‘Als Den Haag belt, staan we klaar’

Compagniescommandant kapitein Robert
Compagniescommandant kapitein Robert: ‘Blijven oefenen’.

Het zijn drukke tijden voor 12 Infanteriebataljon van de Luchtmobiele Brigade. Op 19 december kreeg het bataljon het stempel Ranger en sinds 1 januari is de Charlie-compagnie aangewezen als zeer snel inzetbare eenheid: de Rapid Reaction Company (RRCoy). “Als Den Haag belt, zijn we er klaar voor”, verzekert plaatsvervangend commandant tweede luitenant Michiel.
 

Tekst: Evert Brouwer I Foto’s: Rob ter Bekke

Snel na de bevelsuitgifte vanuit Den Haag moet de complete compagnie gereed staan voor vertrek naar elke plek in de wereld. Niet alleen in Schaarsbergen gaat eerst een voorwaarschuwing uit, maar dat alarm dient ook bij nacht en ontij terecht te komen bij bijvoorbeeld het Defensie Munitiebedrijf en het Militair Geneeskundig Logistiek Centrum in Heerenveen. Een voorbereiding die normaal gesproken weken in beslag neemt, maar nu in een paar uur ‘door de trechter’ moet. Afgelopen dinsdag oefende de compagnie voor het eerst in deze hoedanigheid de procedures voor zo’n plotselinge inzet. Van appel en bevelsuitgifte tot aan het gesimuleerde vertrek uit de poort.

De instabiele situatie in de wereld vraagt om zo’n compagnie

NEO

De Charlie-compagnie, normaal gesproken zo’n 130 man in totaal, is dit jaar negen maanden lang aangewezen als snel inzetbare eenheid voor NEO, wat staat voor Non-Combattant Evecuation Operations. Dat is trouwens niet het enige: ook bij rampen (Humanitarian Assistance and Disaster Relief; HADR) en andere crises (First Crisis Response) moet de compagnie paraat staan. De ervaringen met de extracties uit Afghanistan en de instabiele situatie in de wereld en het Midden-Oosten in het bijzonder, vragen erom zo’n speciale compagnie achter de hand te hebben. En dan is het wel handig als je de procedures regelmatig oefent. Dat gebeurt deze week op de thuisbasis, de Oranjekazerne in Schaarsbergen.

De hoofdrolspelers rond de oefening komen ’s ochtends vroeg bijeen voor een vergadering over de toestand in het inzetgebied.

PEPHA

Donderdag 11 januari komt vanuit Den Haag de eerste voorwaarschuwing dat de situatie in Soedan snel verslechterd en er mogelijk een evacuatie noodzakelijk is. Dat is het teken voor degenen die de uitzending mogelijk maken, de zogenoemde enabelers, om de eerste voorbereidingen te treffen. 15 januari volgt het bevel voor de inzet en moet iedereen klaar staan.

‘Ondanks de snelheid secuur blijven’

De officier van dienst, in dit geval kapitein Ellen, fungeert dan meteen als commandant PEPHA. Die afkorting staat voor Personnel and Equipment Preparation Handling Area. Het is de aanduiding van een parcours waarbij alle aspecten die van belang zijn voor de ontplooiing, gecontroleerd worden. Zoals in dit geval die van het personeel en hun uitrusting. Denk hierbij aan de dental fit-verklaring, vaccinaties en contactpersonen. Dat is het hoofdbestanddeel van deze oefening, als voorbereiding op mogelijke inzet. “We willen ondanks de snelheid daarvan zo goed mogelijk zijn voorbereid en secuur blijven”, zegt commandant 12 C-cie, kapitein Robert.

In de filmzaal krijgen de militairen uitleg.
De militairen krijgen het algemene plaatje van kapitein Ellen (achterin links) en majoor Mikel.

Op papier

Dat begint in de filmzaal, waar kapitein Ellen en hoofd Sectie Verplaatsing majoor Mikel de Rangers opnieuw inwrijven wat móét en wel of niet kan. De majoor lacht: “Wat ik net heb verteld is een deel van hen waarschijnlijk bij de deur alweer vergeten. Vandaar dat we alle instructies ook op papier meegeven.” Serieus: “Voor alles geldt: als je twijfelt of iets mee mag in de handbagage of de plunjebaal, vráág het ons! Het gebeurt nog te vaak dat op Vliegbasis Eindhoven vertraging ontstaat door een onbewuste fout. Dat is heel serieus, want dan heb je in het ergste geval kans dat het vliegtuig blijft staan.”

Het circuit op schema, de militairen vullen hun formulieren in, al dan niet staande in de wachtrij.

‘Ergens geen vinkje gekregen, dan ga je niet mee’

Rangers in de rij voor de controles
Rangers in de rij voor de controles

Stempels

Na de plenaire uitleg begint het individuele circuit voor de 73 paxen, dat zich het best laat vergelijken met een Elfstedentocht. Iedere militair, van korporaal tot de commandant, gaat door een straat met kamers, waar de complete administratie wordt doorgelicht. “Het begint al met onze naam, registratienummer, huisadres, waarschuwingsadres en telefoonnummers”, legt korporaal Wilco in de wachtrij uit.

Maar ook de geldigheid van vaccinaties, de staat van het gebit en een medische controle - achter gesloten deuren - komen voorbij. Het oogt een beetje als de Elfstedentocht: geen stempel, geen kruisje. “Heb je ergens geen vinkje gekregen, dan ga je niet mee, zo hard is het”, legt kapitein Ellen uit.

Een sergeant-majoor van personeelszaken controleert de gegevens.
De ‘admeur’ controleert de personeelsgegevens van de militair.

‘Het gaat erom te zoeken naar de weg die het simpelst werkt’

Verbeteringen

Niemand van de eenheid wil zo’n negatief stempel op zich krijgen. Het valt dan ook op hoe geconcentreerd de militairen blijven, ondanks de soms lange rijen bij de controles. “We blijven regelmatig oefenen”, bevestigt compagniecommandant kapitein Robert. “Niet alleen om de routine erin te krijgen, we brengen ook nog verbeteringen aan. Zo is in vergelijking met vorige edities de omlooptijd in de straat gehalveerd. Ook hebben we de paklijst hier en daar op details aangepast. Het gaat erom te zoeken naar de weg die het simpelst werkt en niet leidt tot misverstanden.”

De militairen krijgen voedselpakketten mee (links) en beschermende platen (rechts)
“Twee WOL-pakketten per persoon”, herhaalt medewerker Bennie (zwart shirt). Aan het begin van de lijn krijgen de militairen beschermende platen uitgereikt.

WOL-pakket

“Iedereen krijgt ook hetzelfde voedselpakket mee”, weet burgermedewerker Bennie. Met drie collega’s vormt de oud-militair van de Luchtmobiele Brigade het zogenoemde PEPHA-peloton. “Ze zochten naar medewerkers die de organisatie kennen. Dat werkt gemakkelijker.” Iedere militair krijgt tweemaal een WOL-pakket mee (warm, ontbijt, lunch, ook in halal of vega), en 9 liter water. “Dit is bedoeld om 48 uur te kunnen blijven draaien”, legt Bennie uit.

‘Goed om alles nog eens door te nemen’

Elders op het terrein staan sergeant Michiel en korporaal Maurice klaar om de kisten met wapens in te nemen. “Het is niet alleen de compagnie, ook de logistiek moet paraat staan”, legt Michiel uit. In de tussentijd maken ze de kratten gereed die bestemd zijn voor de plunjebalen met persoonlijke uitrusting van de 73 paxen. “Toen een mogelijke evacuatie uit Israël speelde, zijn we achter een aantal beperkingen gekomen voor luchtvracht. Goed dus om alle stappen regelmatig nog eens door te nemen”, vindt de onderofficier.

Vier foto’s: de militairen gaan een loods in voor het ophalen van voedselpakketten. Als alles is afgevinkt, zijn ze klaar voor vertrek.
De Rangers gaan van loods naar loods. Alle vinkjes binnen? Dan kun je mee.
Militair klaar voor vertrek, met de plunjebaal gevuld.
Met plunjebaal op weg naar de ‘uitgang’.

Internationaal

Weer een andere Michiel, in dit geval majoor en werkzaam bij de Sectie G4 (logistiek) van de brigadestaf, kijkt tevreden toe hoe de mannen en vrouwen ver voor ‘sluitingstijd’ bepakt en bezakt gereed staan. Hij heeft het programma voor de RRCoy en PEPHA-straat opgezet.

“Twee jaar geleden zijn we ermee begonnen”, meldt hij. Nu de eindstreep is gehaald en alle details zijn ingevuld, wordt het tijd de kennis en kunde internationaal te delen, meent Michiel. “Volgend jaar is er de internationale oefening Silver Cobra waarop we willen aansluiten. Je kunt wel nagaan dat wij bij een evacuatie niet het enige land zijn dat zo’n operatie uitvoert.”

Niet alleen de compagnie, ook de logistiek moet klaarstaan. Onder meer om de persoonlijke wapens juist aan te bieden aan de vervoerder.