Jongeren krijgen les op voormalig Ministerie van Oorlog

ADHD en PTSS, gescheiden ouders, huiselijk geweld, uit-huis-plaatsingen of het overlijden van ouders. Vrijwel alle 15 leerlingen die meedoen aan het programma ‘Dream School’ hebben behoorlijke rugzakjes. De schoolverlaters, allemaal tussen de 16 en 23 jaar, zijn stuk voor stuk vastgelopen in het reguliere schoolsysteem. 3 weken lang krijgen de jongeren les van gasdocenten, onder wie schrijver Abdelkader Benali, cabaretière Karin Bloemen, misdaadverslaggever Peter R. de Vries en onze eigen minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert.   

“Welkom op mijn ministerie, het voormalig Ministerie van Oorlog”, zegt minister Hennis hartelijk als de jongeren haar kantoor aan Plein 4 binnenkomen. De 15 leerlingen zijn net in het Defensie Operatie Centrum geweest, waar ze door generaal-majoor der mariniers Richard Oppelaar zijn opgewarmd met informatie over operaties en missiegebieden. Ze vraagt de jongeren wat vrijheid voor hen betekent. Om vervolgens, zonder hen de kans te geven hun aandacht te laten verslappen, stevig haar college te beginnen met: “Dit is geen ver-van-mijn-bed-show, de dreigingen kunnen ons ook raken. Denk aan de MH-17 en de aanslagen in Brussel en Parijs. Maar realiseer je ook dat die Iphone waar jullie zo’n beetje mee vergroeid zijn, alleen betaalbaar is omdat die via vrije handelsroutes naar Nederland komt.” 

Emoties

Op een scherm aan de wand achter haar verschijnen beelden. Een F-16 voert boven missiegebied een ‘cold shift’ uit. Op het laatste moment besluit een Nederlandse F-16 vlieger een afgeworpen bom naar een alternatieve locatie te sturen. In dit geval een weiland, om nevenschade te beperken en plotseling opgedoken burgers te sparen. Deze en andere filmpjes maken aardig wat los bij de leerlingen. 1 van hen loopt zelfs geëmotioneerd de zaal uit. Er wordt wat geschuifeld in de klas, een enkeling gaat verzitten, maar de sfeer onder de achterblijvers is ontspannen, hun aandacht is gewekt.

Als ook de weggelopen jongen na een gesprek met een coach terugkeert, is Hennis alweer verder gegaan met haar verhaal. “Vrijheid is een groot goed, dat moeten we koesteren. Jullie kunnen je gelukkig prijzen dat je in een land leeft waar alles mag en kan. Dat is een ongekende luxe. Er zijn genoeg plekken in de wereld waar dit niet normaal is. Om die vrijheid te bewaken, hebben we een krijgsmacht. Dagelijks knokken mannen en vrouwen van jullie leeftijd voor onze en jullie vrijheid. Sommigen hebben daarvoor hun leven gegeven, anderen zijn voor het leven getekend, fysiek of psychisch. Jullie zijn bevoorrecht dat je in een land geboren bent waar alles kan, maak daar geen misbruik van. Maar pak die kansen. Ook tijdens dit programma; zie dat alles voor jullie uit de kast wordt gehaald.”

Inspiratie

Er barsten verschillende discussies los tussen de jongeren. De meesten zijn erg open over hun situatie en staan te popelen hun verhaal te doen. Allemaal lijken ze geïnspireerd om hun leven weer op de rit te krijgen. Een jongen geeft zelfs aan graag bij Defensie te willen werken, al is hij nu nog te jong. Minister Hennis kan na afloop dan ook niet anders dan tevreden terugkijken op haar bijdrage: “Ik heb meegedaan omdat ik het belangrijk vind duidelijk te maken dat vrijheid niet vanzelfsprekend is; er wordt iedere dag voor gevochten. Alleen daarom al moet je iedere kans in het leven aangrijpen om er iets van te maken. Ik hoop dan ook dat het college een inspiratie is voor de jongeren.”