Tekst kapitein Bianca Brasser
Foto sergeant-majoor Maartje Roos
'Niveau inlichtingenofficieren verschilt te veel'
'SPIE', het is een afkorting die kapitein Kibirango niet eerder heeft gezien. Een blik in het handboek van de Verenigde Naties (VN) leert hem dat het staat voor 'Short Peacekeeping Intelligence Estimate'. Er gaat een lampje branden. “Bij ons in Uganda heet dat gewoon 'Intelligence Estimate'”, verklaart hij. “De VN zetten graag overal 'peacekeeping' voor.”
Je moet het maar net weten. En dat is dan ook één van de redenen waarom de Ugandese kapitein deelneemt aan een VN-inlichtingencursus in het Keniaanse Nairobi. Deze Military Peacekeeping Intelligence train-the-trainer-course is opgezet door de Nederlandse krijgsmacht.
Details
Samen met zo'n 24 collega's uit 14 verschillende Afrikaanse landen buigt Kibirango zich sinds deze week over lesstof die gaat over inlichtingen verzamelen en analyseren. En hoewel hij ruim tien jaar ervaring heeft als inlichtingenofficier, denkt hij nog veel te kunnen leren. “Dit is een mooie kans om te zien hoe de VN het doen. Vooral op het gebied van informatie analyseren. Hoe filter ik uit de verzamelde informatie datgene wat belangrijk is voor de VN-missie? Op welke details focus ik? En hoe ziet het eindrapport eruit dat ik aan een commandant geef? Dat is voor mij het spannendst. Als ik cruciale informatie in eerste instantie niet belangrijk vind en uit het rapport laat, kan dat grote gevolgen hebben voor een missie.”
Afrika, Nederland en de VN...
In verschillende Afrikaanse landen waar zich gewapende conflicten afspelen, zijn vredesoperaties gaande van de Verenigde Naties. Zij helpen om de veiligheid en stabiliteit van de landen te herstellen. Dat is ook belangrijk voor Nederland en Europa. Instabiliteit van een Afrikaans land zorgt bijvoorbeeld voor terreurdreigingen en migratiestromen. Nederland versterkt deze VN-missies op verschillende manieren en de inlichtingencursus is daar een voorbeeld van. Het ministerie van Buitenlandse Zaken financiert het initiatief.
Nederlandse inzet
Op dit moment worden in verschillende VN-missies 64 inlichtingenfuncties bekleed door Afrikanen. Het niveau van de Afrikaanse inlichtingenofficieren verschilt onderling enorm, stelt de Nederlandse luitenant-kolonel Paul Brekelmans van de Directie Operaties, tevens initiatiefnemer van deze cursus.
Er bestond al een VN-cursus voor inlichtingenofficieren, maar die werd pas gegeven als de officier in de missie zat. “Zo verlies je kostbare tijd”, stelt Brekelmans. “En bovendien is elk land zelf verantwoordelijk voor het inzetten van bekwaam personeel bij de start van een uitzending.”
De Verenigde Naties stelden daarop een online-lespakket samen voor alle inlichtingenofficieren die deel gaan nemen aan VN-missies. Maar de ervaring wijst uit dat niet alle, met name Afrikaanse, landen dit pakket online weten te vinden. “Of ze hebben de kennis niet om zichzelf de stof eigen te maken”, zegt Brekelmans, die ook betrokken was bij het samenstellen van het lespakket. “Militair jargon en afkortingen kunnen in VN-operaties net even anders zijn. En hoe moet je bepaalde PowerPoint-slides lezen en interpreteren?”
Olievlek
Brekelmans bedacht daarom de train-the-trainer-course. In drie weken tijd worden de deelnemers wegwijs gemaakt in het al bestaande lesmateriaal, inclusief kaarten en scenario's. Aan hen de taak om de opgedane kennis in hun thuisland weer over te dragen aan andere inlichtingenofficieren die op een VN-missie gaat. “Zo ontstaat een olievlek”, hoopt Brekelmans. “De komende drie jaar worden hier zeven cursussen gegeven aan circa 140 personen. Als zij daarna hun kennis thuis doorgeven, is er straks in een VN-missie geen Afrikaanse inlichtingenofficier meer die het lespakket niet heeft gehad.”
Cursist uit Rwanda
“Ik ben vijf jaar inlichtingenofficier. Deze cursus laat mij zien hoe het op internationaal niveau gaat. Thuis in Rwanda ken ik het terrein, ik weet wat de dreigingen zijn. In een VN-missie kan dat straks anders zijn.
Ik wil vooral leren om details die belangrijk zijn voor een operatie, uit het grote plaatje te halen. En hoe ik alle informatie samenvat en rapporteer. Wat meld ik wel en niet? Dat vind ik soms een moeilijke keuze. Rapporten worden hierdoor lang. De VN hebben een eigen manier hiervoor.
Wat ik hier leer hoef ik niet alleen in een VN-missie in te zetten. Ik kan er ook in mijn eigen land wat aan hebben. Mijn hoop voor Afrika is dat we uiteindelijk sterk genoeg zijn om onze eigen problemen op te lossen. Of liever nog: ze te voorkomen.”
Op de achtergrond
Hoewel Brekelmans de cursus op poten zette en zorgde voor de inhoud, staat hij niet zelf voor de klas. Daarvoor klopte hij aan bij het International Peace Support Training Centre (IPSTC) in Nairobi. Een school van de Keniaanse krijgsmacht die al verschillende VN-opleidingen verzorgt. Afgelopen september leidde Brekelmans hier Keniaanse docenten op die nu de nieuwe inlichtingencursus geven. Brekelmans observeert enkel nog op de achtergrond. En ook alleen nog bij deze eerste cursus, hierna is het helemaal in handen van het IPSTC. “Het belangrijkste doel is dat elke cursist straks het lespakket kent en zelfverzekerd genoeg is om thuis voor de klas te staan”, vat Brekelmans samen.
Docent International Pace Support Training Centre
“Twintig jaar geleden speelden inlichtingen nog niet zo'n grote rol in een missie. Maar de conflicten zijn complexer geworden, er zijn meer groeperingen die tegen elkaar strijden. Goede informatie is van cruciaal belang."
Het verschil in kennis tussen de Afrikaanse landen is groot. Het ene land is een stuk verder dan het andere. We hebben een gemeenschappelijke basis nodig. Deze cursus helpt daarbij. Afrika heeft nog een lange weg te gaan. We komen er alleen als we samenwerken. De steun van de VN met dit soort initiatieven is daarbij heel belangrijk.”
Achteroverleunen?
De cursisten staan deze drie weken ook zelf veelvuldig voor de klas. “Learning by doing”, zegt Brekelmans. “De lessen uit het pakket worden verdeeld onder de cursisten. Zij moeten in buddy-paren de les voorbereiden. Daarna staan ze voor hun eigen klas. De docenten van het IPSTC hebben vooral een mentorrol.”
Achteroverleunen in de schoolbanken en doen alsof je oplet zit er bij deze modernere vorm van onderwijs niet meer in. “Nee”, beaamt Brekelmans. “Het kan dus niet meer voorkomen dat een cursist drie weken zit te slapen in de klas en toch met een certificaat naar huis gaat.”