Tekst kapitein Arjen de Boer
Foto Jeroen Liebers (Studio 38C) U.S. Coast Guard | Video U.S. Coast Guard
Internationale samenwerking werpt vruchten af
De Koninklijke Marine ving samen met lokale partners vorig jaar een recordhoeveelheid drugs in de Caribische regio. Een sleutelfactor voor dit succes is de internationale samenwerking.
Op hoge snelheid scheert een verdachte speedboot over de Caribische Zee. De zogeheten go-fast probeert uit handen te blijven van de achtervolgers, Nederlands marinepersoneel op een FRISC (snelle interceptieboot). Maar de smokkelaars komen niet ver. Met een gericht schot worden de buitenboordmotoren uitgeschakeld. Aan boord liggen balen cocaïne. De smokkelaars worden ingerekend, de drugs in beslag genomen en later vernietigd.
Onmisbaar
Het is een scenario dat in deze regio vaak voorkomt. Samen met de Kustwacht Caribisch Gebied jaagt de Koninklijk Marine op drugssmokkelaars. Daarbij worden ze geholpen door internationale bondgenoten die ook belangen in de Cariben hebben, zoals Frankrijk en de Verenigde Staten. Vooral met dat laatste land zijn de banden nauw.
“Deze regio is voor ons als een aangrenzende buurt. We willen dat het daar goed gaat en zaken als drugshandel en andere criminaliteit tegengaan”, zegt Margy Bond, de Amerikaanse consul op Curaçao. “Samenwerking met de Nederlanders is hierbij onmisbaar.”
35.000 kilo
Die intensieve samenwerking werpt vruchten af. Tot 2022 waren er uiteraard drugsvangsten, maar was het succes wisselend. Terwijl er vorig jaar een flinke piek te zien was, met een recordvangst van 35.000 kilo cocaïne.
‘Het is een flinke plas water’
“Door beter te coördineren en tijdens operaties nauwer samen te werken boeken we meer succes”, zegt brigadegeneraal der mariniers Frank Boots, Commandant der Zeemacht in het Caribisch Gebied (CZMCARIB). Zo wordt nauwkeurig bepaald wie wanneer welk deel van de Caribische zee in de gaten houdt. Het is een flinke ‘plas water’ en de beschikbare eenheden zijn schaars. Dan is het goed om samen een plan te smeden, middelen te concentreren en operaties uit te voeren.
Geen NH-90, maar een MH-65 Dolphin aan boord
Amerikanen aan boord
Er is dus samenwerking op de hogere dekken, op hoofdkwartierniveau. Zo is brigadegeneraal Boots ook Commander Task Group 4.4 (CTG 4.4), als het ware een ondercommandant van Joint Interagency Taskforce South. Dit is de Amerikaanse interdepartementale organisatie die zich bezighoudt met drugsbestrijding in de regio. Deze samenwerking maakt het mogelijk dat er Amerikaanse eenheden aan boord zitten van Zr.Ms. Holland, het Nederlandse stationsschip in de Carib. Het marineschip ligt daar permanent om de wateren in dat deel van de wereld te beveiligen en drugssmokkel te bestrijden.
Aan boord geen lichtgrijze NH-90 maritieme gevechtshelikopter, maar een rode Amerikaanse MH-65 Dolphin van de Amerikaanse kustwacht. Deze heli maakt deel uit van het Helicopter Interdiction Tactical Squadron (HITRON), dat is gestationeerd in Jacksonville, Florida. Het is een bewapend squadron van de Amerikaanse kustwacht dat vooral wordt ingezet voor anti-drugstaken.
“Die helikopter is ontzettend belangrijk”, zegt Boots. “Het is een extra sensor in de lucht. Daarnaast heeft het schip ook systemen om de omgeving af te speuren, en zijn er kustwachtvliegtuigen die meezoeken.”
Belangrijk detail
De MH-65 helikopter is, zoals dat in militaire termen heet, een stabiel platform. Heel anders dan een snelle onderscheppingsboot die meedeint op de golven. Dat is een belangrijk detail voor het geval waarschuwingsschoten moeten worden gelost als een go-fast weigert te stoppen. Schieten vanuit een helikopter is nauwkeuriger en veiliger. Getrainde schutters kunnen mikken op de boordmotoren en deze uitschakelen. Overigens wordt eerst geprobeerd om de smokkelaars met geluidssignalen halt te laten houden. Schieten is een laatste stap.
Getrokken wapens
Als de go-fast eenmaal stilligt, komen de FRISC-onderscheppingsboten langszij. Zo’n FRISC wordt bestuurd door Nederlands marinepersoneel, maar tijdens operaties onder de vlag van CTG 4.4 zit er ook een boarding team van de Amerikaanse Kustwacht op. Dat is het Law Enforcement Detachement (LEDET).
Zij stappen, indien nodig met getrokken wapens, daadwerkelijk aan boord bij de smokkelaars om ze aan te houden. “De verdachten worden naar Amerika overgebracht en daar berecht”, zegt consul Bond. De Amerikaanse opsporingsambtenaren zijn bevoegd de smokkelaars op te pakken. “Zo voorkomen we ook dat het lokale rechtssysteem wordt overladen door al die verdachten."
‘Nooit genoeg middelen om ze allemaal aan te pakken’
Mooi pakket
Alles bij elkaar, helikopter, schip, vliegtuig, boardingteams en FRISC, is er sprake van een zogeheten force package om smokkelaars het leven zo zuur mogelijk te maken.
“De samenwerking verloopt prima, daar hebben we niks op aan te merken”, zegt Bond. “De enige beperking is misschien onze mankracht en middelen zoals schepen en vliegtuigen om smokkelaars aan te pakken.” Want er proberen zoveel smokkelaars over te steken, dat er nooit genoeg middelen zijn om ze allemaal aan te pakken. Dat is nou eenmaal de realiteit, weet ook Bond. “Het blijft aanpoten. Maar door onze informatie, mensen en middelen nog beter te delen kunnen we zeker meer resultaat boeken.”