Tekst Evert Brouwer
Foto archief Mediacentrum Defensie

Open trainingen Militair Revalidatiecentrum Doorn morgen van start

Edwin de Wolf: ‘Open training nu al een succes.’

Een zoektocht naar actief dienende militairen die baat kunnen hebben bij gezamenlijk sporten. Dat is de omschrijving van de missie die een drietal sportambassadeurs-met-een-krasje hebben ingezet. “De angst om als militair niet meer voor vol te worden aangezien, moet uit het systeem”, vinden kapitein Jan Heun, sergeant-majoor van de mariniers Bart van der Burg en adjudant Jacco Dudink.

‘Dit hóórt bij goed werkgeverschap’

De eerste tekenen zijn hoopvol. Morgen, zaterdag 20 augustus, is de eerste open training bij sportcentrum van het Militair Revalidatiecentrum (MRC) in Doorn. Een oproep op diverse in- en externe kanalen leverde ruim zeventig aanmeldingen op. “Een succes, waarop we vooral moeten voortbouwen onder het bekende motto ‘boeien, binden en behouden’. Dit hóórt bij goed werkgeverschap”, zegt een van de initiators Edwin de Wolf. “Er mag geen schaamte zijn, we willen laten zien dat je verwonding geen belemmering hoeft te zijn voor je loopbaan.”

Helpend, niet helend

De Wolf, ook bekend van de Invictus Games, is zelf gewond geraakt in Srebrenica en werkt inmiddels als burger bij het MRC. Net als de drie ambassadeurs. Ze zijn vertegenwoordigers die om verschillende redenen baat hebben gehad bij trainingen in Doorn. “Sport kan heel belangrijk zijn in een proces om beter te worden. Het is helpend, niet helend”, weet adjudant André Wijnberger, sportinstructeur op het MRC.

Bij de open trainingen op het MRC komen allerhande sporten aan bod.

Taak

Adjudant Jacco Dudink en sergeant-majoor van de mariniers Bart van der Burg, beiden PTSS,  doorliepen een vergelijkbaar traject. “Toen ik hoorde dat je hier kon sporten met lotgenoten dacht ik aavankelijk: dat is niks voor mij”, bekent Dudink. “Het is spannend. Iets dat bij iemand met PTSS dubbel hard aankomt. Niemand in mijn werkomgeving wist van mijn problemen na een uitzending naar Soedan. Tot een paar weken voordat ik hier ging sporten wist niemand dat ik dit ging doen.”

‘Ik bleef weg met allerlei drogredenen’

Handboogschieten en zitvolleybal

Na de eerste training bleef Dudink weg met allerlei drogredenen. “Het is dan zó belangrijk dat er dan iemand belt met de vraag waar je blijft, hoe het met je gaat. Daar ligt dus een taak voor ons.”

De adjudant vond uiteindelijk baat in de individuele sport handboogschieten en in teamverband het zitvolleybal. “Als ik bij het MRC ga sporten, heb ik niks te maken met een zorgverlener of dat er een tijdklok gaat lopen. Het is ook niet zo dat je wordt beloofd dat je na zes trainingen genezen bent. Dit is een informeel zorgsysteem.”

Sporten kan binnen en buiten tijdens de open trainingen in Doorn.

Vijf jaar

Er zit nu een héél andere Jacco Dudink. “Het was best moeilijk om er in het openbaar over te praten. We zijn als militairen zó gericht op ons werk. Je gaat je afvragen wat de collega’s ervan vinden. Maar daarmee moet je je juist niet bezighouden. Het getuigt van kracht om ervoor uit te komen en zowel je werk als je gezin op de rails te houden. Dat heeft mij dus vijf jaar gekost.”

Adjudant Jacco Dudink vond sporten eerst niets, maar heeft zich helemaal gevonden in het handboogschieten.
Sergeant-majoor van de mariniers Bart van der Burg.

Uitputten

Van der Burg koos vooral een onderdeel waarmee hij zich ook lichamelijk volkomen kan uitputten; wielrennen. “Mijn wereld is nu opener, beter. Maar ik heb nog best wat stappen te zetten. Ook de defensieorganisatie kan en moet meer doen om militairen met een krasje te behouden. Wij moeten als ambassadeurs de organisatie laten zien dat je niet ‘af’ bent als je wat hebt. Dat vormde een drempel om hier te komen sporten.”

Schietgevecht

Bij kapitein Jan Heun, in 1994 gewond geraakt aan zijn onderbeen tijdens een schietgevecht in de enclave Srebrenica, werkt het anders. “Mijn doel was om actief dienend te blijven bij 11 Luchtmobiele Brigade, ondanks de fysieke beperking. Ik kan als het moet zo op uitzending, dankzij aangepast schoeisel. Ik heb keihard gewerkt om mijn rode baret te behouden. Ik zie dat het waardering oplevert van de collega’s, jong en oud.

‘Ik heb meer missies gedraaid met beperking, dan zonder’

Geloof

Maar nog steeds voelt Heun de behoefte om collega’s te overtuigen dat hij kan meekomen. “Niet alleen voor mezelf, ook om iets duidelijk te maken aan anderen die gewond zijn geraakt. Het hoeft niet op te houden bij die kwetsuur. Geloof in jezelf, maar ook in de organisatie. Ik heb inmiddels meer misses gedraaid mét beperking dan zonder.”

Kapitein Jan Heun op de roeimachine, terwijl trainer adjudant André Wijnberger hem passeert.

Ook direct een selectie Invictus Games

De open trainingen bij het MRC in Doorn gelden, voor wie dat aangeeft, ook als selectie voor de Invictus Games. De volgende editie staat volgend jaar september in Düsseldorf op het programma.

Teammanager Edwin de Wolf en zijn staf mikken daarbij op een mix van actief dienende militairen, nieuwe deelnemers én een deel ervaren leden. Zij kunnen zich nog steeds melden via sportplatform@mindef.nl.

Een van hen is defensiefotograaf sergeant-majoor Hille Hillinga. Als militair bij 11 Luchtmobiele Brigade raakte hij gewond in Afghanistan. Nu werkt nu als combatfotograaf bij het Mediacentrum Defensie. Zodoende legde hij onder meer de Invictus Games in Den Haag vast. “Hille stapt hiermee uit zijn schaduw”, vindt De Wolf.

‘Hille stapt uit zijn schaduw’

Na de uitzending kreeg Hillinga te maken met slapeloosheid, nachtmerries en agressiviteit. “Ik ben er veel te lang mee doorgelopen. Gelukkig heb ik een sterk thuisfront en collega’s die ik kan bellen. De reden dat ik me heb aangemeld voor de Invictus Games is niet alleen om deel uit te mogen maken van het hechte team. Ik wil ook laten zien dat ik als actief dienend militair met een mentale kras gewoon kan functioneren. In teamverband een prestatie kan neerzetten. Daarnaast hoop ik hen te bereiken die nog niet aan de bel hebben getrokken, maar dat wel zouden moeten doen. Is die hulpvraag nog een stap te ver? Kom dan trainen bij het revalidatiecentrum in Doorn; met collega’s die missies hebben gedraaid en iets hebben meegemaakt. Mijn motto is: ik ben geknakt, maar niet gebroken.”

Sergeant-majoor Hille Hillinga draaide als ‘rode baret’ en als combat-fotograaf vele missies.