Tekst kapitein Charlotte Snel
Foto Mediacentrum Defensie
‘Laten zien dat we er zijn als het er écht op aankomt’
Precies een jaar geleden schokte Rusland de wereld met de militaire invasie van buurland Oekraïne. Van de ‘speciale militaire operatie’ die president Poetin voor ogen had, transformeerde de oorlog in een langdurig conflict dat al duizenden levens eiste. In een poging het tij te keren schroefden Westerse landen de militaire steun aan Oekraïne afgelopen jaar massaal op. Zo ook onze krijgsmacht. Van het sturen van materieel en trainen van Oekraïense militairen tot bewaking van het luchtruim: tal van Nederlandse militairen droegen al hun steentje bij.
In de Defensiekrant blikt een aantal van hen terug op een ingrijpende periode. “Dít is waar je het uiteindelijk voor doet.”
‘Linea recta vanaf de skipiste naar huis’
F-16 vlieger majoor Nick
“Een paar dagen voor de Russische inval van Oekraïne kregen we al een voorwaarschuwing dat we ons moesten voorbereiden op luchtverdedigingsmissies aan de oostgrens van het NAVO-verdragsgebied. Voor een squadron betekent dit dat je van vredes- op oorlogsbedrijfsvoering overstapt.
Systemen, mensen en uitrusting werden gereed gemaakt voor eventuele inzet. Tegelijkertijd liepen onze andere taken, waaronder de Quick Reaction Alert (QRA, red.) boven het luchtruim van de Benelux, gewoon door. Best een belasting voor een relatief klein squadron.
Wat er dan gebeurt is waanzinnig. Iedereen besefte: hier gaat het om. Er zijn collega’s linea recta vanaf de skipiste naar huis gereden, werkroosters werden omgegooid. Toen na de Russische inval op 24 februari de call werd gemaakt dat we daadwerkelijk missies boven Polen zouden gaan vliegen, waren we er klaar voor. Uiteindelijk hebben we bijna twee maanden samen met NAVO-partners 24/7 de bewaking van het Poolse luchtruim voor onze rekening genomen. ‘Gewoon’, vanaf onze eigen thuisbasis in Volkel. Dat is heel surreëel. ’s Morgens bracht ik mijn zoontje naar school, een paar uur later hing ik met een geladen toestel in de buurt van dé oorlog waar iedereen op het schoolplein over praatte.
We hebben het nu over een langlopend conflict, toen wisten we dat nog niet. Het kon ieder moment escaleren. Dan zwaai je je kind ’s morgens wel even met een ander gevoel uit. We hebben afgelopen jaar laten zien dat we er zijn als het er écht op aankomt. Mocht dit opnieuw nodig blijken dan stappen we als squadron weer naar voren. Honderd procent. Dat maakt me ontzettend trots.”
‘We hebben in die korte tijd gedaan wat we konden’
Schutter Panzerfaust fuselier-1 Irvine
“Eind vorig jaar nam ik samen met collega’s deel aan operatie Interflex. In vijf weken tijd leidden we in het Verenigd Koninkrijk Oekraïense militairen op.
Van alle militaire basisvaardigheden probeerden we een stukje mee te geven. Denk aan tactische training, gewondenhulp, schietvaardigheid en omgang met explosieven. Alles om hun kans op overleven, effectief te vechten en te winnen te vergroten. In het begin vond ik het best spannend. Die jongens spraken geen Engels, dus alles ging via een tolk. Daarnaast heb ik als soldaat weinig tot geen ervaring met lesgeven. Maar toen de Oekraïners binnenkwamen begon het automatisch als een sneltrein te lopen.
De militairen die wij trainden waren van mijn leeftijd. Tussen de 21 en 26 jaar. Zij moesten het later in hun thuisland écht gaan waarmaken. Dat besef was best dubbel. Aan de ene kant ben je dankbaar dat je een bijdrage kunt leveren, aan de andere kant weet je dat een deel van hen sneuvelt. Die berichten hebben we inmiddels ook ontvangen vanuit het front. Natuurlijk is dat heftig, maar ik kan dat zelf gelukkig goed loslaten. We hebben in die korte tijd gedaan wat we konden.
Al met al heb ik aan Interflex vooral een voldaan gevoel overgehouden. Dit jaar ga ik weer die kant op om twee nieuwe lichtingen op te leiden. Mooi om zo opnieuw een steentje bij te kunnen dragen.”
Teamleider Recherche eerste luitenant Jessica
“Nee, familie en vrienden waren niet erg verbaasd toen ik vertelde dat ik me vrijwillig had aangemeld om naar Oekraïne te gaan. Een bijdrage leveren aan gerechtigheid is voor mij dé reden dat ik ooit bij een militaire organisatie ben gaan werken.
Samen met de detachementscommandant stuurde ik als plaatsvervanger eind vorig jaar het veertigkoppige onderzoeksteam van de marechaussee, aangevuld met experts van andere defensieonderdelen, aan in Oekraïne. Het was de tweede keer dat er een Nederlandse afvaardiging die kant op werd gestuurd om onderzoek te doen naar oorlogsmisdaden.
Leden van ons team verzamelden onder meer technisch bewijs en onderzochten in een mortuarium de lichamen van omgekomen Oekraïense krijgsgevangen. Forensische collega’s zijn pittige beelden wel gewend, maar hier kun je je niet op voorbereiden. Juist in zo’n situatie is het daarom belangrijk om goed oog voor elkaar te houden. Je hebt geen idee waar je in terecht gaat komen. Maar als je daar eenmaal zit en aan het werk bent, went de situatie gek genoeg ook weer snel. Ik voelde me geen moment onveilig.
De verzamelde gegevens hebben we overgedragen aan Oekraïne. Wij leggen slechts een klein deel van de puzzel en bepalen niet of er tot vervolging wordt overgegaan. Dat is anders dan onze werkwijze in Nederland; je wilt als rechercheur altijd een zaak afronden. Maar dit wisten we van tevoren. Ik kijk met een positief gevoel terug op deze inzet. Als je het hebt over werk dat er écht toe doet, is dit het.”
Ergotherapeut Jobke
“De Oekraïense militairen die hier behandeld worden hebben één ding gemeen: ze revalideren om weer naar huis te gaan. Ze willen allemaal zo snel mogelijk terug naar hun familie en soms zelfs naar het front om opnieuw een steentje bij te dragen. De wilskracht is ontzettend groot. Confronterend, maar ook mooi om te zien.
Met een multidisciplinair team van onder andere fysiotherapeuten, ergotherapeuten en maatschappelijk werkers behandelen we verschillende oorlogstrauma’s. Bij de Oekraïners ligt de nadruk vooral op amputaties waar we protheses voor aanmeten.
Communicatie is soms wel even een dingetje. Engels spreken deze revalidanten niet en de vertaalapps blijken ook niet waterdicht. We zijn dus enorm blij met de tolken die we bij iedere behandeling proberen in te zetten. Op die manier kunnen we behalve medische, ook persoonlijke gesprekken voeren. En die behoefte is groot, dat merk je. We zagen eerst alleen de beelden in het nieuws, nu zie je de mens en hoor je de verhalen erachter. Dat is soms wel even schakelen.
De revalidatiecentra in Oekraïne zitten overvol, dus het is bovenal heel fijn dat wij op deze manier bij kunnen springen. Hoeveel we betekenen en wat precies, is niet te meten. Maar we kunnen in ieder geval íets doen. Dat voelt heel waardevol.”
‘Het vinden van de balans was soms een uitdaging’
Hoofd Fysieke Distributie Emiel Mulder
“Na de Russische inval werd al snel bekend dat Nederland munitie zou gaan leveren aan Oekraïne. Die opdracht kwam vrij ad hoc hier, bij het Munitiebedrijf, binnen. Diezelfde vrijdagmiddag moest munitie ingepakt worden om een dag later te vervoeren.
Ik zat net een maand op functie, dus dat was een aardige vuurdoop. Zo kon ik wel meteen zien wat voor vlees ik in de kuip had qua personeel. Vol overgave en zonder te klagen zette iedereen zijn schouders eronder. Zeker mooi, al kwam ik er ook achter dat onze bedrijfsvoering eigenlijk niet op een 24/7 operatie is ingericht. Een keer een lange dag maken, oké. Maar wet- en regelgeving staan dit niet standaard toe. En ook oproepdiensten eisen hun tol op collega’s. Het vinden van die balans was soms een uitdaging.
Inmiddels is de rust enigszins wedergekeerd. Een speciale taskforce bepaalt nu wat we aan munitie weggeven en op welke termijn. Als Munitiebedrijf zijn we al aan de voorkant bij dit proces betrokken, zo weten we beter waar we aan toe zijn.
In theorie kan de situatie echter ieder moment omslaan. Dus ja, het is fantastisch wat we afgelopen jaar bewerkstelligd hebben met z’n allen. Maar nu is het tijd om onze lessen eruit te trekken. Vooral op het gebied van de medewerkers; zij zijn dé steunpilaren van de organisatie. Die moeten we koesteren.”
Specialist Communicatie en Informatie Systemen (CIS) sergeant-1 Jens
“Rondom die 24e februari waren we toevallig al bezig met een zogeheten alert excersise waarbij we de voorbereiding voor een ‘missie’ oefenden. Een paar weken later kwam het bericht dat de Patriot-systemen van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC, red.) daadwerkelijk ingezet ging worden in Slowakije.
Je zou zeggen ideaal, dan liggen de draaiboeken al klaar. Maar voor de Specialist Communicatie en Informatie Systemen (CIS) werkt dat net anders. Afhankelijk van hoeveel vuureenheden en voertuigen er mee gaan, moet je alle systemen weer ombouwen en inladen. Je past het hele missieplan aan. Eigenlijk hebben we in een paar maanden tijd dus twee uitzendingen voorbereid. Dat waren lange dagen.
De missie in Slowakije was mijn eerste operationele inzet met het squadron. Op de luchtmachtbasis in Sliač heb ik in drie maanden tijd de hele opbouw van de missie meegemaakt. Van het tentenkamp waar we de eerste weken sliepen tot de geoliede machine die het later werd. Indrukwekkend om te zien. Hoewel we de directe dreiging in Slowakije niet voelden, beseften we allemaal zeker dat dít is waar je het uiteindelijk voor doet. Al met al kijk ik ontzettend positief terug op mijn uitzending. Grondgebonden luchtverdediging staat weer op de kaart en daar ben ik heel trots op!”