Tekst Martin Zijlstra
Foto Archief

Leendert van Noord

75 jaar geleden eindigde de Tweede Wereldoorlog. Meer dan ooit tevoren wordt dit herdenkingsjaar duidelijk hoe groot de gevolgen van het conflict waren voor de gewone man of vrouw. De komende weken vertelt de Defensiekrant de verhalen van mensen die de oorlog van dichtbij meemaakten. We trappen af met Leendert van Noord, die als 37-jarige arbeider uit Vlaardingen te werk werd gesteld in Duitsland.

De reis van Van Noord begint eind februari 1943. Per trein reist hij naar Duitsland en moet zich daar melden bij het Arbeitsamt. In zijn dagboek schrijft hij: “Daar kregen we een grote mond, dat was ons ook al opgevallen bij de grenscontrole. Een jongen legde zijn pas op tafel, die 3 keer op de grond werd gegooid omdat hij hem aan de grenswacht moest overhandigen.” 

Leendert van Noord schrijft iedere dag in zijn dagboek wat hij meemaakt in Duitsland.

In overvolle treinen reist hij verder naar Keulen. In het dagboek schrijft hij dat voordat ze er goed en wel waren, het gedonder al begon. “De luchtafweer ging zo hevig te keer, alsof het laatste moment was aangebroken. Je hoorde af en toe een zware klap, dan wist je dat het vlakbij was. Het enige wat ik bedacht, was dat ik naar huis wilde. Ik dacht, ik zit hier in de val.” Leendert schrijft bang te zijn. Naar een schuilkelder mogen ze niet. Pas 1 uur later wordt het rustig. “Net buiten het station stopte de trein. Het vuur van de door de bommen veroorzaakte branden was zo hevig dat de warmte te voelen was in de trein.”

Te werk gesteld

Tijdens de oorlog worden ongeveer een half miljoen Nederlanders verplicht te werk gesteld in Duitsland. Ze komen overal in het Reich terecht in alle takken van de industrie. De meesten keren pas na de bevrijding terug naar Nederland. Ongeveer 30.000 landgenoten komen tijdens hun gedwongen uitzending om het leven.

Kärcher

De reis brengt hem eerst naar een krijgsgevangenenkamp bij Bietigheim. “Daar zaten Russen, daar kreeg ik medelijden mee. Voor een beetje brood of soep bieden ze vanachter het prikkeldraad geld, ik kan het niet aanzien. Ik vraag me wel eens af, waar is een mens toe in staat.”

Hij reist door naar Winnenden waar hij wordt afgehaald door iemand van de firma Kärcher. Tijdens de oorlog maakt de fabriek, nu vooral bekend door hogedrukreinigers, vliegtuigonderdelen. “Het was inmiddels etenstijd. Gelukkig stonden in het schaftlokaal borden klaar met een schaal soep en aardappelen en macaroni. Daarna gingen we naar barakken waar we hartelijk werden ontvangen door andere Hollanders. We sliepen daar in een strobed.”

Een oude ansichtkaart van Winnenden. Dit plaatsje ligt in de buurt van Stuttgart.

‘En steeds weer die luchtaanvallen, dag na dag’

Luchtalarm

Leendert moet dagenlang onderdelen glad vijlen. De Duitsers willen zien wat hij kan. Direct op dag 1 gaat het luchtalarm. Iets wat daarna nog erg vaak gebeurt. "We hadden geen schuilkelder en moesten in het bos schuilen.” En weer een dag later krijgt Leendert maagpijn. Behoorlijk ook. De arbeider gaat naar de bedrijfsarts, maar die weet niet waar de pijn vandaan komt. Hij moet doorwerken. Iedere dag weer. Iets wat hem opbeurt is een feestje dat spontaan in de barak wordt georganiseerd. “We hebben allemaal gezongen en met de pook op tafel het ritme aangegeven. Hollandse liedjes zoals 'ik hou van Holland'.”

Op zondag gaat Van Noord wandelen in Stuttgart. De stad is zwaar gebombardeerd. "Je moet er de weg weten om niet te verdwalen." (foto: Royal Air Force/Imperial War Museum)

Zwaar

Ondanks dat intermezzo heeft Leendert het zwaar. Het werk, de luchtaanvallen maar vooral de maagpijn spelen hem parten. Hij wordt verschillende keren naar de arts gestuurd en zelfs doorverwezen naar het ziekenhuis om foto’s te maken. Maar na tal van onderzoeken weet niemand waarom hij pijn heeft. Het is in ieder geval geen maagzweer. Hij krijgt wel een dieet. Geen aardappelen, kool of wittebrood meer. “Maar ik krijg geen bonnen voor wat anders, dus maar zien wat er van komt.” Rust krijgt hij niet, hij moet blijven werken. En steeds opnieuw luchtaanvallen, dag na dag.

Dagboek, 6 maart: "Een rotdag, ik moet denken aan mijn dochter Gré die jarig was. Ik kon mijn draai niet vinden. Na het middageten zijn we gaan wandelen, toen pas voelde ik me beter."

Naar huis

Op 22 maart noteert Leendert van Noord in zijn dagboek dat de pijn ondanks zijn dieet steeds erger wordt. “Ik kon zo niet blijven werken. Ik kan er ook niet van slapen.” Hij vraagt om ander werk, omdat hij het niet meer volhoudt. Zijn baas stuurt hem 24 maart opnieuw naar de dokter. “Die wijst alles, maar dan ook alles, van de hand. Hij zegt dat het me alleen maar te doen is om naar Holland terug te kunnen.” Met zijn baas overlegt hij welk werk hij nog wel kan doen, het wordt de polijstafdeling. Maar 's middags heeft Leendert zoveel pijn dat de baas besluit dat het zo niet verder kan. 

Er volgt een laatste bezoek aan de arts. Van de uitslag schrikt Leendert. “Hij zei 'Van Noord, je moet zo snel mogelijk naar Holland toe, voor het te laat is'. Ik voelde de grond onder mijn voeten wegzakken en reageerde 'ik begrijp u niet'. Een tolk vertaalde wat de dokter had gezegd.” 

‘Hé jongens, daar heb je pa al’

Leen van Noord na de oorlog samen met zijn vrouw Fransien.

Thuis sterven

Leendert kan alleen maar stamelen dat hij als het zo erg is, inderdaad veel liever in Nederland sterft dan in Winnenden. Zijn baas maakt de papieren en het geld in orde. De volgende dag, op 26 maart 1943, begint de lange weg naar Nederland. Eenmaal terug op Nederlandse bodem stuurt hij zijn vrouw gelijk een telegram: 'Ik kom, 11.30, Leen'.

Hij komt echter 3 kwartier eerder aan  in Vlaardingen dan gedacht. Er is niemand om hem op te halen, dus loopt hij naar huis. “Ik belde wel 10 keer aan en hoorde Fransien zeggen 'hé jongens daar heb je pa al'. Ze wilden me net ophalen, maar dat was niet meer nodig, ik was al thuis."

Leendert van Noord gaat vervolgens weer aan de slag als gemeenteambtenaar en hij overlijdt op 1 augustus 1966, op 60-jarige leeftijd aan de gevolgen van maagkanker. 

Luchtaanvallen

Geallieerden luchtaanvallen zijn vanaf ongeveer 1942 aan de orde van de dag in Duitsland. Ze zijn niet alleen gericht tegen militaire installaties of fabriekscomplexen maar raken ook de bewoonde gebieden. De verliezen zijn aanzienlijk. Niet alleen bij de Duitsers maar ook bij de geallieerden. Die werpen 1.996.036 ton bommen af op Duitsland en de bezette gebieden. Daarbij komen in Duitsland alleen al 593.000 mensen om het leven, worden 3.370.000 woningen vernield en 7,5 miljoen mensen dakloos. Bron: Militär & Geschichte.