Tekst kapitein Jessica Bode
Foto korporaal-1 Brian Vonk

43 Gemechaniseerde Brigade draait uitdagend programma op Curaçao

Een deel van de brigade waarvan gepantserde (rups)voertuigen de ruggengraat vormen moest het even zonder Fennek, Leopard en CV90 doen. De honderdvijftig militairen van 43 Gemechaniseerde Brigade waren afgelopen weken op Curaçao voor mentale en fysieke uitdagingen, die gepaard gingen met verrassende acties op onbekende terreinen. Zoals het water...Voor het gros van de landmachters was dit amfibische programma het hoogtepunt van de oefening Caribbean Poacher.

Slaap of geen slaap, de plicht roept!

Het is vijf uur. De wekker gaat op de militaire oefenbasis Wacao in het noordwesten van Curaçao. Slaperig openen de militairen hun ogen. De hitte voorkomt een echt goede nachtrust en wie na urenlang plafondstaren eindelijk wegdommelt, wordt weer halsoverkop gewekt. Maar slaap of geen slaap, de plicht roept! Uit de veren, ontbijten en klaar voor actie.

Caribbean Poacher

Tijdens de landmachtoefening Caribbean Poacher in april op Curaçao lag de focus niet op optreden met de vertrouwde (rups)voertuigen, maar coping en individuele en groepsvorming. Dat is van grote waarde voor een grote groep kersverse infanteristen, maar ook voor 43 Herstelcompagnie. De monteurs deden niet eerder zo’n training.

De dag begint met een korte speedmars van twee kilometer naar de kust.

‘Ik maak me best een beetje zorgen hoelang de speedmars gaat zijn’

Camelbaks gevuld

Een uur later staan de mannen en vrouwen van 43 Herstelcompagnie en 45 Pantserinfanteriebataljon klaar voor vertrek. Al wordt eerst nog gecontroleerd of de camalbaks, rugzakken met water, zijn gevuld. Dan start het verrassingsprogramma met een speedmars, waarvan de militairen van tevoren niet weten hoelang het gaat duren. En dat is gelijk een stukje mentale uitdaging, waar sommigen wat gespannen voor zijn. “Ik kom net uit de Algemene Militaire Opleiding. Ik maak me best een beetje zorgen hoeveel kilometer de speedmars gaat zijn”, erkent Panzerfaust-schutter soldaat-2 Laura.

Daaibooi

Gelukkig voor haar en de collega’s is de mars ‘slechts’ twee kilometer. Maar wel via onverhard en zeer heuvelachtig terrein in dertig graden Celsius en een luchtvochtigheid van ruim tachtig procent. Via de ‘Weg naar Daaibooi’ naar het azuurblauwe Daaibooi Beach; een van de weinige ‘local stranden’ van het eiland.

Onder toeziend oog van de eerste strandgangers die zich opmaken voor een zonovergoten dag, hangen de militairen af. Ze vervolgen vanaf het strand hun route, via een stijl basaltstenen pad naar de top van de klif. De smalle lavastenen route is omringd door cactussen en andere ondefinieerbare stekels. Na een paar minuten houdt de club, in delen opgesplitst, halt. De militairen zijn een paar stappen verwijderd van het acht meter hoge ‘springpunt’. Handen gekruist voor de borst, voeten strak tegen elkaar. Eenmaal in het warme, helderblauwe water van de Caribische Zee volgt een nieuwe opdracht.

Via een stijl pad van basaltstenen en versteend koraal komen de militairen bij een acht meter hoog springpunt. Daar moeten ze vanaf om vervolgens een stuk te varen.

Whoei

De eerste deelnemer stapt naar voren. Een lichte twijfel in de ogen. Voeten op het randje, toch even naar beneden kijken. Oeh, best hoog. Je ziet de jongeman tellen. 3…2…1. Een lichte ‘whoei’ volgt, waarna hij een soort bakje van z’n vingertoppen maakt en bovenop z’n hoofd zet. Het teken dat alles goed gaat. En zo volgen, verspreid over meerdere dagen, al de honderdvijftig deelnemers. De één soepeler dan de ander. Wie onderweg de regels vergeet kan maar zo ongelukkig met z’n bibs op het water terechtkomen.

Peddelend door woeste golven naar Playa Manzaliña

Na de ‘waterlanding’ zwemmen de militairen naar de rubberboten en klauteren erin. Met kisten en een gevechtstenue geen gemakkelijke opgave. Als ze goed en wel zitten, krijgen ze te horen dat ze de eerder geoefende boatdrill moeten laten zien. Dus laten de infanteristen en ondersteuners zich weer in het water vallen. De boten worden omgekiept in het helderblauwe water, dat nog het meest lijkt op een golfslagblad in een tropisch zwemparadijs. De procedure wordt uitgevoerd; iedereen weer aan boord en de reis zet zich voort.

Bij de boatdrill, die eerder die week werd geoefend op Marinebasis Parera (foto links), duikt één persoon onder een omgekiepte boot. Een ander staat er bovenop. Op een afgesproken moment laat de militair boven zich in het water vallen, trekkend aan het touw vanonder de boot. En met wat hulp van onder zwaait de boot weer in z’n normale positie.

Mentaal

Een wederom onbekend lange opdracht volgt. Weer zo’n mentale component die de oefening eigenlijk zwaarder maakt dan-ie fysiek is. Het blijkt vier kilometer te zijn. “Roei, roei, roei”, klinkt het in de verte. De bootjes zijn verrassend snel uit zicht. Peddelend door woeste golven via Playa Hunku, Cas Abao en Largu naar Playa Manzaliña. Op dit grove zandstrand met kleine steentjes en versteend koraal verruilen de mannen en vrouwen hun rubberboot voor de benenwagen. Maar niet voordat er eerst goed gegeten en gedronken is.

‘Dit kom je in de AMO niet tegen’

Soldaat-2 Lars valt met de oefening op Curaçao met z’n neus in de boter. Hij had nog niet goed en wel z’n Algemene Militaire Opleiding (AMO) afgerond of hij kon een dag later z’n spullen pakken voor Caribbean Poacher. Z’n ogen fonkelen. “Wat een ervaring. Dit kom je in de AMO niet tegen”, zegt hij met een hap Mars in z’n mond en brede grijns op z’n gezicht.

Amfibische mars

Na een korte break start de laatste uitdaging van die dag; de amfibische mars langs een stuk zuidkust van het eiland. Via het zand en water, langs door golfslag uitgeholde kliffen. Twee kilometer om precies te zijn, naar het verscholen strandje Playa Hunti. In de verte, onder een puntig uitstekende rots, komen de eerste militairen tevoorschijn. Het water is daar te diep om te lopen, dus wordt er gezwommen.

Een zware amfibische mars, maar wel een bijzondere route langs door golfslag uitgeholde kliffen.

Al hebben de creatievelingen daar een oplossing voor. “Als je je camelbak leegdrinkt en vult met lucht, krijg je een soort reddingsvest. Met het zwemvest dat we al aan hebben kun je prima drijven”, weet korporaal Jelle te vertellen. Wat overigens niet betekent dat het dan geen uitputtingsslag meer is. Puffend en soms kokhalzend bereiken de mannen en vrouwen het strand. Geholpen door collega’s van de sport, die de activiteit hebben bedacht en uitvoeren.

Teamgevoel

Eenmaal op het droge worden high fives enthousiast uitgedeeld. “Natuurlijk is het zwaar. Zeker met deze kleding, temperaturen en een ruige zee”, reageert korporaal-1 Ton resoluut. En vergeet de oefeningen van vanmorgen niet, die al een flinke tol hebben geëist. “Toch vind ik dit programma het leukste wat we hebben gedaan”, voegt de CV90-monteur toe. En daarin staat hij niet alleen.

‘Ik ben blij dat het erop zit’

Het amfibische programma is bij het gros favoriet, omdat het iets is dat zowel de infanteristen als herstellers normaal niet doen. “En als team bezig zijn… Dat is óók bijzonder. Wij werken vaak alleen of in duo’s, dat teamgevoel zijn we niet zo gewend”, voegt korporaal Tyrisa toe. Ze sjokt, zienderogen doodop, uit het water. “Ik ben blij dat het erop zit”, erkent de enige deelnemende vrouw van 434 Herstelpeloton.

Even een snack onderweg. Goed eten en drinken is belangrijk.

Gelukkig

De wapenherstelster, met Antilliaanse roots, is desondanks blij dat ze mee mocht. “Ik ben hier nooit eerder geweest. Zo mooi om op het eiland te zijn en dan zo’n programma te draaien. Met het zwemmen had ik vandaag wat moeite, maar achteraf is het natuurlijk geweldig.”

Een zware oefening vraagt veel van het individu. En dan komt alles aan op een hecht team. Een van de speerpunten van deze landmachtoefening.