02

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 41

‘Vitaal onderdeel geschiedenis van bezet Nederland’

Tekst Jack Oosthoek
Foto Phil Nijhuis, privécollectie Jeroen Rijpsma

Achtergrond bouw Duitse Atlantikwall vastgelegd in boek

‘Atlantikwall in kaart. Bunkers en bezetting in Zuid-Holland’; een nieuw boek over de achtergronden van de bouw van de verdedigingslinie in de Tweede Wereldoorlog langs de kust van de provincie. Het is geschreven door de ‘bunkerologen’ landmachtkapitein Arthur van Beveren en Jeroen Rijpsma.

‘Arthur en ik lijden aan het bunkervirus’

De Atlantikwall strekte zich uit van Noorwegen tot Spanje en was ruim zesduizend kilometer lang. Nazi-Duitsland wilde zich ermee beschermen tegen een geallieerde invasie. In hun al jaren bestaande fascinatie voor de Atlantikwall viel het Van Beveren en Rijpsma op dat bestaande publicaties zich veelal beperken tot de bouwwerken an sich. De achtergronden van de aanleg (1941-1942) blijven in hun ogen nogal onderbelicht.

Arthur van Beveren (links) en Jeroen Rijpsma bij een ‘bedding’ voor luchtdoelgeschut op het dak van een bunker in Oostvoorne. Hij behoorde tot de Duitse radarstelling Biber, een codenaam die is afgeleid van de plaats Brielle.

Geen atlas

“Met ons boek willen we een brede blik bieden op de Atlantikwall. De bunkers bijvoorbeeld. Wie bepaalde het hoe, wat en waar van de bouw?”, reageert auteur Van Beveren, eveneens beheerder van de website bunkersite.com.

‘Het is allemaal een uit de hand gelopen hobby’

Volgens zijn collega Rijpsma is ‘Atlantikwall in kaart’ geen atlas, maar vooral een op kaarten geïnspireerd lees- en kijkboek. “Een nieuw standaardwerk in het genre. Veel van wat erin staat komt niet voor in andere boeken. Het is een uit de hand gelopen hobby. Arthur en ik lijden aan het bunkervirus.”

Een Duitse kaart van het verdedigingsgebied rondom de badplaatsen Katwijk en Noordwijk in Zuid-Holland. De rode arcering toont de strook waar alle bebouwing en begroeiing moest worden kaalgeslagen voor een vrij schootsveld.

Digitaal

Het tweetal startte hun monsterklus eind 2018. Om vitale documenten boven water te krijgen spitten ze honderden uren lang tientallen archieven en privécollecties in binnen- en buitenland door. “Gelukkig is veel informatie gedigitaliseerd, dus hoefden we niet naar bijvoorbeeld Washington”, grinnikt Van Beveren.

‘Er heerste een stammenstrijd’

Gaandeweg ontdekten de schrijvers welke belangen destijds in Duitsland speelden bij de aanleg van de Atlantikwall. Alle krijgsmachtdelen waren betrokken, vonden zichzelf belangrijk en voelden zich in de plannen tekortgedaan. “Er heerste een stammenstrijd. Iedereen eiste zijn deel op om zo goede sier te maken”, aldus Van Beveren.  

De was hangt te drogen in een loopgraaf die naar de ingang van een manschappenbunker leidt. Op het metersdikke dak van gewapend beton liggen militairen te zonnen.

Giga-kluif

Eveneens interessant vond de kapitein het om nader onderzoek te doen naar hem al bekende onderwerpen. Om vervolgens op informatie te stuiten die al gepubliceerde feiten weersprak. “Ik leerde veel, al was het soms een niet leuke giga-kluif. Af en toe dacht ik: waar ben ik aan begonnen. Voor veel zaken was eenvoudigweg geen ruimte. Het is al zoveel. Bovendien hóeft de lezer niet alles te willen lezen. Blader lekker en pik eruit wat je interesseert.”

‘Af en toe dacht ik: waar ben ik aan begonnen’

Rijpsma: “Noeste arbeid, dat was het. Naderhand was ik redelijk afgepeigerd. Aan de andere kant gaf het project me energie. Dat kwam door nieuwe archiefvondsten en het bezig zijn met thema’s die de Atlantikwall belichten vanuit een ander perspectief. Fijn ook om een boek te maken met iemand die eveneens behept is met het bunkervirus. Je brengt elkaar tot nieuwe inzichten.”

Het kostte Arthur van Beveren (links) en Jeroen Rijpsma ongeveer vier jaar om het boek te maken. “Je brengt elkaar tot nieuwe inzichten.”

Hulp van het NIMH

Van Beveren en Rijpsma kregen bij het maken van hun boek hulp van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) dat kaarten en plattegronden uit eigen collectie leverde.

Daaronder exemplaren, tijdens de bouw van de linie in Zuid-Holland met gevaar voor eigen leven gemaakt door Nederlandse arbeiders die voor de Duitsers werkten en hun ogen goed de kost gaven. Ze zetten hun waarnemingen op papier en gaven die door aan het verzet. Sommigen kaarten zijn zelfs gestolen uit Duitse bouwketen.

“De Atlantikwall is toch een vitaal onderdeel van de geschiedenis van bezet Nederland”, benadrukt prof. dr. Ben Schoenmaker, directeur van het NIMH. “De bouw van de Atlantikwall en de daarbij behorende logistiek had een enorme impact op Den Haag en omgeving, en de bevolking. Om ruimte te maken sloopten de Duitsers veel huizen en bedrijven waardoor tienduizenden mensen elders onderdak moesten zoeken. Den Haag leed onder de aanleg van de Atlantikwall, evenals kleinere kustplaatsen.”

Voor de bouw van het Zuid-Hollandse deel van de Atlantikwall ‘rekruteerden’ de Duitsers lokale aannemers van wie een enkeling er goed geld aan verdiende, vervolgt Schoenmaker. Vanwege mogelijke collaboratie rezen daar na de oorlog vraagtekens over, maar van vervolging kwam het niet altijd. Behalve dan van aannemers die wel erg ver gingen in de samenwerking... De directeur zucht: “En dan te bedenken dat de geallieerden nooit het plan hadden om een invasie uit te voeren in Zuid-Holland.”

Blik op de zigzaggende tankgracht in Den Haag, kort na de oorlog. Met het oog op de bouw van de Atlantikwall werd aan beide zijden een brede strook bebouwing gesloopt waarvoor duizenden mensen huis en haard moesten verlaten. Foto NIMH/Nationaal Archief.

Dikke pil

Met 328 pagina’s mag het boek absoluut ‘een dikke pil’ worden genoemd. Met zijn 2,5 kilo mag ‘stoeptegel’ of ‘baksteen’ ook, grapt Rijpsma. De hoeveelheid vaak nog nooit gepubliceerde foto’s, unieke kaarten en plattegronden op groot formaat liegt er niet om. Als klap op de vuurpijl is de uitgave in kleur. Meer informatie, ook over de prijs en manier van bestellen, op www.atlantikwallinkaart.nl. Zie ook: www.bezettinginbeeld.nl.