Tekst Kapitein Saminna van den Bulk
Foto SGTCURMIL Danilo Robles de Medina | SGTCURMIL Danilo Robles de Medina en SMJRBDAV Malcolm Duregger
Militairen in Carib bereidden zich voor op orkaanseizoen
Van plundering tot het vrijmaken van de wegen: als natuurgeweld toeslaat is de nood hoog en hulp noodzakelijk. Daarom bereidden militairen zich afgelopen week op Sint-Maarten voor op het orkaanseizoen, tijdens de Hurricane Relief Exercise. Deze orkaannoodhulpoefening wordt eens per twee jaar georganiseerd in het Caribische deel van het Koninkrijk.
‘GO AWAY, WE DON’T WANT YOU’
“In naam van de overheid van Sint-Maarten verzoeken wij u het gebouw te verlaten. Doet u dat niet dan zullen wij u verwijderen”, schreeuwt een marinier door de megafoon. Hij en z’n collega’s staan voor een gebouw in het duister, dat na twee fictieve stormen op instorten staat. Het pand moet worden ontruimd, maar tientallen oproerkraaiers lijken niet geëvacueerd te willen worden. “GO AWAY, WE DON’T WANT YOU”, klinkt het.
Oefenontruiming
Sommige oefenvijanden komen toch met de armen omhoog naar buiten. Al geeft het grootste deel van de mensen in het gebouw zich niet zonder slag of stoot gewonnen. Een scenario dat zomaar eens realiteit zou kunnen worden. De oefenontruiming maakt onderdeel uit van de Hurricane Relief Exercise (HUREX).
Bij de gereedstellingstraining worden de alarmeringen en logistieke lijnen onder de loep genomen. Een ultieme test van een blauwdruk voor wanneer de natuur zich daadwerkelijk roert. Zoals in 2017, toen orkaan Irma over het tropische eiland raasde. Hoewel het toerisme weer floreert en overal nieuwbouwprojecten uit de grond schieten, verraden geruïneerde gebouwen de destructieve kracht van windstoten tot driehonderd kilometer per uur.
‘Alarmeringen en logistieke lijnen onder de loep’
Irma
De vaste militaire aanwezigheid op Sint-Maarten is van cruciaal belang bij een noodscenario, evenals de relatie met de lokale autoriteiten. Die is enkel sterker geworden na ‘Irma’, vertelt majoor der mariniers Arie Noordam, commandant van het Mariniersdetachement op Sint-Maarten. “Er hoeft zich maar een tropische storm in de buurt te ontwikkelen of de rampenstaven van het eiland komen al in beweging.”
Zijn eenheid zit tijdens de oefening in het oog van de storm. De komende maanden zijn zij extra paraat. “De HUREX is natuurlijk bedoeld om ons voor te bereiden op het orkaanseizoen, maar het is ook een signaal naar de lokale autoriteiten. We trainen en zijn straks voorbereid om op verzoek bijstand te verlenen.”
Bijstand op aanvraag
Voor militaire noodhulp moet eerst een officieel hulpverzoek worden gedaan, waarbij de lokale overheid aangeeft of er zachte militaire bijstand (na natuurgeweld) of ook harde bijstand (vanwege de menselijke reactie op die gebeurtenis) nodig is. Vervolgens bepaalt de Nederlandse krijgsmacht of aan het verzoek kan worden voldaan. De eerste inzet tijdens een dergelijke operatie komt van eenheden die zich al in het gebied bevinden. Zij worden binnen afzienbare tijd bijgestaan door invliegende en invarende eenheden, zoals genisten van de landmacht of het logistieke bevoorradingsschip Zr.Ms. Pelikaan, dat het getroffen gebied van hulpgoederen kan voorzien. De HUREX is, naast een marine- en mariniersoefening, dan ook een paarse training.
In vogelvlucht door de oefening? Kijk dan de onderstaande video!
‘De mensen in een getroffen gebied kunnen vertrouwen hebben in ons’
Van ramp naar ramp
De hulpvraag van een getroffen land kan van alles omvatten. Daar zit meteen de complexiteit van noodhulpmissies. Wil je je goed voorbereiden dan moet je ook álles trainen. Sint-Maarten is tijdens de HUREX daarom verdeeld in drie sectoren. De militairen bewegen zich na aansturing van de staf kriskras over het eiland, binnen een decor van verschillende rampscenario’s. Kettingzagen worden aangewend om een weg vrij te maken van omgevallen bomen. Genisten maken de gesimuleerde schade op in zogenoemde damage assessments. En in een levensmiddelenmagazijn wordt een plundering gesimuleerd waarbij de oefenvijand alles wat draagbaar of rolbaar is rooft.
Het levert bijzondere taferelen op. Een dame in bikini loopt het azuurblauwe zeewater uit om even te gaan zonnen. Een paar meter verderop rennen de militairen met gasmasker op en met gewonden over de schouder.
Doodsbang
Pindakaas, tomatenblokjes, ketjap en kruiden: alles wordt gestolen. Aan de militaire eenheden de taak om daar een einde aan te maken. Een dergelijke plundering oefenen is van levensbelang, weet Joseph als geen ander. De manager van het levensmiddelenmagazijn werkt daarom maar al te graag mee aan het oefenscenario: “In 2017 stonden hier tientallen mensen voor de rolluiken van de zaak, klaar om alles leeg te roven. We barricadeerden de shutters met pallets. Toch kwamen er enkelen binnen. We waren doodsbang. We hebben nog geluk gehad. De loods hierachter vielen ze binnen met machetes en andere wapens. Als je honger hebt, ga je rare dingen doen. Ik ben blij dat de mannen hier trainen. Voor hetzelfde geld hebben we hun hulp ooit echt nodig.”
Blauwdruk werkt
Wanneer de storm is gaan liggen, blikt luitenant-kolonel der mariniers Tim van Wijk terug. De militair is normaliter de commandant van de Marinierskazerne Savaneta, maar de afgelopen dagen zwaaide hij de scepter over de Taskforce Sint-Maarten. “Ik kijk terug op een geslaagde oefening. De inzet van onze mensen, de alarmering naar Nederland en naar de verschillende ministeries; we kunnen zeggen dat onze blauwdruk werkt en dat we de broodnodige noodhulp kunnen bieden als die van ons wordt gevraagd. De mensen in een getroffen gebied kunnen vertrouwen hebben in ons.”