Tekst kapitein Jessica Bode
Foto Mediacentrum Defensie/CML
Decennia oude afspraken hernieuwd
De Nederlandse en Noorse krijgsmacht werken dit jaar precies vijftig jaar samen. Maar in die decennia is er nogal wat veranderd op veiligheidsgebied. Zo vormt de veiligheid van het noorden van Noorwegen een steeds grotere uitdaging. Reden voor de landen om deze week bij elkaar te komen en de samenwerking nog eens onder de loep te nemen.
Het is een ijskoude winter 1971 als de eerste Nederlandse mariniers naar Noorwegen afreizen voor een wintertraining. Een traditie is geboren. Nog ieder jaar vindt deze training hier plaats. En ook voor andere oefeningen en trainingen zijn Nederlandse militairen regelmatig op Noors grondgebied of vice versa.
Update
“Na verloop van tijd kreeg die samenwerking een formeel karakter met onder meer een ‘declaration of intent’. “Een duur woord voor een ambtelijk stuk met lange zinnen op ministerniveau, waarin globaal richtlijnen geformuleerd zijn over hoe die samenwerking eruit zou moeten zien”, verklaart defensie-attaché kolonel Herman de Groot zich nader.
Maar de laatste ‘declaration' of intent stamde nog uit het pré-Krim tijdperk. “Die kon dus wel een update gebruiken”, vervolgt De Groot. “Neem alleen als cyber en space. Daar werd amper over gesproken, nu is het aan de orde van de dag. Of de klimaatverandering die nogal wat gevolgen heeft voor militaire operaties in het Hoge Noorden.” Ander agendapunt is de Barentszzee, waar zowel Rusland als Noorwegen aan grenzen. “De NAVO kijkt hier zo in de achtertuin van de Russen en die hebben hier natuurlijk een mening over.”
Operationaliseren
Bijkomend probleem is dat in dit soort declarations nergens concreet staat wat er op militair vlak moet gebeuren. “Het draait in dit beleidsdocument om hoofdlijnen, maar nog belangrijker is om op operationeel niveau af te stemmen welke koers je gaat varen en hoe. En hoewel we elkaar in allerlei samenstellingen regelmatig zien, hebben we dit afgelopen week voor het eerst met alle spelers samen gedaan.”
‘Leren om de stekker in het juiste stopcontact te steken’
Inkleuren
Maar de attaché, de schakel tussen de Nederlandse en Noorse krijgsmacht, weet ook dat je zoiets niet in één dag inkleurt. “We hebben nu scherp welke stekkers in welke stopcontacten moeten. Van daaruit bouwen we de komende tijd verder.”
De Noren hebben bijvoorbeeld een gezamenlijk operationeel hoofdkwartier voor de landmacht, luchtmacht én marine van waaruit ze hun operationele planning verzorgen. Nederland heeft dat niet. “Dus waar moeten de Noren dan bij ons aankloppen? Welk stopcontact moeten ze hier hebben? Op dat soort vraagstukken hebben we een antwoord gevonden. Op naar de volgende vijftig jaar samenwerking.”