Tekst Ritmeester Saminna van den Bulk
Foto Korporaal Gregory Fréni
NH90 ingezet voor patiëntentransport vanaf de Waddeneilanden
Vanwege het coronavirus neemt Defensie de komende 2 weken het patiëntenvervoer vanaf de Waddeneilanden naar ziekenhuizen op het vasteland op zich. Normaal gesproken is dat het werk van de ANWB. Voor deze klus slaan de operationele gezondheidszorg van het Centrum voor Mens en Luchtvaart (CML) en het 860 Squadron van het Defensie Helikopter Commando de handen ineen.
Complicaties na een operatie. Een gebroken been. Situaties waarbij iemand zo snel mogelijk naar het ziekenhuis moet. 1 probleem… de patiënt woont op een Waddeneiland. Dat is hét moment voor zorgpersoneel van Defensie en de crew van de maritieme gevechtshelikopter NH90 om in actie te komen op het Maritiem Vliegkamp De Kooy in Den Helder.
De hulpvraag van de ambulanceverpleegkundige ter plaatse komt binnen bij de meldkamer. Na het alarm spoedt een Aeromedical Evacuation (AE) Team, samen met een NH90-vlieger en een copiloot of tactisch coördinator, zich naar de heli. Het AE-team bestaat uit een AE-arts en een AE-verpleegkundige. Maximaal 20 minuten na melding moet iedereen in ‘de kist’ zitten. Opstarten en wegwezen. Na take-off kan het team in 10 minuten op Vlieland staan.
Defensie schiet ANWB te hulp
Bijna 40 jaar vlogen militaire vliegers patiënten in nood van de Waddeneilanden naar ziekenhuizen op het vasteland. Een taak die in 2015 door de Kustwacht werd overgenomen en in 2016 door de ANWB Medical Air Assistance.
Met een land in de ban van het coronavirus, werd de druk op de ANWB-helikopters te groot. Op verzoek van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport neemt Defensie de komende 2 weken het spoedvervoer voor haar rekening. Daardoor zijn de ANWB-helikopters volledig beschikbaar om ernstig zieke COVID-19-patiënten naar andere intensive care-afdelingen te brengen. Defensie vervoert dus geen coronapatiënten.
Ziekenhuisbed op 700 voet
“We zijn een ambulance in de lucht”, vertelt flight nurse en spoedeisende hulp (SEH)-verpleegkundige sergeant-majoor Kim Oude Ophuis. Samen met een arts staat de verpleegkundige van de operationele gezondheidszorg (OGZ) 48 uur stand-by om te hulp te schieten en patiënten te begeleiden bij transport. “We hebben 4 Aeromedical Evacuation teams, 8 personen in totaal. Ons doel is vooral om de vitale functies van de patiënt te monitoren en in te grijpen indien deze verslechteren. Zuurstof geven, pijnstillers toedienen, een infuus aanleggen voor vocht: als het nodig is, kunnen we het in de lucht.”
‘In de heli heb je weinig ruimte; er is veel geluid en alles trilt’
Geen sinecure. “Door goede training, multitasking en de nodige kennis kun je deze taak uitvoeren. In de heli heb je weinig ruimte; er is veel geluid en alles trilt. Daarnaast heb je je uitrusting. Vest aan, helm op.” Noodzakelijk, toch zit de uitrusting wel in de weg. Laat staan dat je 1,5 meter afstand kan bewaren in de gelimiteerde ruimte, vanwege het coronavirus. “We moeten wel ons werk kunnen doen. Daarom gelden ook voor ons de ‘normale’ regels. Heb je coronaverschijnselen, voel je je niet goed, dan kom je niet naar je werk.”
1 dag dienst, meteen in actie
Waar het medisch personeel zich ontfermt over de patiënt, zorgen de vliegers dat die zo snel mogelijk op het vasteland is. 11 gezagvoerders staan hiervoor gereed. De vliegers werken in shifts. De 1 van 07.00 tot 14.30, de ander van 14.30 tot einde dienst om 22.00 uur.
Onder hen vlieger en luitenant ter zee 2OC Rory, een veteraan op het gebied van patiëntenvervoer. Hij voerde de taak tot in 2015 uit voor Defensie. “Het voordeel is dat ik de landingslocaties ken, ik weet hoe de lijntjes van alarmering lopen en ken de samenwerkingspartners.”
In de afgelopen week rukte de heli 2 keer uit. Afgelopen dinsdag met Rory in de cockpit. Een gestroomlijnd proces. “Binnen 20 minuten na de melding zit je in de NH90. Ik bedien de kist en geef informatie door, zoals de aankomsttijd. Naast mij zit iemand die tactische ondersteuning biedt en communiceert met De Kooy of bijvoorbeeld de meldkamer.”
Niet 1, niet 2 maar 3 ‘ambulanceheli’s’
3 NH90’s staan gereed voor patiëntenvervoer. 2 daarvan hebben standaard een Medical Module aan boord. Waarom dan 3 kisten vrijspelen? Worstcasescenario is dat 1 van de heli’s in onderhoud is en de 2e niet start. Dan is er altijd een 3e kist die de ambulancetaak kan vervullen.
Met alleen een medische module ben je er nog niet. In 3 dagen tijd in aanloop naar de eerste dienst werden de heli’s uitgerust met medische apparatuur zoals een beademingsmachine, en medische goederen als verbanden en infuusmaterialen.
'Dit is wel iets anders dan vliegen boven missiegebied'
Speciale manoeuvres
De NH90 kan, naast de crew, nog 2 mensen vervoeren. De patiënt en eventueel een partner, als de aard van het letsel ernstig is. De eilanders in nood worden overgebracht naar het ziekenhuis in Sneek, Leeuwarden of naar Groningen Airport Eelde. In het laatste geval gaat de patiënt vervolgens per ambulance naar het Universitair Medisch Centrum Groningen.
“Vliegen in een civiele omgeving is wel iets anders dan boven missiegebied”, zegt vlieger Rory. “Langs, over en tussen gebouwen waar je normaal minimaal 700 voet boven blijft. Dat vraagt om speciale procedures, waarbij je rekening houdt met de omgeving.” Kans dat het gebeurt is heel klein, maar: “In geval van verlies van een motor zijn we getraind om veilig door te vliegen of veilig te kunnen landen, met daarbij zo min mogelijk schade voor de omgeving.”
Een pittige klus. Voor het medisch personeel, dat in een krappe ruimte de patiënt in de gaten houdt en ingrijpt waar nodig. “Een dankbare taak”, vindt Kim. Daar sluit Rory zich volledig bij aan. “Ik ben enorm blij dat we onze bijdrage kunnen leveren in deze situatie. Het geeft echt een gevoel van voldoening.”
Tussen 07.00 en 22.00 uur
Het patiëntenvervoer is een uitgelezen taak voor het 860 Squadron, vertelt commandant en kapitein-luitenant ter zee Bart Blok. “Wij hebben de spullen, de juiste medische uitrusting en mensen die getraind zijn voor dit soort inzet. Tussen 07.00 en 22.00 uur vervoeren wij de patiënten.” Daarmee wordt de ANWB gedurende de dag vrijgespeeld om coronapatiënten te vervoeren. “In de overige uren kan de ANWB de taak zelf op zich nemen.”
De gevolgen?
Belangrijke vraag die rest: wat betekent deze extra taak voor de bezetting binnen het squadron? “Het is natuurlijk handballen met schaarse middelen”, zegt Blok. “Op dit moment kost het patiëntenvervoer niet heel veel extra capaciteit, omdat veel secundaire taken van de vliegers door de coronacrisis naar de achtergrond zijn verdwenen. Tevens biedt deze inzet onze jonge vliegers de kans ervaring op te doen.”
Mocht de vraag komen of het squadron niet 2 weken maar bijvoorbeeld een half jaar patiënten zou kunnen vervoeren, dan is die behoefte in te lossen. “Op de langere termijn kunnen opleidingen gaan uitlopen en heb je minder capaciteit voor inzet. Maar voor nu kunnen we het goed aan.” Blok ziet vooral lachende gezichten: “De vliegers en ons technisch personeel kunnen hun steentje bijdragen in deze bijzondere tijd en dat geeft veel voldoening.”