Tekst Evert Brouwer en Julian Heijtbrink
Foto sergeant Jan Dijkstra en Royal Navy
Luchtverdedigings- en commandofregat maakt ‘superreis’ van zeven maanden
De spanning aan boord van Zr.Ms. Evertsen is beetje als het gevoel van een kind de dag voor de verjaardag. Morgen is het dan zover. Na een periode van opwerken, oefenen, reparaties in het dock, nog eens oefenen en lang wachten vertrekt de Evertsen voor inzet naar de volle zee.
‘Ze stonden in de rij om mee te mogen’
Het luchtverdedigings- en commandofregat verlaat zaterdag, met een geheel gevaccineerde 180-koppige bemanning, de haven van Den Helder. Het schip maakt deel uit van een superreis van zo’n zeven maanden met de Carrier Strike Group 21 rond het nieuwe Britse vliegdekschip HMS Queen Elizabeth. Net voor Kerstmis keert de Evertsen terug naar Den Helder. Er zit dan een recordreis van 26.000 zeemijl op. En dan zijn inmiddels zo’n veertig landen bezocht, waaronder India, Indonesië, Japan, Zuid-Korea en Singapore.
Warm schip
Commandant ad-interim kapitein-luitenant-ter-zee George Pastoor en eerste officier luitenant-ter-zee der eerste klasse Alex Arriëns Dwarshuis roemen de sfeer op het schip en de motivatie van de bemanning. “Een warm schip met een fijne bemanning”, zegt Dwarshuis.
Overste Pastoor vervangt trouwens, vooralsnog de eerste zes weken, de eigenlijke commandant kapitein-luitenant-ter-zee Rick Ongering vanwege medische redenen. Pastoor is geen onbekende voor de bemanning. Ook eind vorig jaar nam de commandant van Zr.Ms. Tromp de taken op de Evertsen al een tijdje over.
Lang?
De afgelopen twintig jaar duurden de vaarperiodes over het algemeen tot maximaal vier maanden. Dat was toch ook omdat het marinepersoneel niet zo lang meer van huis wil zijn? Hoe zit dat nu dan met een reis van zeven maanden voor de boeg. “De huidige generatie matrozen gaat daar anders mee om dan toen ik in 1991 bij de marine kwam”, weet overste Pastoor. “Het zal zeker in het begin zoeken zijn hoe wij daar mee om moeten gaan.”
De duur vormde overigens geen enkele belemmering voor de motivatie bij het marinepersoneel. Sterker nog, LTZ1 Dwarshuis zag geen enkel probleem om de enkele opvarende die niet mee kon, te vervangen. “Ze stonden in de rij om mee te mogen.”
Matroos Bibi (20), logistieke dienst bevoorrading:
“Ik kijk er naar uit om bijna zeven maanden mee te gaan op het schip. Dit is voor mij een erg mooie kans. Ik hoop op mooie plekken te komen. Vooral Japan spreekt me aan. Ons werk? Zorgen dat de meeste gebruiksvoorwerpen op het schip aanwezig zijn voor de bemanning. Bijvoorbeeld eten en toiletpapier. Natuurlijk heb ik ook aan mezelf gedacht. Mijn favoriete thee heb ik voor de zekerheid extra veel ingekocht.”
Grote waarde
Boeien en binden van het personeel. Dat is een van de drie redenen die commandant Pastoor noemt om aan te haken bij de CSG21. “Hiervoor ga je toch varen? Join the navy, see the world. En ze krijgen heel wat te zien. Voor de marine is het bovendien van belang weer eens mee te doen met oefeningen in het hoogste geweldsspectrum. De deelname biedt ons een uitgelezen kans om in zo’n groot internationaal verband te oefenen. We zijn volledig geïntegreerd in deze carrier strike group. De kennis en ervaring die we daarmee opdoen is van grote waarde.”
Bovendien kan ons land laten zien dat het een betrouwbare en goed geoefende partner in de NAVO is. “En dat we ons blijven inzetten voor de veiligheid op zee. De onbedoelde blokkade van het Suezkanaal heeft weer aangetoond hoe belangrijk een vrije doortocht voor scheepvaart is.”
Korporaal Onno (23), technische dienst
“Na afronding van mijn opleiding Sensoren, Wapensystemen en Commandosystemen ben ik er helemaal klaar voor. Ik heb hier anderhalf jaar naar uitgekeken. De afgelopen dagen gaven een beetje het gevoel alsof je aan het voorbereiden bent op een vakantie. Dus heb ik veel extra spullen mee, bijvoorbeeld tandpasta. Ik hoop op bijzondere plekken te komen die je waarschijnlijk maar een keer in je leven ziet. Ik kijk vooral uit naar het bezoek aan Indonesië.”
‘We spelen individueel op het hoogste niveau mee, maar dat maakt nog geen goede ploeg’
Verwachten
Voor de superinzet is de laatste jaren veel geoefend. “We weten dus wel wat we kunnen verwachten”, zegt commandant Pastoor. En dat is me nogal wat. Eerst voegt het schip zich op de Noordzee bij de Britse Carrier Strike Group 21. De eerste weken van de reis staan in het teken van het verbeteren van de samenwerking. “Ik vergelijk het met een voetbalelftal. We spelen individueel op het hoogste niveau mee, maar dat maakt ons nog geen goede ploeg.”
De Gaulle
Dan gaat het schip, in willekeurige volgorde, onder meer via de Middellandse Zee, Zwarte Zee, het Suezkanaal, de Indische Oceaan en de Zuid-Chinese zee richting Japan. Al snel na vertrek doet de Evertsen ook mee aan oefeningen met de Franse CSG, rond het vliegdekschip FS Charles de Gaulle in de Middellandse Zee.
‘Intensieve samenwerking met de F-35’s is nieuw voor ons’
Verder komen bondgenoten zoals de Verenigde Staten, Canada, Denemarken, Griekenland, Israël, Italië, Japan en de Verenigde Arabische Emiraten langs. Een ‘goudmijn’ voor de Evertsen, die voor de luchtbeveiliging zorgt. “We kijken vooral uit naar de samenwerking met de F-35’s (de QE heeft zowel Britse als Amerikaanse F-35B-toestellen aan boord, red.). De uitwisseling van informatie met die toestellen is nieuw voor ons”, besluit de commandant.
De Carrier Strike Group (CSG) 21:
- HMS Queen Elizabeth
- 18 F-35B gevechtsvliegtuigen, 8 van UK 617 Squadron (de beroemde 'Dambusters') en 10 van het US Marine Corps’ VMFA-211;
- Wildcat-helikopters van 815 Naval Air Squadron and Merlin-helikopters van 820 and 845 Naval Air Squadrons.
- Royal Marines van 42 Commando
- RFA Tidespring en RFA Fort Victoria: Tideklasse tankers.
- HMS Northumerland (F238), HMS Kent (F78): type 23 fregatten.
- HMS Diamond (D34) en HMS Defender (D36): type 45 destroyers.
- Een Astute-klasse onderzeeboot.
- Zr.Ms. Evertsen (F805): luchtverdedigings- en commandofregat.
- USS The Sullivans (DDG68): Arley Burkeklasse destroyer.