Tekst Leo de Rooij
Foto NIMH, beeldbank WOII
Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 11
Terugkijker
Het is weer tijd voor een blik op de kalender. In de rubriek 'Terugkijker' richten we het vizier om de week op een gebeurtenis uit het verleden. Van militair-historische aard en gebeurtenissen waarbij Defensie betrokken was, maar ook situaties met globale impact.
Om hiermee het ‘o ja’-gevoel op te roepen, maar ook omdat we in deze jachtige tijd gebeurtenissen vaak zo snel vergeten of het ons niet meer exact herinneren. In deze aflevering speciale aandacht voor de Franse auteur Jules Verne (1828-1905). De vader van de science fiction, die op 24 maart 1905 overleed.
Verne zijn avontuurlijke reisbeschrijvingen naar onbekende gebieden zoals de diepzee, het binnenste van de aarde en de maan, spraken bij velen tot de verbeelding. Hij beschreef in zijn boeken veel zaken die destijds als fantasie werden beschouwd, maar later in een indrukwekkend aantal gevallen werkelijkheid werden. Zo vertelde hij over onderzeeboten, allang voordat die bestonden, en de rol die deze vaartuigen zouden kunnen spelen als militair wapen. En hij voorzag een reis naar de maan, die pas ruim honderd jaar later gerealiseerd zou worden.
De schrijver ontkende overigens altijd dat hij een futuristisch profeet was. Hij stelde dat zijn verhalen, meestal gebaseerd op reeds bestaande kennis, bij toeval een voorspellend karakter hadden.
Nantes
Jules Gabriel Verne werd in 1828 geboren in een van de betere wijken van de havenstad Nantes. Hij was de oudste van vijf kinderen van Pierre Verne, een Parijse advocaat, en Sophie Allotte de la Fuÿe. In 1847 ging hij naar Parijs om rechten te studeren en behaalde zijn diploma. Hij trouwde in 1857 met Honorine de Viane, een weduwe met twee dochters. In 1861 kregen ze samen nog een zoon, Michel Jules Verne. Ondanks z’n studie wordt Verne schrijver. Hij begon met komedies in verzen en proza, waarvan sommige ook werden opgevoerd.
In Parijs maakte hij kennis met de bekende auteur Alexandre Dumas, die hem schrijfadvies gaf. En in 1862 kwam Verne in contact met uitgever Jules Hetzel, die toen een wetenschappelijk blad wilde uitgeven. Het tijdschrift ‘Magasin d’Éducation et Récreation’ zou Vernes verhalen in delen publiceren en daarna gebundeld uitgeven in de serie ‘Voyages Extraordinaires’ (Wonderreizen).
Verne zijn eerste wetenschappelijke roman, zoals hij zijn werk betitelde, was ‘Cinq Semaines en Ballon’. Bij ons bekend als ‘Vijf weken in een luchtballon’. Die roman betekende in 1863 zijn doorbraak en werd in verschillende talen gepubliceerd.
Naar de zeebodem
Op de Wereldtentoonstelling van 1867 in Parijs was een model te zien van een soort onderzeeboot: Le Plongeur (De Duiker). Dat prikkelde de fantasie van Verne voor de roman ‘Twintigduizend mijlen onder zee’. In dit verhaal bevaart kapitein Nemo in de onderzeeboot Nautilus de wereldzeeën. De boot werd geheel aangedreven door elektriciteit en was voorzien van apparatuur voor nauwkeurig onderzoek op de zeebodem.
Dat Verne zijn fantasie niet altijd toetste aan de werkelijkheid blijkt wel uit de omschrijving van de onderzeeboot. Op de illustraties oogt het vaartuig smal en gesloten, terwijl binnenin enorm grote ruimtes bestaan met een bibliotheek, eetzaal en groot rond venster met uitzicht op de diepzee.
Spektakelstuk
In die tijd was er veel belangstelling voor wetenschap en technische vooruitgang. Reisverhalen over het ‘onbekende’ waren ook populair. ‘De reis om de wereld in tachtig dagen’ (1873) werd dan ook Vernes succesvolste roman, mede door latere verfilmingen. Bij zijn leven werden reeds een half miljoen exemplaren verkocht.
Het reisschema in het boek ontleende Verne aan een tijdschriftartikel en een boek over een wereldreis, kort daarvoor gepubliceerd door William Perry Fogg. Die kennen we uit het verhaal als de ondernemende reiziger Phileas Fogg. De roman bracht Verne roem en rijkdom, mede omdat het verhaal groots werd vertaald in een toneelstuk met echte olifanten.
Toekomstvoorspeller
Al met al stond Verne vooral bekend als de schrijver die de toekomst kon voorspellen, want zijn beschreven fantasieën werden later soms werkelijkheid. Verne schreef bijvoorbeeld over een reis naar de maan, die pas honderd jaar later tijdens het Apollo-programma werd gerealiseerd. Hij voorzag onder meer lange afstandsreizen in luchtballonnen en tochten van onderzeeboten onder het poolijs. Deze voorspellingen kwamen niet alleen voort uit zijn fantasie, Verne was zeer intelligent en goed op de hoogte van de technische ontwikkelingen van zijn tijd. Hij deed zelf degelijk onderzoek en paste wetenschappelijke logica toe.
Succes en zorgen
De verhalen van Verne werden door publiek en medeauteurs enthousiast ontvangen, maar mede door het grote commerciële succes hadden literaire critici minder waardering voor zijn werk. Hij werd bijvoorbeeld niet toegelaten tot de taalinstelling Académie Française, wat hij als een grote teleurstelling zag. Ook thuis waren er zorgen. Zijn huwelijk was niet gelukkig en zijn zoon Michel gaf hem veel kopzorgen.
Verne had bovendien last van zijn maag en aangezichtspijn. Door een wond aan zijn linkerbeen, een overspannen neef had op hem geschoten, liep hij continu met een stok. Hij overleed op 77-jarige leeftijd in Amiens, waar ook zijn graf is te vinden. Het Musée Jules Verne is gevestigd in Nantes.
Middelpunt
In de twintigste eeuw nam de waardering voor Verne sterk toe. Zijn boek 'Reis naar het middelpunt der aarde' werd zelfs op een leeslijst voor een wetenschappelijke opleiding geplaatst. De belangstelling voor het werk van Verne is nog altijd duidelijk aanwezig, gezien de nieuwe uitgaven en de vele Jules Verne-genootschappen wereldwijd.