Tekst kapitein Jessica Bode
Foto sergeant Sjoerd Hilckmann, ANP

Bijzondere testvlucht boven Waddeneilanden

Weetje: De Airbus A330 verbruikt zo’n 7.500 liter kerosine per uur. Dat is gemiddeld 25 procent minder vergeleken met vergelijkbare vliegtuigen van de vorige generatie.

De Koninklijke Luchtmacht kreeg er deze week tijdelijk een kroon bij. Koning Willem-Alexander stapte aan boord van een MRTT-tankvliegtuig voor een oefening boven de Waddenzee. Van dichtbij zag de majesteit hoe F-16’s, F-35’s en Eurofighters van zowel Nederland als Duitsland in de lucht werden voorzien van kerosine. Ook de Defensiekrant vloog mee met deze gloednieuwe Airbus A330 MRTT (T-060), die pas in augustus in gebruik werd genomen.

Het is dit vliegtuig dat 138.000 liter peut kan meenemen en op kilometers hoogte (gevechts)vliegtuigen van brandstof voorziet. Bijvoorbeeld een F-16, die binnen enkele minuten is volgepompt met 5.000 liter. Dankzij deze air-to-air refueling kunnen de vliegers zonder tussenlanding van A naar B en dus meer kilometers afleggen in dezelfde tijd. Landen en weer opstijgen kost bovendien veel brandstof.

Een F-16 en F-35 naderen de Airbus A330 voor de air-to-air refueling.
In deze gevechtsvliegtuigen wordt in enkele minuten 5.000 liter kerosine gepompt.

Schuitje

En dan is het 10:30 uur. De koning komt aan op Vliegbasis Eindhoven. Gekleed in zijn vliegeroverall. Zonder rangonderscheidingstekens, maar met het Koninklijk distinctief (onderscheidingsteken voor de koning) én op het hoofd het iconische schuitje. Na een kop koffie staat de regular flight brief op het programma, precies zoals de crew dat ook zonder koninklijk bezoek doet. Zaken worden besproken als de conditie van de crew, de staat van het vliegtuig, weersomstandigheden, turbulentie en de vliegroute.

Koning Willem-Alexander komt aan op Vliegbasis Eindhoven. Na een kop koffie vindt de ‘regular flight brief’ plaats.
De vliegroute van vandaag.

Inchecken

De passagiers worden ingecheckt, ja ook dat moet bij zo’n soort vlucht, en de delegatie stapt aan boord van het lichtgrijze toestel dat voor de vertrekhal klaarstaat. Het lijkt een normale Airbus zoals je kent van vakantievluchten naar de sneeuw of de zon. Inclusief purser, spuugzakje en veiligheidsinstructies in de stoelzakken.

De koning neemt plaats in de cockpit. Niet alleen via de voorruit, maar ook op tal van beeldschermen kan hij de situatie in en rond het vliegtuig in de gaten houden. De rest van de passagiers neemt plaats achterin en aanschouwt het tanktafereel via de raampjes.

Deze gloednieuwe Airbus A330 werd in augustus in gebruik genomen door de Koninklijke Luchtmacht.

In mum van tijd zeven kilometer boven de grond

Cirkel

Via de intercom deelt de gezagvoerder mee dat de vlucht van vandaag twee uur duurt. Het stuk van Eindhoven naar de Waddenzee duurt een schamele twintig minuten. Daarna zal de tanker in drie kwartier z’n taak volbrengen terwijl-ie rondjes circkelt boven Vlieland, Terschelling en Ameland.

Daarna keert het toestel weer terug naar Eindhoven. De thuisbasis van de Multinational Multi-Role Tanker Transport Unit van de NAVO; een pool van tank- en transportvliegtuigen waarover Nederland de leiding heeft. Hier staan inmiddels vijf A330-MRTT’s. De andere toestellen staan op een forward operating base in het Duitse Keulen. In het najaar van 2024 wordt het laatste toestel van de negen MRTT's geleverd.

Via tal van beeldschermen houdt Zijne Majesteit de tankoperatie nauwlettend in de gaten.

Push back

Het is inmiddels 12:11 en met een licht duwtje, de push-back, komt de A330 op het platform in beweging. Nog geen kwartier later klinkt de bekende ‘ping’ en het lampje 'stoelriemen vast' gaat al uit. In mum van tijd is het vliegtuig opgestegen en zweven we zeven kilometer boven de grond, boven een spierwit wolkendek. En sneller dan je bij de bakker een halfje bruin hebt gehaald arriveren we boven de Waddenzee. “Cabin crew, prepare for air-refueling”, klinkt het door de speakers.

Stil en stabiel hangen ze daar, ongekend dichtbij

Niet veel later naderen de eerste drie zwarte stipjes de tanker. De F-16’s hangen pijlsnel parallel aan de linkervleugel. Daarna zakken ze één voor één onder de kist om hun ‘buik’ te vullen via de boom. Hetzelfde geldt voor de drie F-35’s die aan de rechterkant naderen. Stil en stabiel hangen ze daar, ongekend dichtbij. Een geweldig gezicht. Je kunt de mannen bijna zien ademen. Als de kerosinehonger is gestild gaan ze er net zo snel vandoor als ze gekomen zijn. Maar niet voordat ze eerst even naar ons zwaaien.

Boom en hose and drogue

Afhankelijk van het type vliegtuig gebeurt air-to-air refueling op twee manieren; met een boom of via hose and drogue. De boom is een soort starre tankbuis van veertien meter onder het vliegtuig. Er hangen 360-graden camera’s omheen en de Air Refueling Operator (ARO) in de tanker leidt het naderende toestel middels lampjes naar de juiste positie. Dat gebeurt bij F-16’s, F-35’s, C-17’s en de AWACS.

Voor andersoortige vliegtuigen zoals Eurofighters, Tornado’s en Mirages 2000 geldt hose and drogue. De A330-MRTT is hiervoor uitgerust met twee refueling pods onder de vleugels. Aan beide kanten schuift daar een dertig meter lange, flexibele slang uit. Aan het uiteinde zit de drogue, een soort parachute in de vorm van een megafoon. Het naderende vliegtuig moet hier het vulpistool in hangen.

Archieffoto’s van air-to-air refueling met de ‘boom’ (links) en hose and drogue (rechts).

Eurofighters

Ditzelfde kunstje wordt gedaan door twee Duitse Eurofighters. Zij tanken niet middels de boom, maar via hose and drogue onder de vleugel. Een techniek die misschien wel het beste te vergelijken is met een bij die op een bloem afvliegt en z’n tong in de nectar hangt en opzuigt.

De Eurofighters hebben meer moeite met de procedure dan de andere gevechtsvliegtuigen. Met een boom wordt de te tanken kist naar de juiste positie geleid door lampjes onder het vliegtuig. Via de andere methode komt het aan op de skills van de vlieger die op de millimeter nauwkeurig moet mikken. Uiteindelijk lukt het hen aan te pikken. Om ook daarna te verdwijnen in de blauwe ‘oneindigheid’.

Rond de klok van kwart over twee staat de zilvergrijze Airbus, die ook wordt gebruikt voor transport, evacuaties en als vliegend ziekenhuis, weer op het plateau. Met een brede lach stapt de koning de vliegtuigtrap af. Er is tijd voor een kleine quote.

Het hose and drogue systeem waarbij de tankslang onder de vleugel uitschuift.
De vlieger moet het vulpistool in de ‘parachute’ mikken.

‘Begint het niet te kriebelen?’

En?

“Majesteit, u bent zelf vlieger. Begint het na zo’n vlucht niet te kriebelen?” Ad rem reageert hij: “Nee hoor, ik ben Boeing gewend (de koning vliegt incidenteel als copiloot op een Boeing 737, red.).” Een grapje, waarnaar hij direct vervolgt: “Prachtig om mee te vliegen en te zien hoe hier internationaal wordt samengewerkt. Het is belangrijk dat we deze tankercapaciteit binnen de NAVO hebben. We zeggen altijd dat het zo belangrijk is om veel samen te werken met coalitiepartners…Nou dit is daarvan een succesvol voorbeeld.”

Koning Willem-Alexander reageert: “Prachtig om mee te vliegen en te zien hoe hier internationaal wordt samengewerkt.”