01

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 16

Laatste Nederlandse rotatie CBMI in Irak

Tekst kapitein Jaap Wolting
Foto sergeant-majoor Hille Hillinga, sergeant-majoor Gerben van Es

Force protection scherp tot de laatste minuut

De Alpha compagnie van 13 Infanteriebataljon Regiment Stoottroepen Prins Bernhard draaide de afgelopen maanden in Erbil de laatste rotatie Capacity Building Mission Iraq. Naast het beveiligen van Erbil Air Base stonden ze gereed als Quick Reaction Force en vervoerden ze militaire adviseurs door Koerdistan. Op 1 mei trokken ze de deur achter zich dicht en nam Estland de taken over.

“Hoe het voelt om hier de laatste Nederlandse eenheid force protection te zijn? Je merkt het straks alleen aan de overdracht. Die moet in het Engels, omdat Estse collega’s ons werk overnemen. Verder vind ik het vooral jammer dat de uitzending er al bijna op zit. Ik was graag langer gebleven.”

‘Ik was graag langer gebleven’

Korporaal Tom staat pal in de zon op post Alpha; de toegangscontrole op de base voor iedereen die door wil rijden, ongeacht rang of nationaliteit. Waar het een week geleden nog met bakken uit de hemel kwam “we stonden hier aardig af te niften”, tikt het kwik nu de dertig graden aan. Op de achtergrond blèrt ‘The show must go on’ uit een speakertje in het wachthok. “Al lijkt dit weinig uitdagend, je moet continue scherp blijven op ieder gezicht, iedere pas.” Zijn maatje korporaal Bas knikt instemmend en klokt een flesje water weg. “Het is wel lekker dat we hier met twee man staan. Dat is genoeg om door te wisselen waardoor je snel kunt werken.”

Onvermurwbaar

Dat twee man op post essentieel is, blijkt als iemand met een verlopen pas toch probeert door de controle te komen. Het verkeer moet immers door. Hij mag zijn voertuig parkeren en groepscommandant sergeant Arend, toevallig aanwezig, neemt het even over. Het Tactical Operation Centre (TOC) krijgt ook meteen een update en de Commander of the Guard (COG) legt uit dat de local toch echt een nieuwe bezoekerspas moet ophalen. “Hier moet je onvermurwbaar zijn, anders blijven ze het proberen."

Einde CBMI

Nederland startte in 2015 in coalitieverband met de Capacity Building Mission Iraq. In het begin lag de focus op het opleiden van Iraakse en Koerdische strijdkrachten. Vanaf 2020 kreeg de missie een ander karakter. Nederland leverde nog wel militaire adviseurs, maar trainde geen troepen meer. De focus kwam in eerste instantie te liggen op het beveiligen van Air Base Erbil. Later kwam daar de Quick Reaction Force bij en het vervoeren en beveiligen van militaire adviseurs (ten dele Nederlanders).

Nu neemt Estland de Force Protection (FP) in Erbil in z’n geheel over. Van het National Support Element, dat zorgde voor de essentiële ondersteuning, blijft slechts een handjevol mensen vanuit Erbil opereren. Mede in afwachting van keuzes die de Nederlandse politiek nog moet maken over eventuele deelname aan een missie in Bagdad.

Amerikaanse pantserbak negeert stoptekens

Menens

Arend vervolgt samen met chauffeur soldaat-1 Justin zijn weg naar de DFAC, de Amerikaanse eetzaal. “Lekker man, broodje hamburger”. De COG heeft echter nauwelijks zijn tanden gezet in die vette hap of hij kan al een sprintje trekken naar het voertuig.

Via de comms meldt Bas dat een Amerikaanse pantserbak stoptekens genegeerd heeft en is doorgereden bij post Alpha. Een alerte Duitse korporaal heeft door dat het menens is en houdt de deur van de eetzaal wagenwijd open om de rennende Nederlanders de ruimte te geven. “Wat is dit voor dag, joh?”, roept Arend. Hij zoekt contact met het TOC, terwijl Justin z’n Toyota Landcruiser dwars door het verkeer op de base stuurt.

‘Druk ‘m aan de kant!’

Communiceren

Aan alles merk je dat het geen oefening is. “Druk ‘m aan de kant!” zegt Arend geïrriteerd als een voertuig niet snel genoeg reageert op de lichtsignalen van Justin. Al claxonnerend trapt de soldaat het gas in, terwijl zijn groepscommandant met verschillende partijen tegelijk probeert te communiceren. Radio in de ene hand voor contact met het TOC, telefoon in de andere om precies te achterhalen wat er aan de hand is.

“De hele base afzoeken naar dat voertuig”, geeft hij aan. Tegelijkertijd komt het Initial Response Team in actie. Het duurt niet lang of Arend krijgt de melding dat het IRT de doorrijder heeft gevonden. Toevallig komen de Amerikanen precies voor het Nederlandse Camp Bulldog langs en worden ze gestopt. “Normaal worden we niet gecontroleerd”, brengt een van hen in. Bullshit. Iedereen, civiel of militair, laat zijn pas zien voor hij door mag rijden.

Spikes

Terug op post Alpha is Toms hartslag inmiddels gedaald, maar is hij nog steeds verbijsterd. “Wat een klootzakken, ze reden me bijna aan.” Bas: “Als je een stopteken krijgt, stop je gewoon. Volgende keer trek ik de spikes (serie pinnen over de gehele breedte van het wegdek, red.) omhoog.” Justin staat er lachend naast. “Mooi man, de hele uitzending heb ik hier niet harder dan dertig mogen rijden en nu kon ik gewoon plankgas.”

Zonder NSE geen redeployment

Sergeant Jelles is distributeur bij het National Support Element (NSE). “Gedurende bijna de hele missie is het NSE ondersteunend aan de force protection, maar op dit moment zie je dat het meer andersom is”, verklaart de onderofficier terwijl hij de wacht houdt bij munitiecomplex Blaha. Omdat de Amerikanen het niet voor elkaar krijgen personeel te regelen voor deze munitiewacht, lossen de FP en het NSE het gezamenlijk op. “Mooi toch, elkaar zo uithelpen?”

Daarnaast is Jelle onder meer druk met het innemen en verzendgereed maken van materiaal dat terug moet naar Nederland. “Als er een C-17 landt, heeft die altijd een crew aan boord die bepaalt op welke plaats ons materiaal in de kist komt te staan. We zorgen er puur voor dat de ladingen op tijd bij het vliegveld staan.”

“Hoe ik ervoor zorg dat deze missie qua logistiek soepel naar z’n einde loopt? Als NSE doen we dit natuurlijk niet alleen. Voor CBMI gaat het gepaard met het invliegen van een team van 120 Deploymentcompagnie uit Stroe. Waar zij zich bezighouden met innemen van materiaal, zorg ik aan de voorkant voor genoeg unipacks en inpakmateriaal, en de transportplanning tussen Camp Bulldog, waar de FP zit, en het NSE op Camp Stephan.”

“Ver vooruitplannen is hier pittig, naast last minute veranderingen die altijd op je pad komen. Zo had ik recent een meeting met een Est. Had te maken met een Amerikaanse C-17 die vracht voor de Esten zou meenemen. Alles was al geregeld met de Amerikanen, vertelde hij. Maar later kwam ineens de vraag of wij even vijftien vliegtuigplaten voor ze konden opslaan, juist in de periode dat wij druk zijn met onze eigen redeployment.”

Nederlandse steun aan Irak blijft bestaan

Onze krijgsmacht draagt nog steeds bij om Irak veiliger te maken. Nederland neemt deel aan de capaciteitsopbouwmissie NATO Mission Iraq, er zijn stafofficieren in Bagdad en Koeweit en ons land leidt een operationeel adviesteam in Erbil. Zo helpt Defensie de Irakezen bij het verder professionaliseren van de veiligheidssector.