Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto Koninklijke Marine en Mediacentrum Defensie
Vier schepen binnen vier NAVO-vlootverbanden actief
Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 19
Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto Koninklijke Marine en Mediacentrum Defensie
Vier schepen binnen vier NAVO-vlootverbanden actief
Op één dag na was er onlangs sprake van een unieke situatie: vier Nederlandse marineschepen die ieder deel uitmaakte van een van de vier permanente NAVO-vlootverbanden. Een teken des tijds, want de ruime afvaardiging zegt alles over de huidige, verslechterde veiligheidssituatie in de wereld.
Dus haalt de Koninklijke Marine zoveel mogelijk uit de kast om bij te dragen aan het bekende mantra: veiligheid bieden op en vanaf zee.
“Het bijzondere aan een vlootverband als de Standing NATO Maritime Group 1 (SNMG1) is het internationale karakter. Schepen van verschillende nationaliteiten vormen één operationeel eskader, dat permanent beschikbaar is om ingezet te worden bij militaire dreiging.
De samenstelling is zeer gevarieerd, met ook schepen uit Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Polen, Portugal en Spanje. Het NATO Maritime Command zet ons in waar nodig binnen het operatiegebied. Voor SNMG1 de Noordzee, Oostzee of noordelijke Atlantische Oceaan. Het algemene oefenprogramma is al veelzijdig, maar grote oefeningen als Dynamic Mongoose (onderzeebootbestrijding), Formidable Shield (luchtverdediging) en BALTOPS (maritieme oefening in de Baltische Zee) maken deze periode extra uitdagend.
Tussen de bedrijven door bezoeken we verschillende havens, nieuwe culturen ontdekken. Voor mij zijn de havens waar ik niet eerder ben geweest het meeste interessant, zoals Tallin en Stockholm. Het merendeel van de bemanning keek vooral uit naar Reykjavik, IJsland dus. Geisers, watervallen en een vulkaan zijn natuurverschijnselen die je niet zo vaak ziet. Deze havenbezoeken stellen de bemanningsleden van de schepen in staat om met elkaar kennis te maken en ervaringen uit te wisselen. Bijvoorbeeld over oefeningen in de voorafgaande periode. De verschillen in cultuur, achtergrond en overtuiging maakt het werken met NAVO-partners divers en leerzaam. Het uitdagende karakter en de onderlinge verbondenheid leiden tot meer begrip voor elkaars procedures. Dit verhoogt de saamhorigheid en verbetert het operationele eindproduct: gezamenlijk gevechtskracht leveren op zee.
*ODOPS: Operationele Dienst Operaties
“Deelnemen aan een NAVO-vlootverband is voor de meeste opvarenden van de Schiedam niet bijzonder. Bijna de gehele bemanning was vorig jaar al vier maanden weg met de Standing NATO Mine Countermeasures Group 1 (SNMCMG1).
De afgelopen periode vormden wij samen met vier andere schepen de kernploeg van het vlootverband. Het vaargebied was de Noordzee, een stukje van de Oostzee en de het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan. Voornaamste taak binnen ons vaar- en oefenprogramma was showing the forces. Daarnaast hielden we een mijnenjacht-oefening bij Denemarken en zochten we naar échte explosieven bij IJsland.”
“Doordat we veel gevaren hebben en een kleine bemanning hebben, konden we maar één keer cross-pollen met andere eenheden (bemanningsleden uitwisselen, red.). Jammer dat we niet iedereen de kans konden geven de andere schepen en bemanningen beter te leren kennen. Gelukkig konden we dat tijdens de havenbezoeken rechtzetten. Die brachten we aan havens op IJsland, de Faeröer Eilanden en we zijn ook nog afgemeerd in Londen. Dit alles maakte het tot een goede reis voor de bemanning, ondanks dat deze graag meer had willen jagen op mijnen; toch onze core business. Dat er wel veel sea life te spotten viel en we een periode het Noorderlicht konden waarnemen, was juist weer bijzonder voor de bemanning.”
*ODND: Operationele dienst nautische dienst
“Het is altijd bijzonder om met andere NAVO-eenheden te varen. Wij werkten de afgelopen periode binnen de Standing NATO Maritime Group 2 (SNMG2) vooral samen met schepen van Canada, Frankrijk, Italië en de Verenigde Staten.
De taakgroep-commandant en de staf waren op een Amerikaans schip geplaatst en stuurden vanaf daar het vlootverband aan. Wij opereerden in de Middellandse Zee. Ten eerste ten westen van Italië met de Franse carrier FS Charles de Gaulle. Het tweede deel van de reis vond vooral plaats ter hoogte van Kreta. Op zee hebben we diverse oefeningen gedraaid; vooral de Operationele Dienst was hier druk mee.”
“Een gedeelte van onze bemanning heeft tijdelijk meegevaren met het Amerikaanse schip en een andere deel heeft kunnen cross-pollen met het Italiaanse schip. Ook de havenbezoeken boden de verschillende bemanningsleden de kans om elkaar bij vergaderingen en recepties te ontmoeten en de goede samenwerking verder uit te kunnen bouwen. Die bezoeken brachten we aan Barcelona, Split, Souda, Aksaz en uiteindelijk Porto. We kijken terug op een periode van hard werken en hard ontspannen. Al met al was de bemanning een happy crew.”
*TD: Technische Dienst
“Het was vooral bijzonder om deel uit te maken van de Standing NATO Mine Countermeasures Group 2 (SNMCMG2), omdat deze in de Middellandse Zee opereert. Vanwege de oorlog in Oekraïne bleef de kans bestaan dat je op termijn de doorsteek zou maken naar de Zwarte Zee, om daar te gaan mijnenjagen. Dit was uiteindelijk niet het geval.
Ons vlootverband bestond uit vijf schepen. Het vlaggenschip was de Turkse bevoorrader en er waren naast ons nog drie mijnenjagers uit Turkije, Italië en Spanje. Voor een duikoefening bij het Griekse Patras sloot tijdelijk nog de Franse mijnenjager aan.”
“De oefeningen van SNMCMG2 waren vooral gericht op de mijnenjacht, onze kerntaak. Omdat de kans aanwezig was dat wij ter hoogte van Italië en Malta vluchtelingen zouden tegenkomen werd ook de zogenoemde vluchtelingenrol uitvoerig beoefend. Binnenliggend hebben de bemanningen nog samen geoefend, zodat ze op elkaar ingewerkt zouden zijn in geval van calamiteiten, zoals brand of dreiging van buitenaf. Mooi om te zien hoe zij zich aan elkaar aanpasten om er een sterke (NAVO-)eenheid van te maken.”
“Er was tijdens deze reis een mooie afwisseling tussen vaardagen en havenbezoeken, dus was er ook tijd voor de bemanning om te genieten van mooie havenplaatsen en het Middellandse Zee-klimaat. Onze eerste haven was een logistieke stop in Malaga. Daarna volgden Mallorca, Barcelona en Durres in Albanië. Vervolgens de havens van het Griekse Souda en Patras en Valetta op Malta. Mooie afsluiter was Catania op Sicilië, aan de voet van de Etna. Na ons vertrek uit Patras was er de gelegenheid voor verschillende bemanningsleden om te crosspollen. Ik denk dat de bemanning alles bij elkaar een zeer geslaagde vaarperiode achter de rug heeft.”
De NAVO beschikt over vier permanente vlootverbanden die beschikbaar zijn voor inzet in de Middellandse Zee, op de Atlantische Oceaan en de Oostzee. Deze eskaders worden samengesteld uit schepen van de verschillende landen van het bondgenootschap die elkaar afwisselen. De Koninklijke Marine draagt regelmatig bij aan deze NAVO-eenheden. Op dit moment maakt Zr.Ms. Van Amstel deel uit van SNMG1.
Bij de vlootverbanden gaat het om:
Standing NATO Maritime Group (SNMG1)
Dit vlootverband bestaat uit een aantal fregatten of vergelijkbare schepen. Het inzetgebied is vooral de Oostzee, de Noordzee en het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan.Standing NATO Mine Countermeasures Group 1 (SNMCG1)
Deze eenheid heeft vrijwel hetzelfde operatiegebied als SNMG1 maar is gespecialiseerd in de mijnen- en explosievenjacht.Standing NATO Maritime Group 2 (SNMG2)
Heeft eenzelfde samenstelling als SNMG1 maar is vooral gericht op inzet in de Middellandse Zee.Standing NATO Mine Countermeasures Group 2 (SNMCG2)
Wordt net als SNMG2 ingezet in de Middellandse Zee en verzorgt net als SNMCG2 de jacht op mijnen en andere explosieven.