04

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 07

Terugkijker

Tekst kapitein Jessica Bode
Foto NIMH, beeldbankWOII

Het is weer tijd voor een blik op de kalender. In de rubriek 'Terugkijker' richten we het vizier om de week op een gebeurtenis uit het verleden. Van militair-historische aard en gebeurtenissen waarbij Defensie betrokken was, maar ook situaties met globale impact. 

Om hiermee het ‘o ja’-gevoel op te roepen, maar ook omdat we in deze jachtige tijd gebeurtenissen vaak zo snel vergeten of het ons niet meer exact herinneren. Vandaag draait het om de Februaristaking van 25 en 26 februari 1941. De grootste verzetsactie tegen Nazi-Duitsland, nu 82 jaar geleden. 

Het is de vroege ochtend van 25 februari 1941 als een van de grootste stakingen in de Nederlandse geschiedenis op het punt staat te beginnen. Tienduizenden arbeiders in Amsterdam leggen die dag het werk neer als teken van protest tegen de Duitse bezetter. Het is een krachtig signaal van solidariteit met de Joodse gemeenschap. De staking verspreidt zich snel naar andere steden, waaronder Haarlem, Hilversum en Utrecht.

*De Weerbaarheidsafdeling was de geüniformeerde ordedienst en knokploeg van de NSB. De WA bestond aanvankelijk tussen 1932 en 1935, maar werd nieuw leven ingeblazen tijdens de Duitse bezetting van Nederland in 1940.

Oplopende spanning

Eind 1940 begint de Weerafdeling van de NSB* (WA) met anti-Joodse acties in Amsterdam. Ze vernielen en stelen Joods bezit en plegen openlijk geweld tegen hen. Joden worden lastiggevallen, geïntimideerd, uitgescholden. Op straat worden borden opgehangen met ‘Joden niet gewenscht’. In de maanden die volgen treft de Duitse bezetter steeds hardere maatregelen tegen de Joodse gemeenschap. Vrijheden worden verder ingeperkt en steeds vaker ontstaan massale vechtpartijen tussen de WA en Joodse, en ook niet Joodse, Amsterdammers.

Op 9 februari 1941 drongen NSB'ers, bijgestaan door Duitse militairen, op het Thorbeckeplein ‘Café Alcazar' binnen omdat daar nog Joodse artiesten optraden. Dit leidde tot een vechtpartij waarbij 23 mensen gewond raakten.

Razzia

Vanwege deze en andere incidenten gaan Reichsführer-SS Heinrich Himmler, SS-vertegenwoordiger Hanns Albin Rauter en Rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart over tot razzia’s. Om een voorbeeld te stellen worden op 22 en 23 februari in totaal 427 Joodse mannen tussen de twintig en vijfendertig jaar oud opgepakt en op het Jonas Daniel Meijerplein en het Waterlooplein verzameld. Vanaf daar werden ze via Kamp Schoorl, het eerste concentratiekamp in Nederland, naar Buchenwald en Mauthausen gedeporteerd. Slechts twee mannen overleven deze eerste, grootschalige razzia in bezet Nederland.

Op zaterdagmiddag 22 februari 1941 verscheen een colonne Duitse vrachtwagens in de buurt van het Waterlooplein. De omgeving werd afgezet.
Op meedogenloze wijze werden jonge Joodse mannen op het Jonas Daniel Meijerplein en Waterlooplein bijeen gedreven om vervolgens te worden gedeporteerd.

Verontwaardiging

De klopjacht leidt tot hevige verontwaardiging onder de bevolking. Op 24 februari verzamelen Amsterdamse gemeentewerkers zich op de Noordermarkt voor een bijeenkomst van de ondergrondse Communistische Partij Nederland (CPN). Zij besluiten het werk neer te leggen uit protest tegen de Jodenvervolging.

In 2016 dook deze foto op van Keimpe Sikkema uit Zwaagwesteinde, destijds werkzaam bij dagblad Het Volk. Hij was 22 jaar toen hij de foto maakte. Er is een groep mensen te zien die zich tijdens de Februaristaking heeft verzameld in Amsterdam. Dit is waarschijnlijk een van de weinige foto’s van de gebeurtenis. Veel beeldmateriaal van de staking is er nooit gevonden. Foto: Facebook.

Olievlek

Omdat er een dag later in de vroege ochtend geen tram in de stad te bekennen is, wordt al snel duidelijk dat er een staking gaande is. De actie breidt zich als een olievlek uit. Winkels sluiten de deuren, scholieren verlaten de klaslokalen, conducteurs en trambestuurders rijden geen centimeter meer en medewerkers van gemeentelijke diensten, kantoren, scheepswerven, confectieateliers en metaalbedrijven weigeren dienst.

Steeds meer arbeiders sluiten zich aan bij wat later de grootste verzetsdaad tegen Nazi-Duitsland wordt. En niet alleen in de hoofdstad. Een dag later, in kleinere aantallen, leggen ook arbeiders in de Zaanstreek, Haarlem, Velsen, Weesp, Hilversum en de stad Utrecht het werk neer.

Doden en gewonden

De Duitsers laten het er niet bij zitten. Na twee dagen drukken ze de Februaristaking met veel geweld de kop in. Daarbij vallen negen doden en 24 mensen raken zwaargewond. Talloze stakers worden gevangengenomen en gemeentebesturen krijgen hoge boetes opgelegd. Amsterdam maar liefst vijftien miljoen gulden. Ook wordt de jacht geopend op leden van de CPN. Een nieuwe staking die is gepland, gaat hierdoor niet door.

Gedeisd

Achteraf bezien is de Februaristaking een van de weinige momenten in de Tweede Wereldoorlog waarop de Nederlandse bevolking in zulke groten getale in opstand komt tegen de vijand en de anti-Joodse maatregelen. Maar omdat de staking zo hard bestraft wordt, blijft het bij deze eerste en laatste openbare uiting van onvrede. De meeste Nederlanders kiezen eieren voor hun geld en houden zich gedeisd. Slechts een kleine groep probeert ondergronds hun Joodse medemens te beschermen.

Overzicht van de maatregelen die werden genomen na de Februaristaking.

Herdenking

De Februaristaking wordt sinds het einde van de oorlog jaarlijks herdacht op het Amsterdamse Jonas Daniël Meijerplein in de Joodse buurt. Ook morgen, om 16:45 uur, verzamelt men zich weer bij het bronzen beeld ‘De Dokwerker’. Het sculptuur van een stakende havenarbeider maakte beeldhouwer Mari Andriessen in 1952 als symbool voor het verzet van de gewone man.  

Herdenking van de jaarlijkse Februaristaking in Amsterdam in 1946. Locatie: Stadhouderskade bij Leidscheboschje.

Met dank aan oorlogsbronnen en historiek.net.