Terugblik op 12 jaar Afghanistan

Afghaanse toekomst in handen van jonge generatie

Met het vertrek van de Nederlandse F-16’s uit Afghanistan is het tijd voor een terugblik op 12 jaar inzet. Wat hebben de Nederlanders kunnen betekenen voor de bevolking? En is het allemaal nuttig geweest? De Defensiekrant sprak met Han Peters, de Nederlandse ambassadeur in Afghanistan. “Ik zie in Kabul gesluierde, Afghaanse vrouwen gekleed in spijkerbroeken en met mobieltjes in de hand naar de universiteit gaan. Een aantal jaar geleden was dit compleet ondenkbaar. Dit is een teken dat we de goede kant op gaan.”

Wat hebben we de afgelopen 12 jaar bereikt?

“De Afghanen leven nu in meer vrijheid en in een stabieler land. Bijna niemand wil terug naar een situatie als in de jaren 90, toen de Taliban de burgers onderdrukte. Steeds meer jongeren gaan naar school, zowel jongens als meisjes. Een mijlpaal voor het land en de mensen. Ik ben ervan overtuigd dat extremistische groeperingen Kabul niet meer kunnen innemen. De mentaliteit van de bevolking is veranderd. Ze zijn oorlogsmoe, hebben behoefte aan rust en willen verder. In vergelijking met een aantal jaar geleden kan de nationale politie en het leger nu zelf grote evenementen, zoals de verkiezingen, organiseren en beveiligen. Zij hebben een professionele inhaalslag gemaakt. Ook is de positie van de vrouw versterkt. De internationale gemeenschap heeft voortdurend gehamerd op het verbeteren van de kansen voor vrouwen. Want het is niet goed voor de ontwikkeling van het land als je de helft van de bevolking links laat liggen. Inmiddels kunnen vrouwen op politiefuncties en bij het leger werken. En nog belangrijker: een opleiding volgen. Mondjesmaat, maar het begin is er.”

Wat voor reputatie heeft Nederland in die 12 jaar opgebouwd?

“Ik hoor van veel Afghanen dat ze blij zijn met de aanwezigheid van de Nederlanders. Onze aanpak was vooral gericht op dialoog en wederzijds respect. In gesprek gaan en vragen wat er speelt. De Nederlanders hebben daar veel tijd en aandacht in gestoken. Dit is de Afghanen bijgebleven. Ik ben trots op onze reputatie en ben ervan overtuigd dat we sneller dingen hebben bereikt door onze houding en instelling.”

Heeft u vertrouwen in de toekomst van Afghanistan?

“De afgelopen jaren heeft het land veel progressie gemaakt. Toch zijn we er nog niet. Als internationale gemeenschap hebben we een stevig fundament gebouwd, maar het huis is nog niet af. Dat heeft tijd nodig. Zo is er nog vaak sprake van corruptie en moeten we de positie van de vrouwen in het land nog verder versterken. Ik ben ervan overtuigd dat we de goede kant op gaan. Hoe veiliger en rustiger het land, hoe beter dit is voor de vooruitgang. De toekomst ligt in handen van de jonge generatie. Oude krijgsheren zullen langzaam maar zeker hun macht verliezen. En daarvoor in de plaats komen jonge, intelligente en geschoolde mensen. Het feit dat er nu democratische verkiezingen zijn, is al een bijzondere mijlpaal. We hebben voor meer vrijheid gezorgd. Nu moeten de Afghanen daarop verder bouwen..”