Tekst kapitein Charlotte Snel
Foto sergeant-majoor Cinthia Nijssen
Wat gebeurt er achter de muren van het Defensie Operatie Centrum
Het Plein Kalvermarkt Complex in Den Haag lijkt deze donderdagavond op het eerste gezicht verlaten, maar wie goed kijkt ontwaart achterin de hoek van het gebouw een baken van licht. Hier, bij het Defensie Operatie Centrum (DOC), gaan de lampen nooit uit. 24 uur per dag, 365 dagen per jaar, is deze afdeling van het ministerie van Defensie bemand. Maar wat er precíes achter de muren gebeurt, weet zelfs het gros van de collega’s in ‘het Haagse’ niet. De Defensiekrant nam een kijkje in de keuken bij het kloppende hart van de krijgsmacht.
We moeten ons wel even aanmelden, want met onze eigen toegangspas komen we bij het DOC niet binnen. Ook de dubbele tourniquets bij de entree van de afdeling zijn niet bepaald het toonbeeld van een warm welkom. Het doet allemaal tóch wat mysterieus aan.
De telefoons belanden netjes in de kluis. Protocol.
Protocol
“Mysterieus? Welnee”, lacht adjudant Martin Fokkens. “Er is niks geheims aan het werk dat wij doen. De informatie waarmee we hier werken is alleen wel geclassificeerd. Vandaar al deze maatregelen.”
Fokkens en zijn collega majoor Joost Enter ontvangen ons vanavond met open armen. Ze vertellen graag en vol passie over het werk dat ze beiden zo’n twee jaar doen en nemen met liefde de zweem van mysterie weg die er om het DOC hangt. Nou ja, deels dan. De schermen met gerubriceerde informatie gaan ook voor ons uit en de telefoons belanden netjes in de kluis. Protocol.
Filteren
Het DOC is onderdeel van de Directie Operaties (DOPS). Hier in de controlekamer in Den Haag worden 24 uur per dag de lopende militaire operaties waaraan Nederland deelneemt gemonitord. Dan hebben we het over bijna 900 militairen in 17 landen. “Met 'alle informatie' bedoelen we ook echt àlles. Van een verstuikte enkel of oplaaiende buikgriep tot gevoelige inlichtingen en kapot materieel. We willen het allemaal weten”, benadrukt Fokkens.
Door middel van dagelijkse updates houden collega’s in binnen- en buitenland het DOC op de hoogte van deze zaken. Enter: “Wij filteren hier de informatie uit die voor de Commandant der Strijdkrachten (CDS, red.) van belang is. Onze directeur draagt dit pakket iedere ochtend aan hem over.”
‘Gaat een van de telefoons in de hoek af, dan is dat vaak geen goed nieuws’
Melding voorval
Daarnaast monitort het DOC de ‘meldingen voorval’ die door militairen worden gedaan. Ook ogenschijnlijk onschuldige meldingen worden nauwkeurig bestudeerd. “Is de militair die op de hindernisbaan zijn enkel heeft verzwikt een belangrijke speler, dan heeft dat mogelijk invloed op onze inzetgereedheid”, legt Enter uit. “Ook dat zijn belangrijke zaken voor de CDS.”
Via tientallen schermen, mailboxen en digitale berichtendiensten komen de meldingen en dagelijkse updates bij het DOC binnen. Voor noodgevallen zijn er beveiligde telefoonverbindingen. Gaat een van de telefoons in de hoek af, dan is dat vaak geen goed nieuws.
Alle hens aan dek
Het gebeurde helaas tal van keren. Onder meer na de fatale crash met de NH90-helikopter in juli 2020. En afgelopen zomer, zowel bij de dodelijke schietpartij op Nederlandse commando’s in de Verenigde Staten, als het incident in Irak waarbij een militair van 11 Luchtmobiele Brigade tijdens wapenonderhoud zwaargewond raakte. In zo’n geval is het alle hens aan dek. Er gaat direct een spoedbericht uit naar een select gezelschap, inclusief uiteraard de CDS. Is het midden in de nacht en blijft een reactie uit, dan worden de betrokken collega’s zonder pardon uit bed gebeld.
Indien nodig kan het Crisis Actie Team (CAT) geactiveerd worden. In dit team zijn alle afdelingshoofden van de DOPS vertegenwoordigd. Dit gebeurde bijvoorbeeld bij de evacuaties uit Afghanistan en de Russische invasie van Oekraïne.
Nauwkeurigheid
Voor Fokkens en zijn collega’s ligt de focus tijdens zo’n crisis vooral op een zorgvuldige overdracht aan het CAT. “Die nauwkeurigheid is ontzettend belangrijk, bij alles wat we doen”, benadrukt de marechaussee. “Ik had dienst toen het incident met de militair in Irak gebeurde. Voordat Bedrijfsmaatschappelijk Werk de ouders van die jongen benadert, wil ik eerst het plaatje compleet hebben. Je moet weten hoe het nu met hem gaat en wat er verder staat te gebeuren.”
Belangrijk bij het verwerken van dergelijke meldingen is tevens de privacy van betrokken collega’s. In updates worden zij daarom niet bij naam en toenaam, maar bij personeelsnummer genoemd en is het gezelschap waarmee informatie wordt gedeeld bewust klein. Enter: “Dat is geen wantrouwen jegens andere collega’s, maar je moet er niet aan denken dat familieleden zo’n bericht via de media te horen krijgen.”
Frustratie
De razendsnelle verspreiding van nieuws is een van de redenen dat de CDS te allen tijde op de hoogte moet zijn van wat er wereldwijd rond zijn mensen speelt. Tegelijkertijd kùnnen sommige dingen soms simpelweg (nog) niet gedeeld worden. En dat is af en toe best frustrerend, erkent Enter. “Dan hoor ik in de auto naar huis een bericht op de radio waarvan ik weet dat het gewoon niet klopt. Het liefst wil je die zender dan opbellen, maar dat kan natuurlijk niet.” Ook het eigen thuisfront wordt regelmatig in het ongewisse gelaten. “Pas als iets in het nieuws komt zeggen ze: dit wist jij allang, hè?”
Spannend
Die geheimhouding en wisselende diensten maken het werk met vlagen pittig, maar tegelijkertijd is het voor beide mannen de reden dat ze de overstap maakten naar het DOC. Geen dag is hetzelfde. Een rustige dienst kan zomaar omslaan in een enerverende nacht. ‘Leuk’ is misschien het verkeerde woord, maar ‘dat houdt het wel spannend’, zo klinkt het eensgezind.
Goed, en nu we er toch zijn: het DOC zoekt nog mensen. Momenteel worden de 24-uursdiensten gedraaid door zeven teams van drie militaire collega’s, maar hier zou zeker nog een team bij moeten. Rang of kleur pak doen er niet toe. Een flinke dosis nieuwsgierigheid, werk- en levenservaring zijn wel een pre. “O, en je moet natuurlijk goed om kunnen gaan met stressvolle situaties”, besluit Fokkens. “Het is absoluut een superverantwoordelijke baan, maar wel de mooiste die is er is!”