Tekst Johan Kroes
Foto Archief

75 jaar vrouwen bij Defensie

In 1944 treden de eerste vrouwen in dienst bij de Nederlandse krijgsmacht. Ze werken dan bijvoorbeeld als verpleegkundige, typiste of boekhoudster. Eind jaren 70 mogen vrouwelijke militairen ook varen, vliegen en vechten en sinds de jaren 90 voert Defensie een actief beleid om vrouwen te werven en te behouden. In deze nieuwe rubriek komen dames aan het woord die ervoor gezorgd hebben dat het na 75 jaar heel normaal is dat er vrouwen bij Defensie werken. In deze tweede editie Frédérique Waakop-Reijers, de eerste vrouwelijke luchtverkeersleider bij de Koninklijke Luchtmacht.

'Met humor kun je zoveel afschermen'

Met de openstelling van operationele functies voor vrouwen, was het begin jaren 80 opeens ook mogelijk om luchtverkeersleider te worden bij de luchtmacht. Frédérique Waakop-Reijers was de eerste vrouw die hiervoor de benodigde papieren haalde. Met veel inzet, flair en de nodige humor, diende ze daarna op vrijwel alle vliegbases in Nederland.

‘Ik heb regelmatig tegen de schijn moeten vechten dat het ons van bovenaf kennelijk makkelijker werd gemaakt’

Nee, ze had geen idee wat het inhield om luchtverkeersleider te worden en dat ze de opleiding zou halen was evenmin vanzelfsprekend. In die tijd viel 90% uit. Het was én is een functie waar een grote dosis stressbestendigheid voor nodig is. Net als de kwaliteit om in ‘3D’ te kunnen denken én goed te kunnen samenwerken. “Als 1 van de eerste vrouwen in de opleiding, verwachtte ik eigenlijk moeilijkheden met de oude garde, maar ik kreeg gek genoeg het meeste tegengas van mijn leeftijdsgenoten”, vertelt Frédérique. “Die vonden het een sport om me te testen. Dan moest ik mijzelf bijvoorbeeld voorstellen in een gedicht van 30 regels. Dat schrijven ging mij echter goed af en ik zag bij het voordragen dan ook beteuterde gezichten.”

In die jaren gebeurde het nog weleens dat de leiding opleidingen voor vrouwen makkelijker wilde maken. Daar was Frédérique het absoluut niet mee eens. “Je vormt een groep, dus wilde ik ook dezelfde oefeningen doen. Ik heb regelmatig tegen de schijn moeten vechten dat het ons van bovenaf kennelijk makkelijker werd gemaakt.”

Links: Frederique Waakop (midden voor) met haar collega’s. Op de rechterfoto is goed te zien hoe klein het aandeel vrouwen is. Hierop staat Waakop uiterst rechts.

Passende repliek

Eind 1982 voltooide Frédérique met succes haar opleiding tot officier torenluchtverkeersleider. Als enige in een klas van 10. Daarna haalde ze haar radarlicentie en, toen ze de kans kreeg, ging ze naar het Opleidingscentrum Officier Speciale Diensten. In beide gevallen was ze de enige vrouw. "Heerlijk”, benadrukt Frédérique. “Als je met meerdere vrouwen bent en er komt bijvoorbeeld 1 iemand te laat, dan is het plotseling zo 'dat alle vrouwen te laat zijn'. Bovendien verwachten ze dan dat je met elkaar optrekt, terwijl dat niet zo hoeft te zijn.” 

Ook heeft ze nooit last gehad van ongewenste aandacht. En als er toespelingen werden gemaakt, dan had ze altijd een passende repliek. “Met humor kun je zoveel afschermen. Op een dag vroegen wat mannen zich af hoe groot het geslachtsdeel zou zijn van een jongere collega, in een poging mij en een andere collega te choqueren. Als antwoord stelde ik voor dat ze allemaal op een rij zouden gaan staan, zodat ik vergelijkingsmateriaal zou hebben. Ik heb ze nog nooit zo snel zien weglopen om daarna niet meer terug te komen. Ik hou ervan direct te reageren. Dat is het makkelijkste en voorkomt geneuzel over het feit dat je toevallig vrouw bent.”

‘In tegenstelling tot andere landen, is er in Nederland maar weinig begrip en waardering voor de veelzijdigheid van militairen’

Oorlogsomstandigheden

Na de opleiding werkte luchtverkeersleider Frédérique op alle vliegbases in Nederland. “Het mooiste vond ik om te werken met helikopters. De grootste uitdaging was de periode op Volkel, waar ik als zelfstandig werkend officier met een klein team NAVO-oefeningen draaide. Dan werk je onder oorlogsomstandigheden en doe je waar je voor bent opgeleid.” In die tijd leerde ze ook haar echtgenoot kennen, een F-16 vlieger. “Onze collega’s vonden het spannender dan wijzelf. Wat op de basis gebeurde, bleef op de basis.”

Na ruim 30 jaar nam ze afscheid van de luchtmacht. “Toen ik ging solliciteren in de burgermaatschappij, merkte ik pas hoe divers mijn werk was. Ik was niet alleen luchtverkeersleider, maar ook teamleider, opleider en toezichthouder. In tegenstelling tot andere landen, is er in Nederland maar weinig begrip en waardering voor die veelzijdigheid. Maar ik ben blij dat ik het allemaal heb meegemaakt. En dan te bedenken dat ik totaal niet wist waar ik aan begon toen ik koos voor de functie luchtverkeersleider.”

>In de volgende Defensiekrant het verhaal van Helga Meidertsma, de eerste vrouwelijke officier bij de infanterie.<