01

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 34

Pittige kluif voor landmacht in Oostenrijkse bergen

Delta Compagnie traint in Optreden op Bergachtig Terrein

Met een twee weken durende oefening in de Oostenrijkse bergen heeft de Delta Compagnie van 13 infanteriebataljon, onderdeel van 11 Luchtmobiele Brigade, haar vaardigheden op bergachtig terrein getraind. “Het is pittig, maar alle elementen van ons werk komen hier samen.”

Tekst: Michael Simon |  Foto's: sergeant-majoor Cristian Schrik

De Truppenübungsplatz Lizum-Walchen is een militair oefenterrein van het Oostenrijkse ministerie van Defensie. Het basiskamp ligt op zo’n tweeduizend meter hoogte. Het gebied van vijftig vierkante kilometer groot kent flinke hoogteverschillen tot wel drieduizend meter. En hier traint de landmacht het Optreden op Bergachtig Terrein (OBT). Dat doen ze met zo'n vijftig man, verdeeld over drie pelotons: één voor verkenning en twee met zware wapens.

Compagniescommandant majoor Jan Bethlehem: “Wij hebben altijd veel zwaar materiaal mee, dat is onze kracht en die willen we ook inzetten op bergachtig terrein.”
Afdalen tijdens een klimoefening

Hoogtepunt

“We proberen te trainen in onze eigen context: bereden optreden en te voet op bergachtig terrein. In week één hebben we onze drills en scenario’s getraind in FTX-omstandigheden (Field Training Exercise) met blanks. In week twee doen we hetzelfde, maar dan met scherpe munitie.” Compagniescommandant majoor Jan Bethlehem omschrijft de tweeweekse training als pittig. “Ja, behoorlijk. Maar de bergtraining is voor ons ook letterlijk en figuurlijk een hoogtepunt. Wij hebben altijd veel zwaar materiaal en zware wapens mee. Dat is onze kracht en die willen we ook in bergachtig terrein kunnen inzetten.”

‘We proberen te trainen in onze eigen context: bereden optreden en te voet op bergachtig terrein.’

Opleiden

Behalve trainen worden onder supervisie van militair berggids sergeant-majoor Jasper de Jong mountainspecialisten opgeleid. “Zij hebben een aantal bevoegdheden onder mij als 'Heeresbergführer'. Ze kunnen de taken en verantwoordelijkheden deels van mij overnemen als de eenheden het terrein in gaan bewegen."

Het is de hoogste kwalificatie binnen het Nederlandse leger voor een berggids en die titel komt van de Duits/Oostenrijkse training die De Jong gevolgd heeft. “Er zijn zeventien Heeresbergführers binnen de krijgsmacht”, legt hij uit. “Mijn werk ligt op brigade niveau van 11e Luchtmobiele Brigade. Gezamenlijk met de mountainspecialisten verzorgen wij opleiding en training voor onze eenheden.”

Sergeant-majoor Jasper de Jong, een Heeresbergführer, geeft instructies. De Heeresbergführer is een specialist in het mountaindomein voor de Nederlandse krijgsmacht, en wordt opgeleid in Duitsland of Oostenrijk.

Machinegeweren

De manschappen sjouwen onder meer met .50-machinegeweren, antitankraketstystemen en mortieren door de Oostenrijkse Alpen. Dat gebeurt op grote hoogten, boven de 2.500 meter, daar waar het terrein niet begaanbaar is voor voertuigen. De ijle lucht en de steile, rotsachtige bergwanden schroeven de, fysieke, moeilijkheidsgraad nog even extra op.

Moeilijk begaanbaar bergachtig terrein biedt ook veel voordelen.
Gemechaniseerde eenheden zijn in de bergen kwetsbaar

Daar staat tegenover dat bergachtig terrein ook voordelen biedt aan een goed getrainde eenheid, vindt de commandant. “Gepantserde of gemechaniseerde eenheden kunnen in open en relatief vlak terrein hun bescherming en slagkracht maximaal uitbuiten. In een bergachtige omgeving zijn ze echter kwetsbaar omdat ze alleen hoofdroutes kunnen gebruiken die geschikt zijn voor hun zware voertuigen en systemen. Dat geeft ons de kans, mits goed getraind, om vanuit de relatieve bescherming van hoger gelegen terrein, hard toe te kunnen slaan”.

‘Mits goed getraind, kunnen we vanuit de relatieve bescherming van hoger gelegen terrein hard toeslaan.’
De ijle lucht en de steile, rotsachtige bergwanden schroeven de fysieke moeilijkheidsgraad nog even extra op.

Welkom

Voor Bethlehem zijn meer van dit soort oefeningen welkom voor zijn compagnie. “Dit hier in Oostenrijk is onze enige oefening dit jaar. Dat mogen er best meer worden. Hier kun je heel veel elementen van ons werk samen laten komen. Mentale componenten worden goed aangesproken, leiderschap kun je hier fantastisch trainen en onze wapensystemen met een bereik van maximaal vier kilometer kun je hier veel beter inzetten. In Nederland heb je vaak geen vier kilometer zicht. Dus we zijn hier heel content mee. Want als je in de bergen goed kan optreden, ben je in de meeste omstandigheden wel goed voorbereid.”