Het wel en wee van speurhond Beau en hondengeleider Bob op social media
Na socialmedia-beroemdheden als @realgrumpycat en @jiffpom heeft nu ook marechausseeherder Beau (8) z’n eigen Instagrampagina. Hondengeleider opperwachtmeester Bob (34) neemt de volgers sinds kort mee in het wel en wee van het speurhondenwerk.
Rustig ligt Beau bij de achterdeur. Opgerold als een grote donut. Als z’n baas opstaat van de bank schieten de ogen van de donkerbruine hond pijlsnel heen en weer. In een splitsecond staat-ie op vier poten. ‘Waar gaan we heen’ zal het dier ongetwijfeld gedacht hebben. “Eigenlijk heet-ie Bolle, maar het is zo wat als je dat op bijvoorbeeld Schiphol roept”, knipoogt Bob.
Hondengeleider Bob en diensthond Beau voor de dienstauto.
Bob en Beau volgen? Dat kan via de instagrampagina ‘Marechaussee_k9
K-9
Beau is een explosieven speurhond en kan daarnaast ook zoeken naar munitie, hulzen en (delen van) vuurwapens. Er zijn ook speurhonden voor geld, plaats delict, verdovende middelen, bloed, brandversnellende middelen en voor specialistisch speurwerk. Daarvan gaan we van alles terug zien op het gloednieuwe Instagramkanaal marechaussee_k9. “We willen meer tekst en uitleg geven over het werk van K-9 honden. We zijn pas net in de lucht, maar we hebben al ruim vijftienhonderd volgers”, zegt Bob enthousiast.
Beau is een explosieven speurhond en zoekt daarnaast naar munitie, hulzen en (delen) van vuurwapens.
Zwaarste discipline
Het zoeken naar explosieven is een zeer zware discipline binnen het hondenspeurwerk. De dieren moeten liefst zeventien geuren kunnen herkennen. “Als je ze bijvoorbeeld alleen ‘blauwstaal’ leert herkennen dan stoppen ze weliswaar bij een pistool, maar ook bij ieder euromuntje”, lacht Bob. “Je moet dus altijd op zoek naar die unieke stof die onderscheidend is voor bijvoorbeeld een bepaald soort exposief.”
Bloedlijn
Niet verwonderlijk dus dat diensthonden niet zomaar van de eerste de beste fokker komen. “Het zijn ‘bloedlijn sporthonden’ die zijn gefokt voor bepaalde karaktereigenschappen.” Wat overigens niet wil zeggen dat ze dan automatisch geschikt zijn voor de dienst: “Sterker nog, vorig jaar zijn er zeventien afgekeurd. De eisen zijn streng. De dieren moeten straks wel op zoek naar bijvoorbeeld menselijke resten. Soms kwesties van leven of dood.”
Trucjes
Een knap staaltje hondenkoppen dus. Dan kan Beau vast en zeker een hoop trucjes? Omrollen, zwaaien, doodliggen, kus geven of kruipen? “Het is een diensthond hè, geen circushond”, reageert Bob geamuseerd. “Hij kan het allemaal zo leren, maar dat doen we bewust niet. Hoe meer ik erbij ga verzinnen, hoe meer afgeleid hij raakt. En zie je het voor je, Beau op z’n rug met poten omhoog op Schiphol, omdat iemand toevallig ‘dood’ zegt. Dat kan niet.”
Bob en Beau zijn een ijzersterk duo en zijn 24/7 bij elkaar.
Wolfsgrauw
Ondertussen staart de hond z’n baas nog steeds aan, wachtend op dat ene commando. De staart zwiept vrolijk heen en weer. De wolfsgrauwe herder woont, net als alle andere diensthonden, bij z’n geleider. “Het is eigenlijk gewoon een huisdier, maar dan eentje die ook voor de marechaussee werkt.” Al kan het volgens de opperwachtmeester geen werken worden genoemd. “Voor Beau is het écht spel. Als-ie na een weekje vakantie weer ‘mag’, zit hij te joelen achterin de auto. Zó enthousiast.”
Naast dat ‘werk’ draait Beau z’n hondenleven om wandelen, knuffelen, eten, slapen en af en toe spelen. Maar ook dit weer niet te veel, want diensthonden moeten thuis echt tot rust komen. “Met een bal gooien doe ik bijvoorbeeld niet. Dat is niet goed voor de gewrichten.”
Als Beau na bijvoorbeeld een vakantie weer ‘aan het werk mag’ is hij dolenthousiast om te beginnen.
Diensthond opleiden
Diensthonden-in-spé zijn over het algemeen vier tot acht maanden oud als ze van de fokker naar de africhter gaan. Een term die onvriendelijker klinkt dan het daadwerkelijk is: het is simpelweg de trainer die ze alle basiscommando’s, zoeken en speuren leert. Als de dieren anderhalf tot twee jaar oud zijn wordt er een hondengeleider aan gekoppeld.
Na een wenfase van twee weken gaan de geleider en hond samen in opleiding. “Feitelijk leer je hier de ‘handleiding’ van je hond kennen. Wat moet ik doen of zeggen om bepaalde dingen voor elkaar te krijgen”, maakt Bob duidelijk.
Mooiste
Bob vergelijkt het werk met de brandwacht van de brandweer. “We staan stand-by tot er een melding binnenkomt. Een verdacht pakket, onbeheerde bagage of mogelijk explosief.” De lijnen, halsbanden, beloningen, voer en water heeft Bob dus altijd op de man. “Maar ook trainingsmateriaal om Beau bezig te houden als het rustig is.”
De standplaats van Bob en Beau is Schiphol, maar het duo wordt op alle Nederlandse luchthavens en militaire locaties ingezet.
Droom
De standplaats van ‘B&B’ is Schiphol. Wat overigens niet betekent dat ze alleen op deze locatie werken. “We worden op alle Nederlandse luchthavens ingezet, inclusief de militaire terreinen. En we ondersteunen de politie”, legt Bob uit. Na tal van functies bij de marechaussee werd hij in 2021 aangenomen als hondengeleider. “Het mooiste werk dat er is”, zegt hij vol trots. “Tijdens mijn eerste plaatsing bij de grensbewaking op Schiphol zag ik voor het eerst dat er ook met honden werd gewerkt. Dat wilde ik ook. Die droom werd vorig jaar werkelijkheid.”
Gouden tip
Dat Bob en Beau een hecht team zijn moge duidelijk zijn. Heeft de hondengeleider misschien nog een gouden tip voor een gehoorzame huis-tuin-en-keukenhond? “Trainen, heel veel trainen”, benadrukt de opperwachtmeester. “Een hondenleven lang. Veel mensen gaan naar puppycursus en als de hond weet wat-ie moet doen stoppen de baasjes. Maar eigenlijk moet je hier altijd mee doorgaan, anders zal de hond er ook mee ophouden.”
Een metalen staafje, waar Beau mee trainde in de opleiding, is de hond z’n favoriete traktatie.
Belonen
Het toverwoord bij trainen is de beloning. Maar wat is Beau z’n ideale traktatie? Gekookte kipfilet, pensstaafjes of misschien een stukje zalmhuid? “Nou…nee. Dat is een metalen staafje. Dat klinkt gek, maar daarmee trainen ze in de opleiding. Die kun je met allerlei geurtjes beluchten. Beau doet er verder niets mee, maar als ie ‘m krijgt loopt-ie er apetrots mee rond.”