Tekst kapitein Charlotte Snel
Foto Phil Nijhuis, John van Helvert

Officieren in spé over hun ervaring

Op de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda namen deze maand 133 kersverse officieren hun bul in ontvangst. Komende tijd zullen zij hun draai moeten vinden in een organisatie die door de oorlog in Oekraïne in opperste staat van paraatheid is. Officieren in-spé Tammy, Lars en Sven kwamen net als hun voorgangers op in vrede, maar studeren in 'oorlogstijd' af. Hoe voelt dit voor hen? En wat vindt het thuisfront hiervan?

“Op jaarbasis brengen we een kleine twee maanden in het veld door om aan onze militaire vaardigheden te werken, de rest van de tijd ben je eigenlijk gewoon student. Soms verwatert de feeling met het militaire leven dan wel even. De oorlog in Oekraïne heeft dat gevoel voor mij absoluut weer aangewakkerd. In een keer werd de relevantie van onze studie en ons toekomstige werk duidelijk. Het heeft bij mij gezorgd voor extra motivatie om straks aan de slag te gaan. 

Na mijn afstuderen begin ik als Tactical Control Officer bij het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando in de Peel; de club die eerder deze maand naar Slowakije is vertrokken voor inzet met de Patriots. Er is een kans dat ik een keertje mee ga die kant op. Mijn vader is ook militair bij de luchtmacht, hij weet hoe het werkt. Maar mijn broertje vindt het nog wel een beetje spannend dat ik straks ‘operationeel militair' word. Zelf kijk ik daar ontzettend naar uit. De huidige situatie in het oosten is natuurlijk erg verdrietig, maar dit is uiteindelijk wel waar je het voor doet.”

“De oorlog in Oekraïne voelt voor mij eerlijk gezegd nog best ver weg. Ik ben bezig met het afronden van mijn scriptie en zit een beetje in mijn eigen bubbel. Bij de mensen om me heen leeft het zeker. Ik was van het weekend op de verjaardag van mijn oom en dan komen er toch wat familieleden op me af met de vraag of ik ‘straks ook naar Oekraïne moet’. Dan probeer ik uit te leggen dat het zo’n vaart niet zal lopen en de kans niet groot is dat wij als NAVO-land in Oekraïne oorlog gaan voeren.

Het enige lichtpuntje aan deze verschrikkelijke situatie is het feit dat iedereen zich weer bewust is van het belang van een sterke defensieorganisatie. Ook de politiek, gelukkig. Het wekt meer interesse op als ik over mijn opleiding en toekomstige werk vertel dan een paar jaar geleden. Ik was al gemotiveerd, maar kijk er nu alleen maar meer naar uit om straks eíndelijk te gaan doen waar ik voor gekomen ben; als officier van de wacht een schip veilig van A naar B navigeren.” 

“Na mijn afstuderen begin ik als pelotonscommandant bij 43 Gemechaniseerde Brigade. De kans dat ik op den duur ingezet zal worden in Oost-Europa is zeker aanwezig. Misschien niet zozeer in een staal op staal conflict, al weten we nu dat dit scenario niet ondenkbaar is, maar we sturen sowieso al meer infanterie-eenheden naar de oostgrens om onze zichtbaarheid te verhogen.

Ik probeer er nu vast over na te denken wat er bij het leidinggeven in oorlogstijd komt kijken. Wat doe je bijvoorbeeld als alle logistieke lijnen afgesloten worden en je met je eenheid een periode moet zien te overleven? Zulk soort dingen houden me wel bezig, zeker nu. Mijn thuisfront vindt het net als ik verschrikkelijk wat er in Oekraïne gebeurt. Natuurlijk is het geen prettig idee voor hen als ik straks ergens ingezet ga worden, maar ze vinden ook dat angst nooit de reden mag zijn om iets niet te doet. Als er wat aan de hand is, kijk je niet weg. Zo ben ik opgevoed en met die motivatie ga ik ook de organisatie in.”