Tekst kapitein Jessica Bode
Foto Valerie Kuypers

Kijkje bij grootscheepse metamorfose

De indrukwekkende verbouwing is het werk van architect Loes van Rijnsbergen (voorgrond). Bij haar werkzaamheden wordt ze geassisteerd door trainee Saskia van Asselbergs (achter) die Bouwkunde studeert.

De Koninklijke Militaire Academie (KMA) wordt verbouwd. En hoe! Het Kasteel van Breda werd maandenlang gestript en nu is gestart met de wederopbouw. Van de gordijnen en de kapstokken tot de plafonds en trappen; het Rijksmonument uit 1535 krijgt een complete metamorfose. De Defensiekrant mocht alvast een kijkje nemen.

Hoe het was? In het ene vertrek kreeg je het idee dat je in een Oost-Europees ziekenhuis stond tijdens de Koude Oorlog. In een andere ruimte wandelde je een balzaal binnen die niet onderdeed voor het decor van de film Sisi. De KMA kent veel gezichten. “Het is een prachtig gebouw en de afgelopen decennia is er links en rechts ook heel veel aan verspijkerd, maar niet altijd ten goede. De samenhang was zoek”, benadrukt Loes van Rijnsbergen van het Rijksvastgoedbedrijf. Als architect is ze al tien jaar bij het project betrokken.

Trap verstopt

Het gebouw in het hart van Breda dateert uit de vijftiende eeuw en kent bijzondere Rijksmonumentale elementen. Maar sinds het Renaissancekasteel in 1828 een militaire academie werd zijn er ook veel lelijke en goedkope aanpassingen gedaan. “Daar pakken we het op. Denk aan akelige, systeemplaten en verlaagde plafonds, blinde muren, kleine en donkere hokjes en onlogische indelingen. Op die manier was zelfs een prachtige gietijzeren trap uit 1890 verstopt”, reageert Van Rijnsbergen.

Deze gietijzeren trap uit 1890 zat voorheen verstopt achter een toiletgroep. Dankzij de verbouwing wordt de trap straks veel zichtbaarder en onderdeel van de rest van het kasteel.

Constructiefouten herstellen

“We zouden aanvankelijk alleen de brandveiligheid onder handen nemen”, vervolgt ze. Toch bleek er al snel meer werk aan de winkel. Ongedierte, aangetast houtwerk, verouderde systemen en sanitair, asbest én constructiefouten van de afgelopen honderdvijftig jaar. “Daarom nemen we nu ook het onderhoud, de gebruiksvriendelijkheid, energieprestatie en duurzaamheid onder handen.”

Het doel is dan ook om niet-waardevolle elementen uit met name de vorige eeuw te verwijderen en het waardevolle, historische materiaal uit het verleden te koesteren, zoals de architect beschrijft. “Uiteraard voegen we moderne elementen toe, passend voor Defensie. We gaan niet historiseren. Oud en nieuw komen pal naast elkaar.”

Begane grond en kelder

De verbouwingen vinden plaats op de eerste en tweede verdieping en de zolder. De begane grond en de kelder zijn nog niet volledig aan de beurt maar worden wel brandveilig gemaakt. Ook worden alvast technische voorbereidingen getroffen voor bijvoorbeeld water en elektra. Én, niet geheel onbelangrijk: de lelijke, goedkoop ogende voorzetwand die de hal scheidt van het bedrijfsrestaurant wordt verwijderd.

Een prachtige hal met historische elementen en dan zo’n lelijke voorzetwand. Nog even en het kunststof muurtje wordt weggehaald.

Te risicovol

De verbouwing zou gefaseerd plaatsvinden, maar het bleek te risicovol om het pand open te houden. Sinds anderhalf jaar is het kasteel daarom gesloten en zijn de cadetten ondergebracht in noodgebouwen op de sportvelden. Medio volgend jaar keren zij naar verwachting weer terug.

Licht en ruimte

Wie het kasteel van binnen ziet, herkent het al bijna niet meer terug. Plafonds zijn eruit gebroken, overbodige muurtjes gesloopt. Radiatoren zijn verdwenen en de welhaast prehistorische toiletten en douches zijn naar de sanitairhemel verwezen. Vloeren worden deels vervangen, deels uitgevlakt en hersteld. De vertrekken hebben ineens metershoge plafonds en kamerhoge ramen. Frisse open ruimten met zeeën aan daglicht. Een kasteel, zoals een kasteel is bedoeld.

De bouwvakkers werken met veel plezier aan deze monsterklus. Zoals op deze foto: het uitvlakken van de vloer.

“Er komen uiteraard wanden terug, maar die plaatsen we efficiënter. Niet voor bijvoorbeeld een raampartij, waardoor al het daglicht verloren gaat. Ja, dat was wel zo.” Ook heeft de ambitieuze architect veel glas ingetekend. “Rook- en brandwerende glazen muren en deuren met brons-zwart staal.” Dit zorgt niet alleen voor meer daglicht, maar ook voor transparantie en een stoere uitstraling. En wil je je toch even terugtrekken? Dan is alles afsluitbaar met speciale raambekleding.

Er wordt natuurlijk veel meer aangepast dan we in een verhaal kunnen vangen. Daarom hieronder de hoogtepunten: 

Zolder

De rondleiding over de ‘bouwput’ begint op de zolder waar van oudsher de technische ruimtes zijn ondergebracht. “Dat blijft ook na de renovatie zo”, benadrukt Van Rijnsbergen. “Al wordt het heringericht en vernieuwd met onder meer een watermist-sprinklerinstallatie, ventilatieleidingwerk, elektra, ICT en een warmtewisselaar. 

Gestuukt stralingsplafond

De verlaagde- en systeemplafonds maken plaats voor een strak gestuukt laag temperatuur stralingsplafond. Ofwel een plafond met verwarmingsbuizen. Grote, in het oog springende radiatoren maken plaats voor een subtiel en snel verwarmingssysteem. Van Rijnsbergen legt uit: “Als de cadetten vertrekken, schakelt het systeem terug en als ze weer terugkomen weer aan. Binnen een half uur is het op temperatuur. Dat is energiezuinig, omdat je niet continu verwarmt.” Daarmee is het zuiniger dan vloerverwarming, want zo’n systeem draait de hele dag door. Slechts op enkele plekken is een extra radiator noodzakelijk, omdat het energetisch verlies anders te hoog is.

Er wordt hard gewerkt aan een nieuw stralingsplafond met daarin de verwarmingsbuizen.

Technische schouwen

Waar vroeger de schouwen zaten, komen nu technische schouwen. Niet die typische schouwen om een openhaard, maar een soort gestuukte blokken die er uitzien als kasten en waarin alle techniek is weggewerkt. Van internetkabels en draden voor licht en geluid, tot leidingwerk voor sprinklers, ventilatie en elektra. “Dus geen losse draden meer over de vloer, maar alles uit het zicht. En je kunt er altijd makkelijk bij.”

De ouderwetse schouwen maken plaats voor technische schouwen. Op deze foto was de oude schouw zelfs zo aangetast, dat redding niet mogelijk bleek.

Op maat gemaakt

Verschillende ruimtes worden adaptief opgebouwd. Ofwel, ze zijn eenvoudig om te toveren van bijvoorbeeld slaapvertrek naar kantoor of vergaderruimte en vice versa. Ook komen er vleugels die  los te gebruiken zijn door specifieke groepen. Daardoor kan het kasteel in de toekomst veel flexibeler worden ingezet.

Schoorstenen

Het kasteel telt nu vier schoorstenen, die hoog boven het gebouw uittornen. Daar komen er liefst tien bij, geheel in stijl met de rest. “Die stonden ook in de originele bouwtekeningen”, vertelt de architect. “Het gevelbeeld passen we aan, op basis van historische foto’s.” Die schoorstenen zijn er trouwens niet alleen voor de sier. Hierin wordt ook frisse lucht aangezogen en afgeblazen. Die nieuwe schoorstenen zullen het uiterlijk van het kasteel flink versterken.”

Tijdens de verbouwing komen er acht schoorstenen bij, die qua uiterlijk allemaal zullen lijken op de oude exemplaren.

Raampartijen

Tijdens het vooronderzoek naar de technische staat van de ramen kwamen de architect en haar team erachter dat diverse ramen uit de negentiende eeuw komen. Historisch gezien heel waardevol, maar daar moet wel rekening mee gehouden worden bij de renovatie. “De TU Eindhoven heeft meerdere simulatiemodellen gemaakt van mogelijke isolatie van de ramen en gevels. Isolerende, enkele beglazing is het uiteindelijk geworden. Nee, geen dubbelglas. Dat zou in dit geval te veel isoleren, waardoor bijvoorbeeld de warmte in de zomer niet weg kan. Op de lange termijn vormt het ook een risico op vorstschade aan de noordgevels.”

De restauratie is inmiddels achter de rug en de kozijnen zijn geschilderd. “Voorheen hadden het vaste en het raamdeel dezelfde kleur. Nu verschilt dat een paar tinten, zodat er meer kleur in de gevel komt.”

De ramen zijn inmiddels allemaal gerestaureerd en opnieuw geschilderd.

De Grote Zaal

In 1948 heeft de KMA een grootscheepse verbouwing ondergaan. Die was zo waardevol, dat het inmiddels als monumentaal wordt behandeld. “In die tijd is ook ‘De Grote Zaal’ ontstaan”, reageert de Rijksarchitect. “Zo zijn de originele bouwtekeningen gevonden met daarop de 24 zuilen zoals ze nu nog in de ruimte staan. Die blijken alleen nooit te zijn afgemaakt. De pilaren gaan we dus afmaken zoals de tekeningen hebben bedoeld. Wel met een modern lichtobject erop.” Verder wordt de vloer hersteld en komen er werkplekken waar je met je laptop eenvoudig kunt inpluggen. Ook komt er een grote bar, gemaakt van oude vloerdelen.”

De 24 zuilen in de grote zaal worden gerestaureerd en afgemaakt, zoals ooit was bedoeld.

Williams & Mary’s

In de hal op de eerste verdieping dragen houten consoles uit de zeventiende eeuw de initialen W en M. Wat staat voor William en Mary. William is stadhouder Willem III die door zijn huwelijk met Mary II in 1689 koning van Engeland en Schotland werd. Sommige van deze houtsnijwerken zijn beschimmeld, gescheurd of op een andere manier aangetast. “We laten ze nu actief conserveren, zodat ze hersteld en beschermd worden en daardoor weer lang meekunnen. Volledig restaureren doen we niet, dat bleek helaas te kostbaar.”

Deze houtsnijwerken worden geconserveerd.

Kleuren

Van Rijnsbergen en haar team hebben op de natuurstenen deurkaders verschillende kleurlagen aangetroffen. Op de wanden, plafonds, ramen en kozijnen juist witte, lichtgrijze en crèmekleurige tinten. “Dat dateert allemaal van na 1828. Van de periode tot circa 1900 hebben we een enkele geel en groene sjabloonschildering aangetroffen. In oude bestekken in het Nationaal Archief was over kleurstellingen in deze academietijd weinig terug te vinden. Waarschijnlijk is in tijdens de restauraties van 1948 en van 1995 veel van het pleisterwerk verdwenen.”

Op dit moment vindt een kleuronderzoek plaats om vast te stellen welke kleuren de verschillende ruimtes krijgen. “De ‘pretzaal’ wordt in ieder geval nachtblauw en de Indiëzaal (voor vergaderingen) krijgen een groentint.

Het kleurtrapje waarop verschillende kleurlagen uit het verleden te zien zijn. Foto rechts: een kleurenstudie om te kijken wat er het mooiste is op de muren. 

Schemergestuurde raambekleding

De wanden en ramen van de eerste en tweede verdieping krijgen gevelhoge en gevelbrede, schemergestuurde gordijnen. Ofwel bij zonsopgang en zonsondergang gaan ze automatisch open en dicht. Vooral bedoeld om in de winter de kou buiten te houden, want dat voelt onprettig aan. Dichte gordijnen houden de koude straling op afstand waardoor het binnen warmer aanvoelt en er minder gestookt hoeft te worden. Ze kunnen overigens ook handmatig dicht. Als de zon hinderlijk naar binnen schijnt of als het overdag tijd is voor een tukkie.