau.

Marteling

Na langdurige martelingen wordt Bieler geëxecuteerd. Yolande belandt in de gevangenis van Fresnes, ten zuiden van Parijs. Ook hier wordt ze ondervraagd en gemarteld, totdat ze in mei 1944 samen met verschillende andere geheim agenten van de SOE in de vrouwengevangenis van Karlsruhe in Duitsland terechtkomt. “Hier dacht ze de oorlog te kunnen overleven. De omstandigheden waren slecht, maar ze werd in ieder geval niet meer gemarteld”, vertelt Philip.

Wanneer de geallieerden oprukken, wordt het de bezetters te heet onder de voeten. In allerijl wordt Yolande samen met haar medeagenten Madeleine Damerment, Eliane Plewman en de Indiase spionne Noor Inayat Khan op 12 september 1944 getransporteerd naar het concentratiekamp Dachau. Na hardhandig te zijn uitgekleed en mishandeld worden Yolande, Madeleine en Eliane een dag later op het kleine veld naast het crematorium met een nekschot geëxecuteerd. Noor Inayat Khan, die is bestempeld als ‘vluchtgevaarlijk’ en daarom is vastgebonden op de grond in haar cel, komt tussen deze vier muren op dezelfde wijze aan haar einde.

Op het veldje in Dachau zijn de kogelgaten nog zichtbaar in de muur.
Pas anderhalf jaar na het eind van de oorlog krijgt Jacob het officiële bericht dat zijn vrouw is opgepakt en vermoord.

Kogelgaten

“Kijk, je ziet de kogelgaten nog zitten in de muur”, wijst Philip vanaf het veldje in Dachau. “De deur hiernaast leidt naar het crematorium. Na de executie zijn de lichamen van de vrouwen direct verbrand, zodat er niets van ze terug te vinden was. We kwamen er pas onlangs achter dat ze hier zijn geëxecuteerd en niet op de grotere plaats een stukje verderop. We vermoeden dat de vrouwen te hevig verzet boden. Vergeet niet, ze waren stuk voor stuk getrainde militairen. Waarschijnlijk hebben de bewakers het opgegeven en ze daarom hier al neergeschoten.”

Yolande’s echtgenoot Jacob vraagt veelvuldig aan Londen of er nieuws is over zijn vrouw. Pas op 7 maart 1946, anderhalf jaar na het einde van de oorlog, krijgt hij het officiële bericht dat Yolande is gepakt en vermoord.

Na de executie worden de lichamen van de vrouwen direct verbrand, zodat er niets van ze terug te vinden is.

Cru

Philip: “Bij terugkomst van een volgende missie in Nederlands-Indië trouwde mijn vader met mijn moeder. In 1953 werd hij ingezet in Zuid-Korea. Later stond hij als cavalerist met een tankbataljon paraat tijdens het hoogtepunt van de Koude Oorlog. Hij overleefde al deze oorlogen en stierf in 2010 op 91-jarige leeftijd als tweevoudig weduwnaar.”

‘Het gebrek aan erkenning bleef hem dwarszitten’

Voor zijn moeder moet het cru zijn geweest dat zijn vader Yolande nooit helemaal heeft kunnen loslaten, erkent Philip. “Al was het uiteindelijk niet zozeer het verlies, maar het gebrek aan erkenning voor haar dat hem bleef dwarszitten.”

Ieder jaar op 12 september worden Beekman en collega-agentes Madeleine Damerment, Aliane Plewman en Noor Inayat Khan in voormalig kamp Dachau herdacht.

Mobilisatie-Oorlogskruis

Een aantal jaar geleden trekt Philip daarom alsnog de stoute schoenen aan. Hij doet een verzoek voor de postume toekenning van het Mobilisatie-Oorlogskruis. In eerste instantie wordt dat afgewezen. De van origine Zwitserse Yolande zou geen Nederlandse nationaliteit hebben.

Pas na het overleggen van de trouwakte, het officiële bewijs dat Yolande vanaf 11 augustus 1943 niet alleen de naam Beekman droeg, maar ook de Nederlandse nationaliteit had gekregen, komt er dan toch toestemming. Recent ontving Philip uit handen van de militair attaché in Berlijn het begeerde Oorlogskruis. In het voormalige concentratiekamp Dachau. “Dat maakte voor mij de cirkel rond.”

Momenteel legt neef Rutger de laatste hand aan een boek waarin de memoires van Yolande en Jacob zijn gebundeld. Daarnaast gaat er volgend jaar een toneelstuk in première over deze twee verzetshelden. Waardevolle aandacht, benadrukt Philip. “Deze verhalen moeten we blijven vertellen.”

Over Jacob Beekman

De negentienjarige Jacob Beekman raakt in mei 1940 betrokken bij de gevechten rond het vliegveld Ypenburg en komt na de capitulatie bij de Koninklijke Marechaussee in ’s-Heerenberg terecht. Al snel komt het plan op om bij het verzet te gaan. Via Frankrijk, Spanje, Curaçao en Canada belandt hij in Engeland, waar hij wordt ingedeeld bij de Prinses Irene Brigade. Hier blijkt de jonge Beekman al snel bedreven in morse en wordt opgeleid tot radiotelegrafist. Het is tevens de periode waarin hij Yolande ontmoet. Wanneer Yolande in september 1943 naar Frankrijk vertrekt, gaat Jacob op oefening in Schotland. Pas later, op 28 augustus 1944, komt hij in actie boven bezet gebied. Met een Halifax bommenwerper wordt hij met een tas vol geld, wapens en zenders in Twente gedropt. Speciaal agent Beekman, codenaam Maurits, verzorgt in totaal dertien wapendroppings in het oosten van ons land. Als dit gebied door de Canadezen is bevrijd, keert ‘Maurits’ als Jacob Beekman terug naar Engeland. Voor zijn dappere optreden is Beekman onder andere onderscheiden met de Bronzen Leeuw, het Bronzen Kruis, het Franse Oorlogskruis (Croix de Guerre, red.) en het Kruis van Verdienste.