Tekst ritmeester Djenna Perreijn
Foto Hans Roggen
Meetsessies in de pasmobiel
250 militairen krijgen de komende 3 weken als eerste de nieuwe STRONG-uitrusting aangemeten: Soldier Transformation On Going. Zij worden voor deze meetsessie ontvangen in een ‘pasmobiel’. Deze trailer rijdt de komende jaren naar kazernes om iedereen in het nieuw te steken. Een complexe logistieke uitdaging, maar ook een dankbare klus. Militairen kijken reikhalzend uit naar de nieuwe spullen.
Ieder kwartier stappen 2 aangewezen kerninstructeurs de pasmobiel in. Om te voldoen aan de RIVM-richtlijnen moeten ze op aanwijzing van het KPU-personeel zelf hun maten opmeten. Daadwerkelijk passen hoeft niet; de KPU-experts hebben genoeg aan de maten die ze op de computer opslaan.
“Die nieuwe helm zal een verademing zijn", stelt korporaal Teun, terwijl hij zijn hoofd naar beneden laat hangen. “De oude schoof snel naar voren, vooral bij een liggende schiethouding. Heel irritant. Bovendien geeft deze ruimte voor gehoorbeschermende oorkappen. Een stuk veiliger dus”, vindt de monteur bij 11 Luchtmobiele Brigade.
Meetkeet
Sergeant-majoor Marco Venema kleedde de afgelopen 7 jaar talloze militairen bij het Kleding en Persoonsgebonden Uitrustingbedrijf (KPU). In zijn vorige functie kwam hij al op het idee van een pasmobiel. “Of de meetkeet, zoals ‘ie nu al grappend wordt genoemd. Voor de VeVa-opleiding reden we met een wervingstrailer het hele land door. Je bent daarmee hartstikke flexibel en je schuift ‘m op locatie gemakkelijk uit om ruimte te creëren.”
Het belangrijkste is dat dankzij de pasmobiel straks geen 42.000 medewerkers naar het KPU in Soesterberg hoeven te komen. “In de trailer kunnen we zo'n 400 militairen per week opmeten. We doen de 20 grotere kazernes meerdere keren aan en zullen telkens 1 tot 2 weken blijven staan om ieders maten te registreren. Tijdelijk personeel ondersteunt ons daarbij.”
Nadat de maten in het systeem staan, brengt de lijndienst van het KPU de spullen naar de kazernes.
Blessures
Korporaal Teun is 1 van de 250 kerninstructeurs die de nieuwe uitrusting als eerste krijgt. In een 2-daagse cursus leert hij binnenkort de stukken precies af te stellen. “Het is nogal een precisieklus; gewoon omhangen is er niet bij”, weet kolonel Jan Vonk, coördinator van STRONG.
“Zo komt onder het scherfvest een steunband die op de heupbotten precies goed moet zitten.” Het oude vest rustte alleen op de schouders. “Deze is dus veel comfortabeler, maar als het niet goed zit, kun je blessures op lopen.”
Teun vindt het leuk om zijn eenheid straks wegwijs te maken met de kledingstukken. “We kijken al jaren uit naar een toereikende uitrusting. Mijn collega's zullen het in Irak en het Caribisch Gebied goed kunnen gebruiken.”
Vertraging
Het transitietraject heeft ondertussen ook last van de coronacrisis. “De spullen komen van verschillende leveranciers over de hele wereld naar het KPU. Fabrieken lopen vertraging op waardoor het onduidelijk is wanneer we over voldoende voorraad beschikken om aan uitgifte te beginnen”, legt Vonk uit.
Nog een tegenvaller: een bedrijf dat de aanbesteding voor de gevechtskleding niet ‘gegund’ was, spande een kort geding aan. Defensie moet op korte termijn bepalen hoe ze hierop gaat reageren, maar het levert vertraging op en dus tot een langer gebruik van interim kleding tijdens missies.
STRONG
Onder ‘Soldier Transformation On Going’ vallen de uitrustingsprojecten waaraan Defensie de afgelopen jaren werkte: het Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS), het Defensie Operationeel Kleding Systeem (DOKS), Individueel Soldaat Systeem (ISS), Verbetering Gevechtsuitrusting (VGU) en Keuzeconcept Gevechtslaarzen (KCGvL). "Die afkortingen kun je vergeten, want alles gaat nu over STRONG”, verduidelijkt transitiecoördinator kolonel Jan Vonk.
Het KPU-bedrijf start begin volgend jaar met de uitgifte van helmen en uitrusting zoals het scherfvest en rugtassen. Daarna volgen de laarzen: liefst 8 types in elk 3 uitvoeringen. Vonk: “Nu draagt nog bijna iedereen dezelfde laarzen, maar afhankelijk van je functie en voet bekijken we welke laars het beste past.” De gevechtskleding komt waarschijnlijk als laatste beschikbaar. Daarmee is HULK (helm, uniform, laarzen en kleding) compleet.
‘Waarom dan niet alles in 1 keer?’
Geduld
Met die onzekerheden in het achterhoofd, werkt het KPU-bedrijf keihard door om het traject op gang te krijgen. “Ons werk loopt nu over 2 sporen: het oude en het nieuwe gevechtspak”, vertelt Venema. “Want we leveren ook nog steeds de 'oude' uitrustingsstukken.”
STRONG is dus geen directe vervanging, maar een transitietraject. “Over een paar jaar komt een omslagpunt waarop we alleen nog de nieuwe spullen uitleveren. Nu beginnen we met wat als eerste mogelijk is. Dat zijn begin volgend jaar de helmen en vesten.” Waarom niet alles uitstellen en alles in 1 keer leveren? “De oude uitrustingstukken zijn niet onveilig, maar de nieuwe zijn wel verbeterd. Waarom zou je met een minder comfortabel scherfvest op uitzending gaan, terwijl de nieuwe al beschikbaar zijn?”
‘De gouden regel 'eenheid van tenue' moet worden losgelaten’
Voortdurend verbeteren
De transitie neemt een paar jaar in beslag. Gevolg daarvan is dat commandanten de gouden regel 'eenheid van tenue' moeten loslaten. Vonk: “Militairen die bij opkomst het nieuwe tenue krijgen, dragen bij de eenheid waar ze worden geplaatst misschien als 1 van de eersten de STRONG-stukken.”
Verder moeten militairen de komende jaren de oude met de nieuwe spullen combineren, omdat niet alle spullen tegelijkertijd uitgeleverd kunnen worden. “Daardoor dragen ze dus 2 camouflagepatronen tegelijk: het oude woodland en het nieuwe NFP.”
Niet voor niets staan de laatste letters van STRONG voor 'On Going'. Volgens Vonk het grootste voordeel van het traject. "Het is geen kwestie van vervangen en daar blijft het bij. Zodra iedereen is voorzien van de nieuwe helm, uitrusting, laarzen en kleding voegen we bijvoorbeeld ook de kleinkaliberwapens en de elektronica toe.”
NFP-camouflage
Het nieuwe camouflagepatroon komt voort uit een intensief onderzoeksprogramma door kennisinstituut TNO. Het Netherlands Fractal Pattern (NFP) zijn kleine en grote geometrische vormen. Het patroon bestaat uit structuren die veel in de natuur voorkomen. Het gaat om patronen die van dichtbij én veraf ‘werken’. Vergelijk het met blaadjes aan een boom in een bos. Van welke afstand je er naar kijkt; ze vallen nooit uit de toon.
Op dit moment zijn er 5 camouflagepatronen: woodland, desert, jungle, arctic en het forest van de mariniers (multicam was een tijdelijke tussenoplossing). Maar die 5 zijn slechts geschikt voor 1 omgeving. In de toekomst gaat Defensie terug naar 3 varianten:
- NFP-Green
voor bosrijke en stedelijke gebieden in West- en Oost-Europa - NFP-Tan
voor droge gebieden zoals woestijnen, steppes en savannen - NFP-Navy
Voor het boordpersoneel van de marine (nog in ontwikkeling)