Tekst kapitein Jessica bode
Foto Korporaal-1 Brian Vonk

240 Dienstencompagnie aan zet op Curaçao

Militaire koks van 240 Dienstencompagnie in Stroe hebben de afgelopen weken op Curaçao de keukenbrigade van marinekazerne Suffisant ondersteund, om de honderdvijftig deelnemers van de landmachtoefening Carribean Poacher driemaal daags van voeding te voorzien. Want als het kwik oploopt tot ruim dertig graden is goed eten en drinken bittere noodzaak. “Ook de liefde van de militair gaat door de maag.”

'Hier wordt nog écht gekookt'

“Let op lui, overdag drink je bij inspanning anderhalve liter water. Én eet voldoende! Je hebt misschien niet snel honger, maar je hebt voedingsstoffen nodig om de dag goed door te komen. Anders kom je jezelf wel tegen.”

De boodschap voorafgaand aan de fysiek zware training van 43 Gemechaniseerde Brigade is duidelijk. Toch zijn er na een aantal dagen wat uitvallers die niet goed voor zichzelf hebben gezorgd. Onvoldoende water, maar ook juist te véél water of weinig eten in combinatie met hitte en inspanning eisen bij sommigen hun tol. Aan de kwaliteit van de voeding zal het in ieder geval niet liggen.

Bij fysiek zware inspanning in dit klimaat wordt zoveel gezweet dat er niet alleen goed gedronken, maar ook gegeten moet worden.

Handjes

In de kombuis van marinekazerne Suffisant is de negenkoppige keukenstaf van ’s ochtends vroeg tot ’s middags bezig om dagelijks tientallen vaste kostgangers te voeden. Vanwege Carribean Poacher kwamen daar de afgelopen weken ineens honderdvijftig hongerige monden bij. Daar konden ze wel wat handjes bij gebruiken, dus reisden korporaals Diana en Robert af naar het tropische eiland.

En daar keken de koks hun ogen uit. Hier wordt nog écht gekookt. Geen plaats voor pakjes, zakjes of doodgekookte kant-en-klaarmaaltijden. Wel dagverse voeding, met liefde bereid. Iets dat in Nederland niet vaak meer gebeurt.

Korporaals Diana en Robert van 240 Dienstencompagnie reisden de afgelopen weken af naar Curaçao om de keukenbrigade van marinekazerne Suffisant te ondersteunen.

Opwarmen

“De landmacht kiest bij oefeningen in bijvoorbeeld Nederland of Duitsland voor ingevroren kant-en-klaarmaaltijden die alleen nog opgewarmd moeten worden. Daarom houden wij ons eigenlijk alleen nog bezig met planning en logistieke randzaken”, vertelt Diana.

‘Ik wilde eerst niet, maar het is me heel erg goed bevallen’

Toen ze zes jaar geleden als soldaat bij Defensie aan de slag ging, had ze niet gedacht dat ze op deze plek terecht zou komen. “Ik werd zonder ervaring op functie geplaatst. Daarvoor moest ik eerst naar de Belgisch-Nederlandse Cateringschool in Brugge. Dat wilde ik eerst niet, maar het is me tóch erg goed bevallen.”

Koken met dagverse producten.

Warme prak tussen de middag

Voor de oefenende landmachters was het wat opvallend, een warme maaltijd als lunch. Toch is het typisch voor de marine. “De marine draait veel verschoven diensten, maar tussen de middag heeft iedereen over het algemeen wel tijd voor een warme maaltijd”, weet militair kok korporaal Robert.

Aanpassingsvermogen

Ook hij mist het praktische gedeelte van z’n werk. “Je ziet hier dat je wel degelijk voor honderden mensen kunt koken en dan ook iets gezonds en smaakvols kunt klaarmaken.” Maar zulke grote aantallen vergen wel wat aanpassingsvermogen. “Mooi om hier te leren”, vertelt hij al turend in de stoomoven. “Met zestig procent stoom kun je verwarmen, maar blijft het gerecht sappig.”

Op Suffisant werkt een negenkoppige, vaste keukenstaf. Het gros komt van de marine, er zijn ook burgermedewerkers.

Kerriesoep

Eén van Roberts leermeesters is de Antilliaanse Jeannet, die al 23 jaar in de kazernekombuis werkt. Omdat er hier zowel Nederlandse als Antilliaanse militairen komen, weet ze als geen ander wat ze moet bereiden.

‘Eten verbindt, dat is gewoon zo'

“We maken minstens twee verschillende gerechten”, benadrukt ze, terwijl ze in kerriesoep staat te roeren. Vers van een roe met boter en bloem. Een klein pannetje, want gebonden soep komt er bij Antilianen niet in. Terwijl Nederlanders er doorgaans gek op zijn. “Ze houden nu eenmaal van andere smaken. Nederlanders eten wat flauwer, Antilianen zijn gewend aan meer vet en weinig groenten.”

De Antilliaanse Jeannet, ze wil niet herkenbaar op de foto, werkt al 23 jaar in de kombuis van marinekazerne Suffisant. Ze weet door haar ervaring als geen ander wat ze moet bereiden. “Nederlanders eten wat flauwer, Antilianen zijn gewend aan meer vet en weinig groenten.”

Surinaamse Pom

Vandaag wordt ‘in het veld’ Pom gegeten. Een Surinaams ovengerecht met kip en wortel, geserveerd met pistolet en rijst (voor net wat meer eiwitten). Op Suffisant is er nog een extra keuze voor schnitzel met frietjes. Ook eieren, avocado’s, radijsjes, komkommers, sla en tomaten vliegen over de snijplank om vervolgens in een groene salade te belanden.

Niet onopgemerkt

Dat er gedurende deze oefening driemaal daags verse lekkernijen worden geserveerd, die met liefde en aandacht zijn bereid, blijft niet onopgemerkt. Het is het gesprek van de dag. Wanneer korporaal Timo en z’n collega’s van de Delta Compagnie van 45 Pantserinfanteriebataljon aankomen en de warmhoudbakken klaarzetten, snellen de militairen zich naar de eettent om te kijken wat de pot schaft.

Korporaal Timo en zijn collega’s van de Delta Compagnie van 45 Pantserinfanteriebataljon verzorgden de logistiek, waaronder het vervoeren van de maaltijden van Suffisant naar het oefenterrein.

Gevolgd door louter positieve geluiden. Compliment aan de keuken. Diana snapt dat wel: “Ook de liefde van de militair gaat door de maag. Eten verbindt, dat is gewoon zo. Wie lekker eet is gemotiveerder en wil harder werken.” Waarom de landmacht ‘thuis’ dan tóch kiest voor ingevroren ‘single en multi’ porties’ (Chef Martin) is voor velen een raadsel. Navraag leert dat het niet zozeer goedkoper is, maar wel makkelijk en consistent qua voedingsstoffen en kwaliteit. Diana: “En toch hoop ik dat het koken bij ons terugkomt, net als bij de marine.”