Tekst kapitein Arjen de Boer
Foto sergeant-majoor Aaron Zwaal
Nederlandse militairen op herhaling in tropisch woud Suriname
De jungle is volgens veel militairen de zwaarste omgeving om in te vechten. Moeder Natuur is neutraal, maar als je haar niet respecteert kan ze zich tegen je keren.
Zet kapitein der mariniers Ritchie van Ravesteijn in de jungle en zijn ogen gaan twinkelen. Wat de één een groene hel noemt vol irritante beestjes, vindt Ritchie de mooiste plek op aarde. De flora en fauna, het afzien in de hitte, knokken in een omgeving waar de begroeiing zo dicht is dat de collega’s links en rechts nauwelijks te zien zijn.
Dat vraagt nogal wat van een militair, weet de kapitein uit eigen ervaring. “In Belize kreeg ik ooit coördinaten om naartoe te navigeren. We keken naar links en zagen een bijna loodrechte muur.” Moesten ze echt die berg op, dwars door alle struiken en bomen? Ja, dat moest. Meteen een stukje bergtraining meepakken. Maar dan in de vochtige hitte. Binnen no time is het gevechtspak doorweekt. “Je kunt niet iedere boom vastpakken om je aan op te trekken”, zegt Ritchie. “Veel hebben gemene stekels.”
‘Anders straft de jungle je af’
Tekort aan instructeurs wegwerken
Dat is ook wat twee pelotons van het Korps Mariniers en een peloton van 11 Luchtmobiele Brigade aan den lijve meemaakten tijdens de jungletrainingen in Suriname. Vanwege wat opstartproblemen moest het grootste gedeelte na de basiscursus naar huis. Tot 15 mei zitten er nog bijna dertig Nederlandse militairen in de bush om de Jungle Warfare Instructor Course (JWIC) te volgen. Besloten is om daar de focus op te leggen aangezien Nederland een tekort heeft aan zulke instructeurs, aldus Ritchie die namens het Marine Training Command (MTC) verantwoordelijk is voor de trainingen. “Die collega’s hebben we hard nodig om toekomstige trainingen op een veilige en verantwoorde manier te verzorgen.”
Niet ondenkbaar
Waarom eigenlijk trainen in de jungle? Alle focus lijkt nu te liggen op grootschalig landoptreden, zoals nu in de oorlog in Oekraïne gebeurt. De Russische inval heeft de NAVO wakker geschud. Maar het is niet ondenkbaar dat er een conflict uitbreekt of er een crisissituatie is waarbij Nederlandse militairen de jungle in moeten. “Dat is natuurlijk een politieke beslissing”, zegt majoor der mariniers Maarten Nederlof. “Maar als het zover komt moeten we daar klaar voor zijn en daarom is hier trainen heel belangrijk.”
Oefenen in de jungle is tevens een manier om de deelnemers te harden, hun grenzen te laten verleggen en een betere militair te worden. Moeder Natuur eist namelijk dat je jezelf goed verzorgt en dat je basis-skills en drills zoals communicatie, wapenonderhoud en navigatie op orde zijn. “Anders straft de jungle je af”, is een veelgehoorde uitspraak in Suriname.
Flora en fauna
De jungle van Suriname is sowieso bijzonder. Volgens een bord op de nationale luchthaven Johan Adolf Pengel is het Zuid-Amerikaanse land het meest dichtbeboste land ter wereld. Er leven meer dan 120 soorten amfibieën en meer dan honderd soorten slangen. De meeste niet giftig, maar er zijn twaalf soorten waarvan het gif dodelijk kan zijn als de beet niet op de juiste manier wordt behandeld. Wanneer de zon schijnt klimt de temperatuur als snel richting de dertig graden Celsius, wat heet aanvoelt door de hoge luchtvochtigheid. Als het regent breekt de hemel open en kan het tot wel tien uur lang plenzen.
‘Conflict in de jungle niet ondenkbaar’
Bijzondere band
De jungletrainingen zijn eerder gegeven in landen als Belize en Frans-Guyana. Maar met Suriname heeft Nederland natuurlijk een bijzondere band vanwege de koloniale geschiedenis. Lange tijd was het niet mogelijk om in Suriname te trainen. Tot vorig jaar, toen er weer een eerste training werd georganiseerd in het land. Het is een van de manieren waarop Nederland en Suriname de militaire samenwerking nieuw leven in hebben geblazen. Zo doen er ook vijf Surinaamse militairen mee aan de JWIC. “Daarnaast dragen wij bij aan de gereedstelling van de Ayoko kazerne met behulp van de genie-eenheid van de landmacht”, vertelt Nederlof. “Het is wisselgeld voor het feit dat wij gebruik mogen maken van hun kazerne en oefenterreinen.”
Steeds beter
De JWIC-deelnemers krijgen intensieve begeleiding van het kader. Zo raken zij steeds bedrevener in het vechten en overleven in de jungle. Ook moeten zij elkaar lesgeven over de effecten die het regenwoud heeft op militair optreden.
Cursisten worden nauwgezet gevolgd door de instructeurs om te zien of ze genoeg progressie boeken. Als dat niet het geval is, wordt er een begeleidingsplan opgesteld en met de cursist bepaald wat er beter moet en hoe. “Soms heeft iemand gewoon een blinde vlek en is het probleem snel te verhelpen door iemand daar op te wijzen, zodat hij het snapt”, zegt Ritchie.
Na twee weken bekijkt het kader of en hoe iemand vooruitgang heeft geboekt. Wie het echt niet kan bijbenen, kan naar huis worden gestuurd, al komt dat weinig voor. “Als iemand bijvoorbeeld slecht is in navigeren en geen verbetering laat zien, dan is hij een gevaar voor zijn team, waardoor het geen operaties kan uitvoeren”, aldus de kapitein. Het is dus nog geen uitgemaakte zaak dat alle deelnemers 15 mei de eindstreep halen. Ze krijgen hun certificaat zeker niet cadeau. Niet van het kader, niet van Moeder Natuur.
Medevac
Tijdens de jungletraining staat er 24/7 een ingehuurde helikopter klaar voor medische noodevacuaties. Zonder kan de training niet doorgaan. Check de fotoserie onderaan.