Tekst kapitein Jessica Bode
Foto archief Mediacentrum Defensie
Hoe hangt de vlag erbij?
Vanwege het klimaat en minimaal acht zonuren per dag is Aruba uitermate geschikt voor energieopwekking via zonnepanelen. Dé reden waarom drie jaar geleden de ambitie werd uitgesproken om van Marinierskazerne Savaneta op dit eiland binnen een paar jaar de eerste energieneutrale kazerne ter wereld te maken. Hoe staat het met deze wilde plannen?
De toenmalige commandant van de kazerne wilde medio 2021 net zoveel energie opwekken als dat er wordt verbruikt. Maar zover zijn ze nog niet op het Caribisch eiland. “De korte samenvatting?”, begint hoofd Materieelsdienst luitenant ter zee der 2e klasse oudste categorie Jeroen van Dasselaar vanuit Aruba. “De techniek en de technologie is er, maar er wordt geen geld vrijgemaakt om de boel in gang te zetten. Het blijft een papieren monster.”
Van 3,5 naar 2,8
En dat terwijl er de afgelopen jaren met simpele maatregelen al 200.000 euro per jaar aan energiekosten bespaard wordt. “In 2018 verbruikten we 3,5 miljoen kilowatt per jaar. Nu nog 2,8”, verduidelijkt Van Dasselaar. “Hoe we dat gedaan hebben? Met relatief basale en eenvoudig te realiseren acties.”
Denk aan bestaande zonnesystemen, betere monitors en airco’s niet meer 24/7 laten draaien. Dat deed men mede uit angst voor schimmel, maar onderzoek wijst uit dat dit niet het geval is. “De apparaten schakelen nu automatisch uit als er geen mensen meer zijn en er is een minimale temperatuur ingesteld. Dit leidt al tot tweederde van alle besparingen”, legt het hoofd materieelsdienst uit.
Terugverdienen
Om de kazerne energieneutraal te maken is nog zeker 3,5 miljoen euro nodig. Dat geld is met name bestemd voor de zonnepanelen met bijbehorende accu’s. Maar vanuit de defensiebegroting krijgt Saveneta ‘slechts’ anderhalf miljoen euro. Daarvan worden na de zomer panelen gekocht en wat accucapaciteit. Dat is binnen drie jaar terugverdiend. “Dus het gekke is dat er wel jaarlijks budget is van een miljoen euro voor de torenhoge energierekening, maar geen geld voor méér maatregelen om diezelfde rekening verder te verlagen. Het is geen rocket science en toch lukt het niet.”
Geen nut
Van Dasselaar en z’n collega majoor Xander Beks, betrokken bij de energietransitie vanuit de landmacht, stellen dat het nut er nog niet van wordt ingezien. “De doelstellingen hoeven immers pas tussen 2030 en 2050 behaald worden”, legt Beks uit. “Nu ligt er niemand wakker van. Maar toch…hoe eerder je start, hoe winstgevender het is. Het energieproject op Aruba bespaart nu al tonnen en toch is die succeservaring er niet. Op Curaçao kun je door hetzelfde doen al vrij snel een half miljoen euro per jaar besparen. Het ligt voor het grijpen, maar het dringt niet door.”
Bovendien kan met zonne-energie ervaring worden opgedaan die later toegepast kan worden in missiegebieden. Beks legt uit: “Diesel in een missiegebied is erg duur. Niet zozeer de brandstof zelf, maar wel de aanschaf van pijplijnen en transport. De prijs gaat meerdere keren over de kop. Zonnepanelen zijn een uitkomst. De terugverdientijd is minimaal, maar ook hier zien we amper beweging. Er zijn altijd argumenten om het niet te doen, maar als we dat blijven roepen weet je zeker dat er niets verandert.”
Duurzaamheidsofficieren
Omdat meer geld er voorlopig niet in lijkt te zitten, pleiten Beks en Van Dasselaar voor de aanstelling van duurzaamheidsofficieren. “Er zouden functies gecreëerd moeten worden om de energietransitie in goede banen te leiden. Duurzaamheidsofficieren.” Van Dasselaar moet het er zelfs bij doen. “Maar dat is onbegonnen werk. Een specialist die hier z’n werk van maakt kost een fractie van wat hij per jaar kan besparen. Goed voor de duurzaamheidsdoelstelling en het maakt geld vrij voor andere zaken, zoals materieel. Een no brainer!”