Tekst Patrick Regan
Foto Phil Nijhuis
Vierdaagse komt eraan
Ze zijn pijnlijk, kunnen flink ontsteken en zelden ontkomt de Vierdaagse-loper eraan: blaren. Dinsdag start de 100e editie van de Nijmeegse Vierdaagse. Ter voorbereiding gaat de Defensiekrant op blarenonderzoek. Waar komen ze vandaan? Hoe ernstig zijn ze? En misschien wel het belangrijkste: hoe zijn ze te voorkomen?
“Elke stap doet pijn en je krijgt het gevoel dat je hele voet naar z’n malle moer is.” Korporaal Wichian de Ruiter, chauffeur bij het Operationeel Ondersteunings Commando Land, liep twee keer de Vierdaagse van Nijmegen en kan meepraten over blarenleed. “Het eerste jaar was erg. Mijn hele voorvoet zat vol met blaren die ik moest intapen. Misschien is het een beetje smerig, maar de tweede dag kreeg ik zelfs een bloedblaar in een blaar.”
Na de hel van jaar één, was de korporaal op zijn tweede loop een stuk beter voorbereid. Oefeningen in Oostenrijk en Duitsland en veel training zorgden daar wel voor. Bovendien wist hij beter hoe met blaren om te gaan. “Elke dag schone sokken, een poeder om m’n voeten droog te houden en het ene blaartje dat ik had direct doorprikken.”
Schurende huid
Frictie is de grote boosdoener bij het ontstaan van blaren. Dat geeft irritatie en start een ontstekingsreactie. Vocht uit de bloedbaan komt tussen verschillende huidlagen en dat vormt de blaar. Dat vocht bestaat voor het grootste gedeelte uit water, aangevuld met zout en eiwitten. Dit, in combinatie met de warmte, maakt het de ideale broedplek voor bacteriën.
Bij een blaar volgt vanzelf de eeuwige vraag: doorprikken of negeren? Het woord is aan kapitein-luitenant ter zee Ernst-Paul van Etten, marine-arts en al tien jaar betrokken bij de Vierdaagse: “Doorprikken, ontsmetten en dakpansgewijs intapen. Op die manier bouw je een soort tweede huidlaag die het beschadigde deel beschermt tegen frictie.”
Maar om nu onderweg halt te houden en ter plekke de blaar door te prikken is volgens de KLTZ overbodig. “Een klein wondje is niet verschrikkelijk. Een beetje ongemakkelijk, maar ons lichaam kan daar goed tegen.” De blaar afplakken zonder door te prikken is echter geen goed idee: “Op een gegeven moment zal die onder de pleister barsten. Dan ontstaat er ruimte waar de blaar ooit zat en dat zorgt weer voor extra frictie en irritatie.”
Voorkomen blijft beter dan genezen. Met deze zes tips van de dokter beperk je blaren tot een minimum.
- Er gaat niets boven een goede voorbereiding. Met andere woorden: kilometers maken. Bij iedere stap die je zet, bouwt de huid eelt op. Dat versterkt de voetzool en voorkomt blaren.
- De apotheek staat bomvol huis- tuin- en keukenmiddeltjes. Het nut ervan is nooit bewezen, maar zelfs Van Etten laat zijn dochter, die traint voor de Vierdaagse, kamferspiritus gebruiken. Dit zou de huid versterken.
- Schoenen moeten perfect passen. Te groot en er ontstaan geheid blaren; te klein en je gaat raar lopen.
- Naadloze sokken die goed vocht afvoeren zijn een must. Naden schuren en veroorzaken blaren. Een sok die geen vocht afvoert, maakt de huid week en vergroot de kans op blaren. En: hou de sokken schoon.
- Een goed doorvoed lichaam is beter bestand tegen zware belasting. Eet en drink daarom de hele dag goed.
- Eenmaal thuis aangekomen: uit die schoenen! Eerst goed de voeten wassen en vervolgens de rest van de avond op slippers doorbrengen. Frisse lucht versnelt het herstel en is de beste voorbereiding op de volgende dag.
Stapje verder
Ook bij eerste luitenant Julia Houtsma, communicatieadviseur 43 Gemechaniseerde Brigade, bleven de blaren niet uit. Haar ‘verwonding’ ging zelfs een stapje verder: “Na de eerste dag had één van mijn voeten een dubbele bodem. Van teen tot hak laat de huid dan eigenlijk los. Alleen aan de zijkant zat het nog vast.” Door de voet goed in te tapen, heeft Houtsma de Vierdaagse zonder al te veel problemen uitgelopen.
Blaren heeft ze echter weinig last van. Hoe? “Misschien slaat het nergens op, maar ik gebruik zo’n wonderzalfje dat je voeten droog houdt. Bij mij lijkt het in ieder geval te werken. Verder prik ik iedere blaar direct door en laat ik ze goed leeglopen.”
Dat een goede training blaren tot een minimum kan beperken, bewijst korporaal-1 Jaco Spiering van 11 Bevoorradingscompagnie. “Bij de Luchtmobiele Brigade heb ik natuurlijk mijn rode baret gehaald. Tijdens die opleiding loop je flinke einden. Bovendien leer je om ieder rustmoment eerst voor je voeten te zorgen. Kisten uit, schone sokken aan en talkpoeder opbrengen.” Op een gemiddelde dag gebruikt de korporaal dan ook 2 paar sokken. De combinatie van training en verzorging maakt volgens de korporaal dat hij blaren tot een minimum beperkt. “Maar dan zal je net zien dat ik na dit jaar onder de blaren zit.”