Tekst kapitein Djenna Perreijn
Foto TNO/Studio Oostrum, Paul Tolenaar

Viering samenwerking Defensie en TNO

Geen enkel ander land besteedt defensieonderzoek uit, maar 75 jaar geleden zette het Ministerie van Oorlog deze wettelijke taak uit bij TNO. Driekwart eeuw later viert de organisatie haar kroonjuwelen huwelijk met de krijgsmacht; de partijen kunnen niet meer zonder elkaar. Reden voor een fuif in het Nationaal Militair Museum waar het één dag niet draait om het militair verleden, maar juist om de toekomst.

Van analist tot onderzoeker en van techwatcher tot beleidsmaker: de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) heeft alles in huis om veranderingen vóór te blijven. “We werken dicht tegen Defensie aan en zijn dienstbaar, maar hebben een onafhankelijke positie. Dat is uniek”, vertelt Marja Eijkman, managing director TNO. “We denken mee, maar durven ook tegen te spreken. Dat is nodig om innovaties aan de voorkant te toetsen. Zo voorkomt Defensie miskopen.”

TNO was onder meer betrokken bij de ontwikkeling van de meest geavanceerde 3D-bewegingssimulator ter wereld (foto links). Ook de PC7-simulator voor vliegeropleidingen is een TNO-vinding, in samenwerking met de luchtmacht.

Radartechnologie

Met trots kijken ze bij het onderzoeksinstituut terug op de afgelopen 75 jaar. “Als ik één hoogtepunt eruit moet pikken, is dat onze radartechnologie”, benadrukt Eijkman. “Daarmee bevinden we ons nog steeds in de wereldtop. Radars geven dag en nacht, bij alle weersomstandigheden, een betrouwbaar beeld van de omgeving. Of je nu met een schip, drone of voertuig werkt. Dat heeft het militaire domein echt veranderd.”

Marja Eijkman, managing director bij TNO

Het verschil

Logischerwijs is bij TNO het nieuws over extra defensiebudget juichend ontvangen. Voorheen ging slechts één procent van het budget naar onderzoek. “Daardoor hebben we de afgelopen jaren een achterstand opgebouwd op het gebied van kennis en ontwikkeling. De noodzakelijke basiskennis is er, maar ons onderzoek heeft alleen impact op het werk van militairen als we het vertalen naar concrete toepassingen.”

De komende jaren moet TNO inlopen. De huidige dreiging in de wereld vraagt daar volgens Eijkman ook om. “De oorlog aan de oostgrens maakt duidelijk dat de frontlinie dichtbij is. Natuurlijk volgen wij op de voet welke systemen ze daar gebruiken. Ook hier maken kennis en technologie het verschil.”f

Welk verschil TNO kan maken, laten ze zien met demonstraties in het NMM. De Defensiekrant licht er drie uit: 

Het ventilatorvest is ook op het warme asfalt van de voormalige vliegbasis geen overbodige luxe. Luitenant-generaal Elanor Boekholt-O'Sullivan bezoekt de jubileumviering en maakt van de gelegenheid gebruik de verkoelende sensatie te ervaren.

Het ventilatorvest

Hoe groter de dreiging, hoe meer beschermende uitrusting, hoe sneller je lichaam oververhit raakt. Presteren onder extreme warmte beïnvloedt de inzetbaarheid van militairen en kan in het ergste geval leiden tot hitteletsel. Om dat in de toekomst te voorkomen werkte TNO met het bedrijf INUTEQ de afgelopen drie jaar samen aan het koelvest voor de militair.

Tussen 2011 en 2019 kregen 89 Nederlandse militairen met hitteletsel te maken. Een derde daarvan belandde in het ziekenhuis. Het vest dat hiertegen beschermt weegt 2.3 kilo, maar als de batterijen worden aangesloten op die van de nieuwe STRONG-gevechtsuitrusting wordt dat iets minder. Het vest is geïntegreerd in een combatshirt, eronder loopt een aantal kanalen waardoor kleine ventilatoren lucht blazen zodat zweet verdampt. De drager beslist hoe hard het briesje moet staan om voldoende af te koelen. Aan het perfecte vest wordt overigens nog gewerkt, het is dan ook nog geen onderdeel van de nieuwe uitrusting.

Virtual Reality (VR)

Wie droomt van een carrière als vlieger zal in de toekomst zeer waarschijnlijk eerst een VR-bril opzetten om plaats te nemen in de nagebouwde cockpit van het PC-7 lesvliegtuig.

Zo kunnen instructeurs van de Elementaire Militaire Vlieger Opleiding op Vliegbasis Woensdrecht vliegprestaties, het kijkgedrag en de cognitieve belasting van een leerling meten. TNO ontwikkelde het systeem samen met het burgerbedrijf multiSIM. Eigenaar Mark Wentink volgt in het museum de visuals op twee computerschermen, terwijl iemand het vliegtuig bestuurt. “De realiteit is gekoppeld aan de simulatie; dankzij een groen rondje in beeld kan ik precies zien waar en hoe lang iemand kijkt.”

Een ander voordeel ten opzichte van een simulator zonder VR: de vlieger ziet geen schermranden en kan alle kanten op kijken. “Als het goed is herkennen ze Woensdrecht dat we aan de hand van satellietbeelden exact hebben nagebouwd.”

60mm Mortier Trainingssimulator

De luchtbel op het richtmiddel moet precies in het cirkeltje vallen, vergelijkbaar met een waterpas. Zonder de schietbuis van de mortier teveel te verplaatsen, moet die richting het doel bewegen: een kleine tank zo’n vijftig meter verderop. Het knopje indrukken en...boem.

De meeste ‘gelegenheidsmortieristen’ zitten bij de demonstraties in het Nationaal Militair Museum zo’n veertig meter bij het doel vandaan. Zelfs werken met de innovatieve Mixed Reality-techniek is niet eenvoudig en vraagt opperste concentratie. Je bedient de mortier op een natuurlijke manier, maar schiet op virtuele doelen. Deze simulator is een meerwaarde in de opleiding tot mortierist, omdat skills en drills stapsgewijs worden doorgenomen. Zonder dat bij elk schot de verplichte brandweer gereed moet staan. TNO werkt nog aan een systeem waarbij ook de lader met de trainingssimulator kan werken. Zo kan die samen met de mortierist de communicatie beoefenen, zoals het doorlopen van alle veiligheidsprocedures.