02

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 50

Vinnen voor het vliegen

Tekst Ritmeester Saminna van den Bulk
Foto Adjudant Arnoud Schoor en sergeant Cristian Schrik

Minder brandstofverbruik en uitstoot voor C-130H-30 Hercules

Op het oog zijn de Microvanes verre van opzienbarend. En toch zorgen de twintig kleine kunststof vinnetjes aan de linker- en rechterachterzijde van het C-130H-30 Hercules transportvliegtuig voor opmerkelijke resultaten: minder CO2-uitstoot en een lager brandstofgebruik. 

Hoe dat kan? De cilindrische romp van de Hercules is aerodynamisch, maar die vorm is aan de achterzijde ‘afgekapt’ voor de laadklepJuist dat vlak zorgt voor luchtweerstand. “De Microvanes werken als een spoiler op een auto. Ze zorgen ervoor dat de luchtstroom aan het uiteinde van het vliegtuig beter verloopt”, vertelt majoor Peter Groenendaal, C-130 testvlieger. Hij en Michael van Roosmalen, typemanager C-130 van de Defensie Materieel Organisatie, zagen de vinnen voor het eerst op een beurs van Lockheed Martin (de producent van het vliegtuig) in 2017. Een product gemaakt in samenwerking met de Amerikaanse luchtmacht, dat nu wordt verkocht door een commerciële partij. 

Passen en meten voor de mensen van de Technische Dienst, die de Microvanes op het toestel installeren.

Een innovatie waar 336 Squadron op Vliegbasis Eindhoven bij gebaat is. Eind september verschenen de eerste vinnetjes op de C-130. Daar ging een secuur installatieproces aan vooraf, beschrijft Van Roosmalen. Eerst maten technici de positie van de vinnen af op de huidbeplating van het toestel met een 3D-geprinte mal. Na het intekenen van de vorm kon de verf verwijderd worden, om vervolgens de Microvanes over de aanwezige klinknagels en de naden op het toestel te plakken. Passen en meten voor de Technische Dienst, die hier zo twee weken mee zoet is, in combinatie met onderhoud van het vliegtuig. 

Springen zonder scheuren

Mooi, die brandstofbesparende vinnen, maar het gaat uiteindelijk wel om modificaties aan een vliegtuig. Veiligheid staat voorop. De C-130 geldt als een ware alleskunner. Goederen vervoeren behoort tot de opties, maar ook paratroopers maken dankbaar gebruik van het vliegtuig, dat zowel een uitgang aan de achterzijde (de ramp, voor speciale paratroopers) als aan de zijkant (paratroop doors) biedt. 

Hoewel de vinnen een beproefd concept zijn, nam de luchtmacht geen enkel risico. “Nu is het zo dat de vinnen ‘afgerond’ zijn, dus scherp zijn ze niet”, vertelt Van Roosmalen. En toch, vult Groenendaal aan: “We wilden echt zeker weten dat de vinnen de parachutes van paratroopers niet beschadigen.” Dan zit er een ding op: operationeel testen. 

Plunjebalen spelen voor proefkonijn. De dummies van tussen de 60 en 80 kilo ‘springen’ uit het toestel via de paratroop doors. Onder anderen aerial photographer adjudant Arnoud Schoor legde de sprongen vast om te kijken hoe de parachutes uitklapten en of de vinnetjes voor beschadigingen zorgen.

Plunjebalen werpen

Dat maakt dat er begin oktober eerst plunjebalen uit het vliegtuig werden gegooid met een gewicht tussen de zestig en tachtig kilo. Camera’s op de grond, op en in het vliegtuig en zelfs een volgvliegtuig, legden vast hoe de parachutes boven de plunjebalen uitklapten. ‘Echte’ paratroopers volgden de volgende dag. Het resultaat: alle springers belandden veilig op de vaste grond en bij een inspectie van de parachutes werden geen beschadigingen gevonden. En testvlieger Groenendaal merkte tijdens de vlucht weinig van de kunststof vinnen. “Enkel bij een zeer lage snelheid en veel vermogen zijn er trillingen waarneembaar. Echter worden er in die situaties al veel trillingen ervaren.”  

Piepkleine vinnetjes, bijna niet te zien tijdens zo’n vlucht. De ‘vliegtuigspoilers’ zorgen voor een brandstofbesparing van vier procent, schatten majoor Peter Groenendaal en Michael van Roosmalen.

Kost geld, levert geld op

Brandstofbesparing is goed nieuws, voor mens en milieu. Want door de kleine vinnen is het verbruik zo’n 7,7 procent lager. Kleine kanttekening van Van Roosmalen: “Dat is wel bij optimale configuratie en bij kruisvluchten, dus van A naar B. Bij tactisch vliegen of bijvoorbeeld vliegen met externe brandstoftanks wordt dit minder.” Alsnog schatten de heren de brandstofbesparing op vier procent. Klinkt weinig, tot Groenendaal het toelicht. “Per vlieguur gaat er zo vijfduizend pond brandstof doorheen. Tel daarbij op dat je uitstoot van CO2 en stikstof een stuk kleiner wordt.”

Eerst lang, dan kort

De configuratie kostte 555.000 euro en werd gefinancierd vanuit een CLSK-duurzaamheidsproject. Een bedrag dat volgens de heren in anderhalf jaar is terugverdiend.

De Nederlandse C-130-vloot bestaat uit vier toestellen; twee ‘lange’ van 34.4 meter, waarvan nu een model is uitgerust met de Microvanes. De ander zal volgen als die weer op de grond staat voor onderhoud. Het plan is om ook de twee kortere Herculessen, de ‘stubby’s’ van 29.8 meter, uit te rusten met de vinnen. Daarvoor volgen echter wel eerst weer testen, licht Groenendaal toe: “Hiervoor doen we precies dezelfde testvluchten als die we in oktober deden, om te kijken wat het effect van de kortere romp op de opengaande parachutes is.” Gaat dat goed, dan staan alle seinen op groen om ook de kortere Hercules-modellen te voorzien van Microvanes.