Tekst André Twigt
Foto SM Aaron Zwaal
Mentor van de vloot
Na 25 jaar trouwe dienst is het Marine Opleidingsvaartuig (MOV) Van Kinsbergen (A902) nog altijd een onopvallende verschijning binnen de vloot. Behalve voor zeeofficieren dan. Voor hen is 'de Witte Parel' namelijk het schip waarop ze leerden navigeren. “Velen herinneren zich ongetwijfeld de lange, uitputtende dagen en nachten”, begint commandant luitenant ter zee 2OC Wesley van Kan.

De Van Kinsbergen mag dan vrij onbekend zijn, onbelangrijk is zij allerminst. Om met een marineschip veilig te kunnen varen, zijn zeeofficieren onontbeerlijk. Zij treden op als officier van de wacht; een functie waarin zij de leiding hebben over het schip en verantwoordelijk zijn voor de navigatie. Om dit in de praktijk te beoefenen, gaan adelborsten met de Van Kinsbergen naar zee. “Vanwege het vaak kalme weer leent de Oostzee zich hiervoor uitstekend”, aldus Van Kan. Je hebt er volgens de commandant niets aan als de halve bemanning zeeziek wordt. Het schip is immers niet het meest stabiele platform van de vloot.

‘In dit vak moet je heel goed weten waar je mee bezig bent’
Vak apart
Van Kan vertelt dat de Van Kinsbergen compleet is uitgerust om maximaal 12 adelborsten per keer te leren navigeren. Het schip beschikt hiervoor niet over 1, maar 2 volledig uitgeruste navigatiebruggen. Hier besteden de dames en heren adelborsten een groot deel van hun tijd. Navigeren is volgens de commandant een vak apart, waarvoor je niet alleen stressbestendig moet zijn. Maar ook goed moet kunnen hoofdrekenen, overzicht bewaren, werken in een team en leidinggeven. “De eisen die we aan de leerlingen stellen, liggen zeer hoog en dat moet ook. De verantwoording die ze straks als wachtsofficier hebben, is groot. Je waakt dan over de veiligheid van het schip; ook ’s nachts als het grootste deel van de bemanning ligt te slapen. In dit vak moet je heel goed weten waar je mee bezig bent.”

Te veel druk
Aan boord staan de 8 adelborsten van Klas 24 C onder hoogspanning. Met witte gezichtjes van de slaap verdiepen ze zich op de navigatiebrug in het gebruik van onder meer de radar, de ECDIS-elektronische zeekaart, de VHF-radio, in hoe je een verkeersroute afvaart en in de Bepalingen ter Voorkoming van Aanvaringen op zee. Dit alles gebeurt onder toeziend oog van de 3 instructeurs van de Maritieme Trainings Faciliteit (MTF), onderdeel van het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM). Samen monitoren en beoordelen ze onophoudelijk de verrichtingen van de adelborsten.
Varend dicht onder de Deense kust kan het zomaar voorkomen dat je te laat merkt dat het schip op de kust afstevent. Van Kan ziet het bij een leerling gebeuren, maar zegt nog niets. Hij wacht af of de wachtsofficier-in-opleiding het merkt. “Ze leggen zichzelf soms te veel druk op”, oordeelt de commandant, nadat hij de adelborst er alsnog op gewezen heeft dat hij ‘land in zicht’ niet te letterlijk moet nemen.

Onderling uitwisselbaar
Om de continuïteit te waarborgen, heeft de Van Kinsbergen naast een militaire ook een burgerbemanning. Die laatste bestaat uit een kapitein, een eerste en tweede stuurman, een hoofdwerktuigkundige en een kok. De militaire bemanning telt naast de commandant en de oudste officier, een schipper, een chef technische dienst en uiteraard ook een kok. Alle personeelsleden zijn onderling uitwisselbaar. Op de foto Van Kan (links) en zijn civiele counterpart kapitein Marcel de Wijn. De Wijn vaart al meer dan 20 jaar met de Van Kinsbergen en is onlosmakelijk met het schip verbonden.

'Reflecteren en debriefen is in het begin vaak nog lastig'
Vak apart
Sergeant-majoor ODND (‘schipper’) Wilbert vertelt dat de tijd van de adelborsten aan boord grote meerwaarde heeft. Je leert er niet alleen de kneepjes van het navigeren, maar ook hoe het leven er op de golven aan toe gaat. Tijdsdruk, zeeziekte en constant leven met collega’s op je lip is niet voor iedereen weggelegd. “Ander dingetje is het reflecteren en debriefen“, begint Wilbert. "Dat is voor de jonge adelborsten in het begin vaak nog lastig. Toch moeten ze dat wel leren, want terugkijken op een oefening of operatie vormt namelijk een belangrijk onderdeel van hun toekomstige werk als leider van de brug. Om dit soort zaken op waarde te schatten, ben je op de Van Kinsbergen aan het juiste adres. Naast een onderwijzende taak heeft dit schip ook een functie op het gebied van karaktervorming en teambuilding.”
Meerdere gebruikers
De Van Kinsbergen vaart ongeveer 200 dagen per jaar. Hoofdgebruiker is het KIM. Daarnaast maakt ook de Defensie Vaarschool, onderdeel van de Nederlands-Belgische Operationele School, gebruik van het schip tijdens vaarpractica voor onderofficieren van onder meer de Mijnendienst en de Onderzeedienst. Ook maakt het Maritiem Instituut Willem Barentsz als uitvloeisel van een samenwerkingsverband met het KIM gebruik van het schip.

‘Er komen veel nieuwe schepen bij; geen slecht vooruitzicht aan het begin van je carrière’
Perfecte tijd
Voor ‘lang-modeller’ adelborst Arne (22) is het de tweede keer (van in totaal 4 periodes) aan boord. Tijdens de eerste zeeperiode, begin dit jaar, was alles nog nieuw; schoonschippen en leren balans te zoeken tussen de zeewacht, de voorbereiding daarop en de rustperioden. “Ik hoef nu minder op te zoeken, dus ben ik aan voorbereiding minder tijd kwijt.”
Wat je volgens Arne hierbij goed in de gaten moet houden, is dat alles tot in detail klopt. Is er iets niet goed, dan begin je jouw wacht met een achterstand die je wel moet inlopen. "Voor mij was dit de belangrijkste les van de eerste zeeperiode. Bij het navigeren merk ik nu al dat ik meer op gevoel vaar. Of ik mijzelf straks als wachtsofficier op de brug zie staan? Denk het wel. Ik vind navigeren heel leuk. Het is momenteel een perfecte tijd om bij de marine te gaan. Er komen veel nieuwe schepen bij. Dat is geen slecht vooruitzicht als je aan het begin van je carrière staat.”