Tekst kapitein Jessica Bode
Foto sergeant-majoor Cinthia Nijssen
‘Vijf keer meer poststukken dan normaal’
Aan een doodlopende straat in Bunnik, naast het spoor en verscholen achter grote roldeuren, ligt het epicentrum van de defensiepost. Jaarlijks worden hier vandaan 3,5 miljoen brieven en pakketten verstuurd naar defensiemedewerkers waar ook ter wereld. Van een geboortekaartje naar Nairobi, tot de Donald Duck en brieven van de Belastingdienst naar Tokyo en Caracas. Je kunt het zo gek niet bedenken of de Militaire Post Organisatie (MPO) heeft er een postlijn voor opgezet. En met de feestdagen voor de deur worden die extra belast.
Gemiddeld verstuurt het thuisfront een pakket per week naar een uitgezonden militair. In november en december vervijfvoudigt dat aantal. Van circa honderdvijftig poststukken per dag, naar vijfhonderd. Het zijn in deze tijd van het jaar, naast familieleden, vaak ook kennissen, vrienden of bijvoorbeeld maten uit het voetbalteam die iets opsturen. “Bovendien geldt tussen 7 november en 4 december een speciale actie, waarbij de pakketten gratis verstuurd kunnen worden. Normaliter betaal je zelf de verzendkosten naar de MPO”, verduidelijkt Adrie van Toor (58), sinds 2002 onder meer verantwoordelijk voor het opzetten van de postlijnen naar de NAPO-locaties.
Hij ziet van alles voorbijkomen, vertelt-ie al wijzend naar het röntgenapparaat waarmee de pakketten eerst worden gecontroleerd. “Al draait het momenteel vooral om chocoladeletters, pepernoten, kerstversiering en cadeautjes.”
Boven je bed
Door hetzelfde apparaat komen ook harten in allerlei soorten en maten voorbij. Letterlijk 'een hart onder de riem'; het kan immers best pittig zijn om tijdens de feestdagen in het buitenland geplaatst of uitgezonden te zijn. “Snap je nu dat het versturen van militaire post niet zomaar een logistiek proces is? Het is personeelszorg; we doen het met gevoel. Het enige fysieke contact met het thuisfront. Je kunt de tekening van je kind inscannen of via beeldbellen laten zien, maar vasthouden of boven je bed hangen is écht anders”, onderstreept Van Toor het belang van ‘zijn’ organisatie.
Twee kilo
Naast al dat lekkers, voor wie zoet is, en misschien wel een kunststof ‘o dennenboom’, zien Adrie en z’n collega’s momenteel ook verdacht veel sportschoenen voorbijkomen. Het zal ongetwijfeld te maken hebben met de sportschoenenvergoeding die militairen onlangs kregen.
‘Wij zijn geen doorgeefluik voor Bol.com of Amazon’
“Per keer mag je twee kilo opsturen, uitgezonderd vloeistoffen en alles wat maar iets weg heeft van wapens of munitie. Het aantal pakketten is ongelimiteerd”, vervolgt Van Toor, die korte metten maakt met zendingen via postorderbedrijven: “Wij zijn geen doorgeefluik voor Bol.com of Amazon. Rechtstreeks bestellen en in Roemenië laten bezorgen gaat niet lukken.”
Volautomatisch met de hand
Om die zakken drop en stroopwafels van opa en oma, kleurplaten van de kinderen en ansichtkaarten met opbeurende woorden, van bijvoorbeeld het voetbal- of korfbalteam, op tijd op de plaats van bestemming te krijgen, zijn twee ploegen met in totaal tien militairen en 26 burgercollega’s doordeweeks tussen 06:30 en 22:00 uur in touw. “Wij werken hier 'volautomatisch' met de hand”, voegt kapitein Mark Bastiaanse toe, sinds april vorig jaar de commandant van de MPO.
NAPO-nummers
Het versturen van militaire post en brieven werkt net even anders dan ‘normale’ post. Een moeder kan haar koek-en-zopie immers moeilijk versturen naar haar uitgezonden zoon aan de ‘Zandweg’ in het Iraakse Erbil. “Dat gaat via zogenoemde NAPO-nummers”, legt Van Toor uit. “Iedere locatie in het buitenland heeft zo’n nummer. Of dat nu van een individu is of van een postkamer van een eenheid. Een soort fictief adres, maar wij weten dat nummer 950 Baltimore is. Wereldwijd hebben we tweehonderdvijftig verschillende nummers.”
Bunnik
Er zijn vier soorten militaire post: van Nederland naar een NAPO-adres, vanuit de organisatie naar een ‘normaal’ adres in binnen- of buitenland, interne post en aangetekende post. Het komt in ieder geval allemaal samen in Bunnik, waar het wordt gesorteerd, gefrankeerd en verstuurd naar de eindbestemming. Afhankelijk van de locatie, gaat het mee met militaire vluchten of wordt het bezorgd via civiele partijen, zoals DHL en Fedex. De regel is: binnen zeven tot tien dagen op de plaats van bestemming, waar ook ter wereld.
'MPO wil vaker post naar Erbil versturen'
Doet pijn
Dagelijks gaan de zendingen de Bunnikse deur uit, maar het verschilt per locatie hoe vaak er post wordt bezorgd. Naar Litouwen is dat één keer per week, terwijl de MPO blij mag zijn als dat in het Iraakse Erbil eens per drie weken is. “Dat doet ons best pijn”, verzucht commandant Bastiaanse. “Defensie vliegt daar simpelweg niet vaker naartoe en post mag niet met een civiele vlucht worden aangevoerd. We doen er alles aan om die duur te verkorten. We zijn nu opties aan het verkennen om de post via de Britse veldpost op Cyprus te laten verlopen. Die vliegen wel twee keer per week.”
Oude rot
De Nederlandse krijgsmacht hecht veel waarde aan het verzenden en ontvangen van militaire post, maar dat is niet overal zo. Het is per land verschillend hoe ze ermee omgaan. Van Toor: “In Spanje mag je bijvoorbeeld blij zijn als je twee keer per half jaar iets kunt versturen en ontvangen, terwijl in Duitsland 31 kilo per keer de max is.” Kapitein Bastiaanse vult aan: “Drie landen liften mee met de Nederlandse postlijnen, omdat ze zelf geen militaire postorganisatie hebben. Dat zijn Noorwegen, Finland en Denemarken.”
‘In Duitsland is 31 kilo de max’