Tekst Evert Brouwer
Foto sergeant Jasper Verolme

Interflex: intensief en betekenisvol

 “Het kost enorm veel energie om deze mannen in korte tijd op te leiden, maar het is elke inspanning waard. Ze zijn allemaal zó dankbaar. Dat laten ze elke dag merken.” Het zijn woorden vanuit het noorden van Engeland, waar negentig mannen en vrouwen van 17 Pantserinfanteriebataljon Garderegiment Fuseliers Prinses Irene in vijf weken zo’n tweehonderd Oekraïense rekruten voorbereiden op de oorlog in hun thuisland.

‘Vijf weken opleiding is krap’

“Het is mooi dat we hier wat voor die mannen en vrouwen, soms nog geen twintig jaar oud, kunnen doen. Betekenisvol”, vertelt korporaal 1 Rutger. Onder de naam Operatie Interflex moeten in vier maanden tijd zo’n tienduizend, voor een klein deel ervaren Oekraïense militairen zijn opgeleid. Dat doel is bijna bereikt.

Naast Nederland leveren ook het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Canada, Denemarken, Finland, Nieuw-Zeeland en Zweden instructeurs. Inmiddels heeft defensieminister Kajsa Ollongren bekend gemaakt dat ons land ook volgend jaar bijdraagt aan Interflex. Het Korps Mariniers levert vanaf januari trainers.

Opleiding eindigt, oorlog komt dichtbij

Nu het einde van de opleiding in zicht komt, realiseren de Oekraïnse rekruten dat de oorlog nu  letterlijk steeds dichterbij komt. "Over ruim twee weken gaan wij terug naar een veilige omgeving, in tegenstelling tot de trainees. Dat besef is geen moment uit onze gedachten geweest", zegt kapitein Mark. "Je merkt het in hun groepsdynamiek, maar ook binnen onze eigen compagie."

Ook sergeant Roy is er zich bewust van dat zijn rekruten naar de oorlog vertrekken, met alle risico's en ellende van dien. "Je hoopt dat al deze jonge mannen en vrouwen de oorlog overleven, mede door onze instructies. Maar dat is niet realistisch", beseft hij zich.

Concentratie bij de rekruten tijdens een aanval in een loopgraaf.

Krap

De opleiding wordt verzorgd op vier trainingslocaties. De operatie werd in juni in drie weken opgezet en de eerste trainingen duurden aanvankelijk maar 21 dagen. “Dat is te kort gebleken”, weet compagniescommandant kapitein Mark. “Ook vijf weken is best krap. De trainees en wij maken superlange dagen. Dat is voor iedereen fysiek en mentaal behoorlijk zwaar.”

Minister van Defensie Kajsa Ollongren ging afgelopen maandag langs bij de Nederlandse instructeurs en Oekraïense rekruten in het noorden van Engeland.

Tweede groep

Tijdens de basisopleiding voor infanteristen leren de rekruten een aantal basisvaardigheden zoals tactische training, wapenleer en schieten. Ook leren ze over medische zorg, omgang met explosieven en humanitair oorlogsrecht. In de meeste gevallen gaat het om jonge mannen en vrouwen van gemiddeld 22 jaar, die nog nooit een wapen in handen hebben gehad.

Meer aandacht voor onderkoeling en koudeletsel

“Dit is onze tweede groep. We hebben inmiddels behoorlijk wat lessen getrokken uit de eerste opleiding, die we waar nodig hebben aangepast”, weet sergeant-majoor Ronald. “Zo besteden we meer aandacht aan het voorkomen van onderkoeling en koudeletsel”, aldus algemeen militair verpleegkundige sergeant Roy.

Training in beeld

Defensiefotograaf sergeant Jasper Verolme legde deze week enkele dagen van de opleiding Interflex op camera vast. Hieronder een impressie van het inspannende werk dat de militairen van 17 Pantserinfanteriebataljon leveren.

In het oefendorp (Urban Training Village) in Noord-Engeland worden de kersverse Oekraïense militairen getraind door onder andere Nederlandse instructeurs. Boris Johnson, destijds de Britse premier, bood de faciliteiten eerder dit jaar aan nadat de meeste kazernes in Oekraïne werden verwoest.

De strijd in Oekraïne heeft plaats in steden en dorpen (urban warfare), dus is er in de vijf weken opleiding aandacht voor het doorzoeken van gebouwen. De jonge rekruten zijn tot op het bot gemotiveerd. “Rusland is ons land binnengevallen, richt verwoestingen aan en ik wil mijn familie beschermen”, zegt de 22-jarige kunstenaar ‘Bronson’ uit het westen van Oekraïne.

Vijf weken is kort om een volledige opleiding tot militair te krijgen. “We leren de basistechnieken aan in een heel intensief programma”, weet sergeant-majoor Ronald.

In januari neemt het Korps Mariniers de taken over

De training omgaan met wapens start met het Britse standaardwapen SA-80. Nadat er met scherp is geschoten, krijgen de rekruten te maken met de alom bekende AK-47 ‘Kalashnikov’. Na de opleiding in Engeland gaan de militairen direct door naar de infanterie of ze krijgen in eigen land nog een specialistische opleiding tot bijvoorbeeld tankchauffeur of artillerist.

“Omwille van de tijd kunnen we geen seconde missen. We zijn dag en nacht in touw. We voeren ook drones op in het trainingsprogramma, want daarmee krijgen ze in Oekraïne ook te maken”, vertelt een van de trainers, sergeant Nick.

De lessen worden gegeven op basis van ervaringen uit Oekraïne. Daar hoort het gevecht in loopgraven bij. Het Korps Mariniers gaat volgend jaar, van januari tot maart, de volgende twee lichtingen Oekraïense militairen trainen in Noord-Engeland.

Dat de training door verschillende NAVO-landen wordt verzorgd, is volgens defensieminister Ollongren een teken dat het bondgenootschap Oekraïne breed steunt. Op één van de locaties verzorgen 260 trainers uit drie landen de opleiding voor zeshonderd mannen en vrouwen. Naast leden van de Fuseliers Prinses Irene nemen ook militairen van het Britse cavalerieregiment Light Dragoons, het dito infanterieregiment Royal Anglian en een compagnie van het Telemark Bataljon uit Noorwegen deel. 

De Oekraïense commandant luitenant-kolonel Oleg is zeer te spreken over de inzet van de Charlie compagnie, 17 Pantserinfanteriebataljon GFPI. “De humanitaire én militaire hulp van Nederland wordt enorm gewaardeerd. Vanuit Oekraïne horen we dat de getrainde militairen zeer waardevol zijn.”