Tekst Kapitein Arjen de Boer
Foto NIMH, Zeeuws Archief
Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 19
Terugkijker
Het is weer tijd voor een blik op de kalender. In de rubriek 'Terugkijker' richten we het vizier om de week op een gebeurtenis uit het verleden. Van militair-historische aard en gebeurtenissen waarbij Defensie betrokken was, maar ook situaties met globale impact.
Om hiermee het ‘o ja’-gevoel op te roepen, maar ook omdat we in deze jachtige tijd gebeurtenissen vaak zo snel vergeten of het ons niet meer exact herinneren. Dit keer de blik op 29 mei 1948, de dag waarop de eerste vredesmissie van de Verenigde Naties van start ging. Bij het 75-jarig jubileum wordt vandaag stilgestaan.
Terwijl u dit leest, thuis op de bank of reizend in het openbaar vervoer, werken ruim 87.000 mensen aan vrede en veiligheid. Soms met gevaar voor eigen leven, draaien zij mee in twaalf vredemissies van de Verenigde Naties. Het gaat dan om burgers en militairen uit meer dan honderd landen. Daar zitten ook Nederlanders bij, op dit moment iets meer dan twintig personen.
Maar dat is natuurlijk niets vergeleken met eerdere inzetten voor de vredesmissies in bijvoorbeeld voormalig Joegoslavië of Mali, waar duizenden militairen, politieagenten en civiele experts hebben gewerkt. Alles bij elkaar hebben de afgelopen 75 jaar ruim een miljoen burgers en militairen zich in VN-verband ingezet voor de vrede.
Eerste operatie
De eerste VN-vredesoperatie begon op 29 mei 1948. Militaire waarnemers gingen naar het Midden-Oosten om toe te zien op de vrede tussen Israël en de Arabische buurlanden. Om dit jubileum te vieren organiseert de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN) vandaag in Den Haag een conferentie als eerbetoon aan en herdenking van alle VN-medewerkers die hebben bijgedragen aan deze missies. Minister van Defensie Kajsa Ollongren en Commandant der Strijdkracht generaal Onno Eichelsheim zijn hierbij aanwezig.
Met gevaar voor eigen leven
Sinds die eerste inzet zijn er meer dan zeventig vredeshandhavingsoperaties geweest. Het is gevaarlijk werk, blijkt uit cijfers van de VN. Sinds 1948 zijn bijna 4.300 VN-medewerkers, burger en militair, omgekomen tijdens een missie. Onder wie 28 Nederlanders. De meesten stierven tijdens de UNIFIL-missie (United Nations Force) in Libanon. Dit is de langstlopende missie, waar ook Nederland nog altijd aan bijdraagt.
Machteloos in Srebrenica
Een nationaal trauma voor Nederland was de val van de moslimenclave Srebrenica in 1995. Nederlandse blauwhelmen hadden niet het mandaat noch de spullen om te voorkomen dat Servische troepen de enclave binnenvielen en later duizenden mannen ombrachten. Het is een episode die er goed heeft ingehakt, bleek in 2020 uit onafhankelijk onderzoek van ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum. 25 jaar later heeft één op de drie veteranen behoefte aan zorg of ondersteuning die niet altijd wordt beantwoord. 55 procent heeft gemengde gevoelens over de uitzending.
Vredesmissies redden ‘miljoenen levens’
Maar hoewel er vaak ‘terecht kritiek’ is op de effectiviteit van de missies, stelt de VN dat door de bank genomen vredeshandhandhaving positief is.
In 2022 bleek uit een analyse van zestien onderzoeken dat de blauwhelmen ‘significant bijdragen aan het terugdringen van het aantal burgerslachtoffers, conflicten korter duren en vredesafspraken beter worden nageleefd’. Professor Lise Howard van de Georgetown Universiteit in Washington D.C. zag in de cijfers dat ‘miljoenen levens’ zijn gered sinds de start van de missies in 1948, aldus de VN.
Succes in Namibië
Als voorbeeld van een succesvolle missie noemt Howard de missie in Namibië, eind jaren tachtig van de vorige eeuw. Dankzij de VN-militairen, waaronder ook tientallen Nederlandse marechaussees, werden de vijandelijkheden in dat land gestaakt. Waarna het mogelijk was om in 1989 onafhankelijke verkiezingen te organiseren. Inmiddels is Namibië een van de meest stabiele naties in Afrika.
Vandaag de dag
Momenteel stuurt de VN twaalf vredesmissies aan. Ons land levert volgens cijfers sinds 31 maart 2023 twaalf personen voor de United Nations Truce Supervision Organization (UNTSO) in het Midden-Oosten. Verder zijn er een Nederlandse militair, drie stafofficieren en vijf agenten voor MINUSMA in Mali, plus een stafofficier in zowel UNDOF als UNIFIL (beide zijn missies in het Midden-Oosten). De bijdrage aan UNIFIL, in de vorm van een genderadviseur, is verlengd tot en met 31 juli 2025. Ook de bijdrage aan UNTSO is met twaalf militairen tot die datum verlengd.
Eerste Nederlandse bijdrage
Het is 1946. In Griekenland woedt een burgeroorlog tussen de overheid en communistische guerrilla’s. Op verzoek van de lokale overheid stelt de VN een waarnemerscommissie in: het United Nations Special Committee on the Balkans.Dit UNSCOB volgt het conflict en ondersteunt vredespogingen. Nederland stelt, behalve twee commissieleden, ook militaire waarnemers ter beschikking. De eerste twee Nederlandse militairen arriveren in juni 1948 in Griekenland. Het aantal wordt een jaar later met twee personen uitgebreid. Vanwege de neutrale positie van Nederland, treden de Nederlanders vaak op als voorzitter van de waarnemersgroepen. In 1949 komt er een einde aan de burgeroorlog en twee jaar later keren de laatste waarnemers terug naar huis. Vier maanden later stopt UNSCOB.
Waarom een blauwe helm?
Het meest opvallende aan militairen tijdens een VN-vredesmissie moet toch wel de blauwe helm zijn. En de blauwe baret natuurlijk. Met camouflage heeft het uiteraard niets te maken. Maar des te meer met herkenbaarheid, zo valt te lezen op de site van de VN. De lichtblauwe hoofddeksels deden hun intrede in 1956 bij de oprichting van de UN Emergency Force (UNEF). Zo moest voor sluipschutters van strijdende partijen duidelijk zijn dat de mensen met een blauwe helm en baret geen legitiem doelwit waren. Overigens is het blauw ook terug te voeren op de kleur van de VN-vlag.
Voor meer informatie over het werk van blauwhelmen en 75 jaar vredemissies kun je dit filmpje bekijken.
Gebruikte (foto)bronnen: UN Library, NIMH, Just Peace, NVVN, Rijksoverheid.nl, Peacekeeping.un.org en Defensie.nl