.

Defensie en de Tweede Kamerverkiezingen

Oud-voorzitter van de Assalaam moskee in het Limburgse Panningen, jongerencoach, vrijwilliger voor de moskee, lid van de medezeggenschapsraad op de school van zijn kinderen en opsporingsambtenaar bij de Koninklijke Marechaussee. Wachtmeester Mounir Kasmi (39) is al meer dan 15 jaar sociaal-maatschappelijk en ethisch betrokken bij diverse organisaties én nu ook kandidaat-Kamerlid voor NIDA. 

De zoon van een Marokkaanse-Nederlandse gastarbeider is pas drie maanden lid van de partij. Hij voelt zich daar, net als bij Defensie, helemaal op zijn gemak. Al maakt de zachtaardige Brabantse Limburger zich deze verkiezingen nog geen illusies. Hij staat op plaats 11 bij de partij die groot is geworden in met name Rotterdam. “We debuteren op het landelijke podium met de kreet ‘Wij geloven in Nederland’. We gaan voor drie zetels”, zegt hij optimistisch.

Nog 19 dagen tot de verkiezingen voor de Tweede Kamer. In een serie van vijf artikelen laat de Defensiekrant de komende weken een aantal Defensiemedewerkers aan het woord dat kans maakt op een Kamerzetel. Wat kunnen zij straks voor Defensie betekenen?

1. Wachtmeester Kasmi, waarom juist NIDA?

“De afgelopen tien jaar heb ik me in de politiek verdiept. In de aanloop naar de verkiezingen heb ik gekeken naar de standpunten van de partijen. Al jaren zet ik me in voor mijn directe omgeving en probeer een maatschappelijke bijdrage te leveren. Nu wilde ik het eens groter aanpakken.

De vijf maatschappelijke idealen in het programma van NIDA spraken me meteen aan. Die draaien om het waarborgen en ontwikkelen van geloof, leven, welvaart, talent en familie. Dat zijn de waarden die naadloos bij mij passen; die mijn identiteit vormen. Het is een partij die voor het eerst landelijk meedoet en er valt veel voor ons te leren. Zo is er geen uitgebreide defensieparagraaf in ons programma opgenomen, maar er is wel een richting zichtbaar. Onze prioriteit ligt op de zorg en welzijn, de gelijke kansen in het onderwijs en bij armoedebestrijding.”

2. In hoeverre speelt je afkomst een rol in je ambities?

“Die speelt een grote rol. Mijn ouders zijn in jaren 70 naar Nederland gekomen. Mijn vader werkte bij NWM De Kruithoorn, een munitiefabriek in Den Bosch. Zwaar en vies werk, soms zes dagen per week. Hij heeft me van jongs af aan gezegd dat ik moest leren en een kantoorbaan moest vinden. Om de mavo te halen moest ik twee keer zo hard werken als een klasgenoot van Nederlandse ouders.

Let wel: ik heb alle liefde en normen en waarden van huis uit meegekregen. Maar mijn vader en moeder spraken gebrekkig Nederlands en daardoor ontstond een bepaalde achterstand. En geld voor bijlessen was er ook niet.

Ik was al bezig met een opleiding tot bankmedewerker toen ik op een advertentie voor zowel de politie als de marechaussee heb gesolliciteerd. De marechaussee reageerde net wat sneller.”

3. Kun je je ervaring als militair goed inzetten in de politiek?

“Absoluut. Defensie en zeker de marechaussee hebben mij als mens gevormd. Ik ben heel blij dat ik al twintig jaar deel mag uitmaken van een organisatie waarin ik discipline, broederschap, samenwerking, talent ontwikkeling en (niet lachen) huishouden heb geleerd. Dat zijn basisfactoren die ik als 18-jarige nog niet bezat.

De plaatsing voor drie jaar op Curaçao in 2012 heeft me trouwens ook een ervaring rijker gemaakt. Het heeft me duidelijk gemaakt wat een impact het kan hebben als je met je gezin in een keer uit je veilige sociale omgeving weggaat en in voor jou vreemde plek terecht komt. Door die ervaring als onderofficier, maar ook als ondernemer in het onderwijs, de jeugdzorg en oud-topsporter (Kasmi maakte deel uit van de Nederlandse militaire selectie taekwondo, red), heb ik geleerd de zaken vanuit verschillende positieve invalshoeken te bekijken. De verbinding zoeken en niet het conflict.

Vanuit mijn verantwoordelijkheidsbesef wil ik als rolmodel fungeren voor jongeren om ze ondanks hun vallen en opstaan te motiveren hun talenten te ontdekken, te ontwikkelen en de kansen te pakken.”

Als er meer defensiemedewerkers zijn die op de landelijke lijst staan, kunnen zij dat kenbaar maken via defensiekrant@mindef.nl.