Tekst ritmeester Djenna Perreijn
Foto NIMH, BZ, Wim Dijkema, René van Bakel, videostills, Coen Verbraak

Coen Verbraak maakt indringende documentaire

'Ik realiseerde mij niet hoe onmogelijk hun situatie was'

'Ze hebben hopeloos gefaald en zijn laf geweest'. Net als veel andere Nederlanders zag Coen Verbraak de val van Srebrenica als een groot fiasco. Dat fiasco is het volgens hem nog steeds. Toch was hij verrast dat zijn opvatting over de Nederlandse militairen correctie behoefde toen hij sprak met 8 Dutchbatters. Met hen blikt hij terug in zijn 3-delige documentaire 'Srebrenica: De machteloze missie van Dutchbat'. Vanaf maandag te zien bij BNNVARA.

5 vragen aan journalist, historicus en documentairemaker Coen Verbraak:

1. Waarom een documentaire?

“Het is 25 jaar geleden dat Srebrenica viel. Een oud-studiegenoot die bij Defensie werkt, tipte mij dat veel Dutchbatters mijn vorige serie 'Onze jongens op Java' volgden. Zij herkenden zich in de verhalen van de Indië-veteranen. Ook zij kwamen terug uit een verloren oorlog, ontvingen geen waardering voor hun inzet en kregen vooral haat en hoon over zich heen.

Het bleek niet moeilijk om de voormalige blauwhelmen over de streep te krijgen. Alleen Thom Karremans voelde er in het begin niets voor. Hij heeft denk ik de afgelopen 25 jaar z'n portie wel gehad. Ik overtuigde hem ervan dat het over 10 jaar misschien niet meer op deze manier kon, hij is 71. Ik vond hem als commandant van Dutchbat onmisbaar in de documentaire. Toen hij de interviews zag die ik al had opgenomen, besloot hij toch mee te werken. Zo hoopte hij iets te betekenen voor zijn mannen en vrouwen. Karremans zag in dat ik een eerlijk verhaal wilde maken.”

In de documentaire wordt veel gebruik gemaakt van archiefbeelden uit Joegoslavie in 1995.

2. Is uw kijk op Srebrenica veranderd?

“Absoluut. Ik dacht dat ik er veel van wist, maar zaken bleken toch anders te zijn. Dat zit 'm vooral in de persoonlijke ervaringen. Ik wist bijvoorbeeld niet hoe mentaal en fysiek verzwakt de Dutchbatters waren. Ze waren afgesneden van voeding, brandstof en andere hulpmiddelen.

Toen ik 25 jaar geleden het nieuws volgde dacht ik: 'Kom op, niet zeuren. Je bent toch militair!'. Ik zag Dutchbatters de vluchtelingen Servische bussen in begeleiden. Het leek alsof we in dienst van de Serven stonden. Net als veel andere Nederlanders schaamde ik mij een beetje tegenover de rest van de wereld. Ik vond dat we voor gek stonden. Terwijl de rest van die wereld, inclusief de Verenigde Naties, juist de Dutchbatters in de steek lieten. Ze waren een paardenbloempluisje in een enorme storm. 

Ik realiseerde me destijds niet hoe onmogelijk hun situatie was. Ze waren totaal niet geëquipeerd om in Srebrenica werkelijk iets te kunnen betekenen. Ze hadden niet de juiste bewapening en een onduidelijk mandaat. Vooropgesteld: het grootste drama was dat van de vluchtelingen. Maar óók voor de Dutchbatters is het uitgelopen op een hele traumatische ervaring. Dat vond ik belangrijk om te belichten in dit drieluik.”

Plaatsvervangend commandant Landstrijdkrachten generaal-majoor Kees Mathijssen en kolonel b.d. Thom Karremans blikken in de documentaire terug op de val van Srebrenica.

'Ik was er als militair vlakbij en kon niets doen’

3. Wat was uw indruk van de veteranen die u sprak?

“We hadden verrassend eerlijke en openhartige gesprekken. Ik had niet het gevoel dat ze iets achterhielden. Ze waren bereid hun verhaal te vertellen, ook als het moeilijk was. Er zijn veel tranen gevloeid. Het viel op hoe vers in het geheugen Srebrenica bij iedereen nog zat. Je voelt hun schaamte en onmacht nog steeds; het houdt ze dagelijks bezig. 

Deze interviews hadden op de crew meer impact dan de gesprekken vorig jaar met veteranen over Java. Misschien omdat deze mensen een stuk jonger zijn. 

Het droevige eraan is dat het anders had kunnen lopen. Dat realiseren zij zich ook. Maar ja, daar was de situatie niet naar. De Nederlanders stonden doodsangsten uit. Generaal-majoor Kees Matthijssen, destijds kapitein, omschreef Dutchbat als een speelbal. Ze waren van totaal onderschikt belang in die openluchtgevangenis. En als de Nederlanders bij de evacuatie van de compound geen vinger hadden uitgestoken, hadden de Serven het zelf opgeknapt en was het misschien nog akeliger afgelopen.”

Anne en Liesbeth waren beiden 19 jaar toen ze aan hun uitzending in voormalig Joegoslavië begonnen. In de documentaire vertellen ze het verhaal door hun ogen.

4. Wat maakte het meeste indruk op u?

“Mensen die als 19-jarige soldaat getuige waren van de gruwelijkheden gingen terug naar dat moment om het met ons te delen. Zoals Liesbeth. Zij las een brief voor die ze schreef bij het graf van Raviv van Renssen. Hij overleed nadat moslimstrijders een handgranaat in zijn pantservoertuig gooiden. Haar verhaal kneep mijn keel dicht. 

Net als bij het verhaal van Anne, eveneens pas 19 jaar tijdens de uitzending. Toen hij een paar jaar later nietsvermoedend een snelle boodschap deed, werd hij op straat nageroepen: 'lafbek!'. Hij was vergeten dat er ‘Dutchbat’ op de achterkant van zijn jas stond. Hij barstte in huilen uit tijdens het navertellen. Met de kennis van nu kunnen we niet meer beweren dat de Dutchbatters onsympathieke lafbekken waren.”

Links: In vrachtwagens komen duizenden vluchtelingen de Nederlandse compound op. Rechts: Nabestaanden treuren in 1995 om verlorenen in de val van Srebrenica.

‘We kunnen niet meer beweren dat de Dutchbatters onsympathieke lafbekken waren'

5. Wat hoopt u dat de documentaire losmaakt?

“Ik heb de veteranen alles kunnen vragen. Toch is daarmee niet het hele verhaal verteld, dat pretendeer ik ook niet. Dit zijn slechts de ervaringen van 8 Dutchbatters. Ik had er ook voor kunnen kiezen om Ratko Mladić in de gevangenis te interviewen. Of om nabestaanden van Srebrenica te spreken. Maar ik wilde Dutchbatters interviewen. Het gaat om hun verhaal, door hún ogen. Het is oral history: een vorm van geschiedschrijving die is gebaseerd op herinneringen van ooggetuigen.

Ik vind het mooi om het vertrouwen van mensen te winnen, zodat ze eerlijk hun verhaal kunnen doen. De documentaire is niet kritiekloos, maar ik laat de veteranen vertellen zonder het gesprek sterk te sturen. Doordat ze recht in de camera kijken, praten ze ook tegen de kijker thuis. Dat maakt hun verhaal nog indringender. Ik hoop dat mensen dat ook zo ervaren.”

Schadeclaim Srebrenica

Een onafhankelijke commissie verwacht dat tegen het einde van dit jaar nabestaanden van zo'n 350 Bosnische moslims, die in juli 1995 werden vermoord na de val van Srebrenica, een schadeclaim kunnen indienen. De Hoge Raad oordeelde vorig jaar zomer dat Nederland de mannen onvoldoende bescherming heeft geboden.

De moslims moesten worden beschermd door de VN maar werden toch van de compound geëvacueerd. Zij werden later door Bosnisch-Servische militairen gedood.

De 3 leden van de commissie die de schadeclaims moeten beoordelen zijn afgelopen week door het kabinet benoemd. Het voorzitterschap is in handen van Sylvia Wortmann van de Raad van State. De andere leden zijn oud-regeringscommissaris Fred Hammerstein en voormalig ambassadeur Ed Kronenburg.